Update
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie over de periode van 7 t/m 20 januari.
Graag wijzen wij u in het bijzonder op de volgende vijf uitspraken:
Verhuurder die weigerde huur V&D te verlagen, mag niet in kort geding haar vordering afdwingen
In INS 2016-0031 oordeelt het hof in kort geding omtrent de weigering van een verhuurder, Mondia, om ten aanzien van het toen nog niet failliete V&D de huur te verlagen. Het gerechtshof is kennelijk van mening dat het algemeen belang dat gediend is bij het voortbestaan van V&D een 'zeer bijzondere omstandigheid' is en dat dit belang het belang van Mondia om voldoende inkomsten te genereren overtreft. Wellicht ligt de aard van een kortgedingprocedure in samenhang met de positie van een debiteur in nood mede ten grondslag aan het standpunt van het gerechtshof. Het gerechtshof lijkt met de uitspraak vooruit te kijken naar de inwerkingtreding van de Wet Continuïteit Ondernemingen II.
Faillissement Etam en opzegging door de verhuurder (art. 39 Fw)
In INS 2016-0038 oordeelt de rechtbank over een geschil omtrent het faillissement van Etam, exploitant van de winkelformules Miss Etam en Promiss. De verhuurder heeft in faillissement de huurovereenkomst opgezegd (art. 39 Fw) terwijl sprake was van een mogelijke maar nog niet concrete doorstart. Onder deze omstandigheden is opzegging geen misbruik van recht of een anderszins onaanvaardbare rechtshandeling, noch is volharding in opzegging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.
Hoe ver dient zekerheidsstelling door de curator ex artikel 37 lid 2 Fw te reiken?
In INS 2016-0029 ligt aan het hof de vraag voor hoe ver zekerheidsstelling voor nakoming door curator (art. 37 lid 2 Fw) dient te reiken. Molenparc heeft de curator verzocht een koopovereenkomst voor een stuk grond gestand te doen (art. 37 lid 2 Fw), maar vindt de door de curator geboden zekerheid onvoldoende en ontbindt alsnog. De curator haalt zijn gelijk bij de voorzieningenrechter, die Molenparc tot levering van het stuk grond veroordeelt onder dwangsom. Ook in hoger beroep krijgt de curator gelijk. Het principiële oordeel van het hof op dit punt is dat Molenparc in beginsel alleen een beroep op zekerheidsstelling als bedoeld in artikel 37 lid 2 Fw kan doen voor de nakoming van het nog niet uitgevoerde deel van de overeenkomst.
Instelling voorlopige crediteurencommissie Imtech
In INS 2016-0025 oordeelt de rechtbank over de instelling van voorlopige crediteurencommissies in de faillissementen van Imtech, op verzoek van Rabobank. De rechtbank wijst het verzoek met betrekking tot de holding van Imtech toe en houdt voor de overige Imtech-vennootschappen haar beslissing aan. De rechtbank oordeelt tevens hoe om te gaan met eventuele belangenconflicten en het risico van oneigenlijk gebruik van informatie in de crediteurencommissie.
De Hoge Raad gaat in op de vraag of het overbruggingskrediet hier behoort tot de rechtshandelingen die in de normale uitoefening van het bedrijf plachten te worden verricht (art. 1:88 lid 5 BW)
In INS 2016-0026 twisten partijen over de vraag of toestemming van de echtgenoot vereist was voor borgstelling jegens ING. Volgens de Hoge Raad is zonder nadere motivering onbegrijpelijk hoe het hof tot het oordeel is gekomen dat het aangaan van het overbruggingskrediet behoort tot de rechtshandelingen die in de normale uitoefening van het bedrijf plachten te worden verricht (art. 1:88 lid 5 BW). De motiveringsklacht slaagt en de Hoge Raad lijkt duidelijk in de richting te wijzen dat hier geen sprake was van normale uitoefening van het bedrijf, en toestemming van de echtgenoot voor borgstelling dus vereist was.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.
