Toewijzing regresvordering op hoofdelijk medeschuldenaar: uitgewonnen schuldenaar heeft weliswaar indirect geprofiteerd van bepaalde financiering, maar is voor meer uitgewonnen dan zijn aandeel in de onderlinge draagplicht
Twee zustervennootschappen hebben zich hoofdelijk verbonden tot terugbetaling van bepaalde bankfinanciering. Nadat de bank haar pandrecht op de activa van een failliete vennootschap heeft uitgewonnen, stelt de curator van de failliet een regresvordering in tegen de andere hoofdelijk aansprakelijke schuldenaar. De failliete vennootschap zou namelijk voor meer zijn uitgewonnen dan de schuld haar aanging, aldus de curator. Eerder heeft de rechtbank prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld ter verduidelijking van het profijtbeginsel en het bepalen van de draagplicht van een concernvennootschap. De vragen zijn beantwoord in het arrest van 24 februari 2023 (ECLI:NL:HR:2023:295). In de onderhavige uitspraak oordeelt de rechtbank dat de failliet indirect profijt heeft gehad van de financiering, maar dat haar aandeel in de onderlinge draagplicht beperkt is. De slotsom is dat zij voor meer is uitgewonnen dan haar onderlinge draagplicht. De curator kan daarom regres nemen op de hoofdelijk medeschuldenaar. Een paulianavordering van de curator ex artikel 42 of 47 Fw wordt afgewezen.
Rechtbank Noord-Nederland (Locatie Assen), 27-12-2023