Naar boven ↑

Update

Nummer 3, 2015
Uitspraken van 01-12-2015 tot 17-12-2015
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie over de periode van 1 tot en met 17 december 2015. Graag wijs ik u in het bijzonder op onderstaande uitspraken. Bij de eerste twee uitspraken zijn tevens annotaties verschenen.

Het HvJ EU in Kornhaas v. Dithmar: over toepasselijk recht op bestuurdersaansprakelijkheid en de verhouding tot de vrijheid van vestiging
In INS 2015-0358 gaat het HvJ EU voor het eerst in op de vraag welk recht toepasselijk is op een bestuurdersaansprakelijkheidsvordering ingesteld door de curator in een Duitse insolventieprocedure ten aanzien van een Engelse Limited. De overwegingen van het HvJ EU zijn in meerdere opzichten opvallend en kunnen van grote invloed zijn op het internationale ondernemings- en insolventierecht. De tijd dat nationale regels inzake bescherming van crediteuren veelal het onderspit moeten delven ten gunste van de vrijheid van vestiging, lijkt met dit arrest voorbij. Bij dit arrest is tevens een annotatie verschenen.

Een Beklamel-vordering en de verzwaarde stelplicht van de aansprakelijk gestelde DGA
Er is een annotatie verschenen bij INS 2015-0013 (bestuurder/DCB Energy). In dat arrest oordeelt het Hof Den Haag over de Beklamel-aansprakelijkheid van een DGA van een transportonderneming die zijn chauffeurs nog tot op de dag van de eigen faillissementsaanvraag op rekening liet tanken. Het hof legt onder die omstandigheden een verzwaarde stelplicht op aan de DGA.

Bestuurdersaansprakelijkheid: Beklamel-norm
In INS 2015-0363 oordeelt de rechtbank dat de enkele omstandigheid dat de vennootschap ten tijde van het sluiten van de overeenkomst niet reeds beschikte over voldoende middelen om de overeenkomst na te komen, voor het oordeel dat de bestuurder wist of behoorde te weten dat de vennootschap haar verplichtingen niet na zou komen niet voldoende is. Het gaat ter zake ook om de vraag of een redelijke prognose is gemaakt van op korte termijn te verwachten inkomsten.

Betaling door overdracht auto gevolgd door verrekening niet paulianeus
In INS 2015-0353 heeft metaalleverancier materialen en diensten geleverd aan een metaalbewerker die onbetaald zijn gebleven. Na overleg tussen beide partijen heeft de metaalbewerker het kenteken van zijn voertuig overgeschreven op naam van de metaalleverancier. De metaalbewerker heeft het gebruik van het voertuig voortgezet. De rechtbank oordeelt de overdrachtstitel niet in strijd met artikel 3:84 lid 3 BW. Overdracht en de daaropvolgende verrekening zijn voorts ten onrechte door de curator vernietigd. Bij de verkrijger ontbreekt wetenschap van benadeling ex artikel 42 Fw.

Bestuurders Landis aansprakelijk jegens aandeelhouders (art. 2:139 BW)
In INS 2015-0351 oordeelt de rechtbank de voormalige bestuurders van Landis aansprakelijk jegens de aandeelhouders wegens door die aandeelhouders geleden koersschade welke het gevolg is van onjuistheid in de financiële berichtgeving en onjuistheid in de berichtgeving in de pers (art. 2:139 BW).

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Hoofdredactie INS Updates
Rolef de Weijs en Aart Jonkers

Hof van Justitie van de Europese Unie

Hoge Raad

Hof

Rechtbank