Strafrecht: bedrieglijke bankbreuk (art. 343 Sr). Verdachte heeft door het zonder rechtsgrond onttrekken van vermogen aan de gefailleerde, bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat de gefailleerde failliet zou gaan en dat schuldeisers bij gebrek aan inkomsten en liquide middelen nooit zouden worden betaald en daardoor dus zouden worden benadeeld.

Rabobank/Verdonk q.q.

Rangorde boedelvorderingen. Aan bank verpande, door curator onrechtmatig geïnde vorderingen. Boedelvordering bank gaat niet boven vordering ten behoeve van salaris en verschotten van de curator.

Bestuurder heeft jaarrekening te laat gedeponeerd en administratieplicht geschonden. Onbehoorlijk bestuur staat daarmee vast (art. 2:248 lid 2 BW). Het niet voldoen aan de administratieplicht maakt ook dat de bestuurder geen goed zicht had op de financiën van de vennootschappen. De rechtbank raakt daarom niet overtuigd van het verweer van de bestuurder tegen het vermoeden dat onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak is geweest van het faillissement.

Holding/Bos q.q.

Renvooiprocedure. X Holding en Delta Lloyd zijn bij een herstructurering van de X Groep, waarin beide aandelen hielden, overeengekomen dat Holding zijn lening in eigen vermogen van de Groep om zou zetten. In het faillissement van de Groep dient Holding echter haar vordering op de Groep ter verificatie in. Volgens Holding was geen sprake van een verplichting tot omzetting in eigen vermogen, volgens curatoren wel. De rechtbank volgt vooralsnog Holding, maar laat curatoren toe tot bewijslevering.

Eiser/Bestuurder QPH

Bestuurdersaansprakelijkheid naast aansprakelijkheid van de vennootschap (art. 6:162 BW). Een vonnis dat is gewezen tegen de vennootschap heeft geen gezag van gewijsde ten opzichte van de (oud-)bestuurders van de vennootschap.

X/Velenturf q.q.

De Hoge Raad oordeelt dat het hof een onvoldoende motivering heeft gegeven aan de verwerping van het door de bestuurder gevoerde verweer dat een andere omstandigheid dan onbehoorlijke taakvervulling oorzaak is van het faillissement (art. 2:248 lid 2 BW).

Curator Exposchuim B.V./ABN AMRO c.s.

Geldige bodemverhuurconstructie, nu door het plaatsen van hekken het gehuurde wordt geacht daadwerkelijk aan de pandhouders ter beschikking te zijn gesteld. De hekken worden aangemerkt als een voldoende duidelijke markering die door anderen diende te worden gerespecteerd.

Curator/X

Bestuurdersaansprakelijkheid en boekhoudplicht (art. 2:248 lid 2 jo. 2:10 BW). De rechtbank beveelt de bestuurder om administratie die zich in haar bezit bevindt over te leggen (art. 22 Rv).

Curatoren Etam/Provisum

In de situatie dat de huur rechtsgeldig is opgezegd (art. 39 Fw) laat het zich niet licht voorstellen dat van een winkelpandeigenaar op grond van de eisen van redelijkheid en billijkheid kan worden gevergd dat zij niet in opzegging volhardt en alsnog met een indeplaatsstelling (art. 7:307 BW) van de gefailleerde huurder akkoord gaat.

Vriezen q.q. / bestuurders

Bestuurder slaagt erin te bewijzen dat hij een bedrag dat hij had uitgeleend aan de vennootschap in contanten aan een andere bestuurder heeft gegeven. Hij hoeft dat bedrag dus niet alsnog aan de curator af te dragen.