Met vriendelijke groet,
Hoofdredactie INS Updates
Rolef de Weijs en Aart Jonkers
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Hoe ver dient zekerheidsstelling voor nakoming door curator (art. 37 lid 2 Fw) te reiken? Molenparc heeft de curator verzocht een koopovereenkomst voor een stuk grond gestand te doen (art. 37 lid 2 Fw), maar vindt de door de curator geboden zekerheid onvoldoende en ontbindt alsnog. De curator haalt zijn gelijk bij de voorzieningenrechter, die Molenparc tot levering van het stuk grond veroordeelt onder dwangsom. Ook in hoger beroep krijgt de curator gelijk. 12-01-2016
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Niet is door de curator aannemelijk gemaakt dat kennelijk onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is geweest van het faillissement, nu de bestuurder het vermoeden van artikel 2:248 lid 2 BW heeft ontzenuwd. 29-12-2015
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden VenD reddingsplan. Gehoudenheid om mee te werken aan buitengerechtelijk schuldeisersakkoord? 22-12-2015
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden V&D Reddingsplan; vordering verhuurder tot nakoming huur 22-12-2015
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Kort geding. Is de huurder van een bedrijfsruimte, na faillissement van zijn verhuurder die tevens erfpachter is, huur verschuldigd aan de boedel of aan de erfverpachter? Erfverpachter heeft naar voorlopig oordeel voldoende titel voor inning. 01-12-2015
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Incidentele vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging (art. 351 Rv). Molenparc heeft de curator verzocht een koopovereenkomst voor een stuk grond gestand te doen (art. 37 lid 2 Fw), maar vindt de door de curator geboden zekerheid onvoldoende en ontbindt alsnog. De curator haalt zijn gelijk bij de voorzieningenrechter, die Molenparc tot levering van het stuk grond veroordeelt onder dwangsom. Via de hier besproken incidentele vordering probeert Molenparc de tenuitvoerlegging van dat vonnis te schorsen. De vordering wordt afgewezen. 20-01-2015
Rechtbank
- Rechtbank Oost-Brabant De rechtbank oordeelt over omslag als bedoeld in artikel 6:152 BW. Vastgesteld wordt voor welk bedrag de hoofdelijk schuldenaren op het tijdstip dat door een van hen betaald werd, ieder aansprakelijk waren. 13-01-2016
- Rechtbank Overijssel De verhuurder heeft de huurovereenkomst opgezegd (art. 39 Fw) terwijl sprake was van een mogelijke maar nog niet concrete doorstart. Onder deze omstandigheden is opzegging geen misbruik van recht of een anderszins onaanvaardbare rechtshandeling, noch is volharding in opzegging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. 22-12-2015
- Rechtbank Rotterdam Verzoek Rabobank om instelling van voorlopige crediteurencommissies in de faillissementen van Imtech. De rechtbank wijst het verzoek met betrekking tot de holding van Imtech toe en houdt voor de overige Imtech-vennootschappen haar beslissing aan. De rechtbank oordeelt tevens hoe om te gaan met eventuele belangenconflicten en het risico van oneigenlijk gebruik van informatie in de crediteurencommissie. 18-12-2015
- Rechtbank Overijssel De gefailleerde heeft voldoende belang bij voeging in de renvooiprocedure, nu diens betwisting van de vordering van de bank niet in het proces-verbaal van de verificatievergadering is opgenomen. 16-12-2015
- Rechtbank Midden-Nederland Middellijk bestuurder kan rechtstreeks op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk worden gesteld. Uiteindelijk geen bestuurdersaansprakelijkheid ex artikel 6:162 BW, noch aansprakelijkheid op grond van artikel 2:203 lid 3 BW. 09-12-2015
- Rechtbank Midden-Nederland Bestuurdersaansprakelijkheid: Beklamelnorm. Geen wetenschap dat de vennootschap haar verplichtingen niet na zou kunnen komen, nu de verplichting waarop de wederpartij zich beroept al op een eerder moment was aangegaan. 09-12-2015
- Rechtbank Oost-Brabant DGA staat als werknemer dochtervennootschap in formele gezagsverhouding, maar is wel aan te merken als directeur-grootaandeelhouder in de zin van artikel 6 lid 1 aanhef en onder d WW. Ook ten tijde van faillissement. Pas na ommekomst opzegtermijn arbeidsovereenkomst DGA is sprake van werknemerschap in de zin van de WW. 26-11-2015
- Rechtbank Den Haag Het ligt op de weg van de curator om inzage te verkrijgen in de digitale financiƫle administratie van de gefailleerde, indien blijkt dat die berust onder een derde. 28-10-2015