Bestuurder ook in hoger beroep aansprakelijk voor boedeltekort wegens kennelijk onbehoorlijk bestuur
Het hof stelt vast dat de curator de bestuurder terecht drie verwijten van onbehoorlijk bestuur maakt. Ten eerste is ten onrechte een niet-bestaande lening in de administratie verwerkt en door middel van verrekening betaald, ten tweede is de bestuurder namens de vennootschap verplichtingen aan blijven gaan na de peildatum waarop duidelijk was of had moeten zijn dat deze verplichtingen niet konden worden nagekomen en ten derde zijn na de peildatum gelieerde partijen, zonder dat daarvoor een rechtvaardiging is gegeven, selectief betaald. De bestuurder is aansprakelijk voor het boedeltekort.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 16-04-2024