Update
Voorgestelde Europese Richtlijn
Op 22 november 2016 heeft de Europese Commissie haar langverwachte voorstel voor een Richtlijn ten aanzien van de herstructurering van ondernemingen en een tweede kans voor ondernemers gepubliceerd (COM(2016) 723 final - zie onderstaande link).
Het meest verstrekkende onderdeel is dat de Richtlijn lidstaten verplicht een herstructureringsprocedure voor ondernemingen buiten faillissement in te voeren. In Nederland ligt al een voorstel voor een dergelijke procedure ter discussie, het zogenoemde dwangakkoord buiten faillissement zoals neergelegd in het voorstel voor de Wet Continuïteit Ondernemingen II (WCO II). De voorgestelde Richtlijn zal gevolgen hebben voor dat wetsvoorstel, bijvoorbeeld ten aanzien van de in de Richtlijn voorgeschreven mogelijkheid van een afkoelingsperiode (‘stay of individual enforcement actions’) die kan zien op alle soorten schuldeisers. Eveneens bevat de voorgestelde Richtlijn, anders dan het voorstel voor WCO II, een zogenoemde Absolute Priority Rule. Een dergelijke regel brengt met zich dat een rechter geen akkoord kan opleggen tegen de wil van de meerderheid van schuldeisers in een bepaalde klasse, wanneer een lagere klasse (met name aandeelhouders) nog waarde behoudt onder het plan. Kort gezegd kan een aandeelhouder slechts aandeelhouder blijven, indien de meerderheid van schuldeisers hiermee instemt.
De Richtlijn schrijft tevens voor dat lidstaten een schuldsaneringsprocedure bieden aan natuurlijke personen die ondernemers zijn, in welke procedure de ondernemer binnen (in beginsel) niet meer dan drie jaar van zijn schulden af moet kunnen komen. Nederland lijkt met de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen al (in grote lijnen) aan die voorschriften te voldoen. Voorts bevat de voorgestelde Richtlijn een aantal bepalingen gericht op het verbeteren van de professionaliteit van bij herstructurering betrokken rechters en curatoren.
Zie voor de voorgestelde Richtlijn: http://ec.europa.eu/information_society/newsroom/image/document/2016-48/proposal_40046.pdf.
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie over de periode van 14 t/m 23 november. Graag wijzen wij u in het bijzonder op de volgende drie uitspraken.
HR 11 november 2016, Doorstart B.V. Boekbinderij/Y c.s.
In INS 2016-0390 oordeelt de Hoge Raad over de interpretatie van artikel 13 Fw. Dat artikel bepaalt dat, indien ten gevolge van een daartegen ingesteld rechtsmiddel het vonnis van faillietverklaring wordt vernietigd, handelingen van de curator van voor de vernietiging geldig en verbindend blijven voor de schuldenaar. Nu de curator goederen van de schuldenaar heeft vervreemd na het arrest waarbij het faillissement werd vernietigd maar voor het in kracht van gewijsde gaan van dat arrest, is de schuldenaar daaraan gebonden.
HR 18 november 2016, bestuurders/curatoren Meavita
In INS 2016-0398, een zaak rond het Faillissement van Meavita, oordeelt de Hoge Raad dat de beschikking van de Ondernemingskamer niet is uitgesproken door het in de wet bepaalde aantal rechters (art. 5 Wet RO). De zaak moet volledig opnieuw worden beoordeeld. De Hoge Raad geeft tevens richtsnoeren voor die nieuwe beoordeling, onder meer inhoudende dat voor verhaal van de kosten van het onderzoek op individuele bestuurders concreet moet blijken dat de desbetreffende functionaris individueel verantwoordelijk is voor het onjuiste beleid.
HR 18 november 2016, FGH/Fraanje
In INS 2016-0397 oordeelt de Hoge Raad dat een conservatoire beslaglegger zich ten aanzien van beslaglegging op artikel 3:36 BW kan beroepen, maar de reikwijdte van die bescherming is beperkt. Artikel 3:36 BW geeft slechts bescherming met betrekking tot de handeling die in redelijk vertrouwen is verricht, in dit geval de conservatoire beslaglegging. Als de beslaglegger niet meer te goeder trouw is op het moment dat het beslag executoriaal wordt, biedt artikel 3:36 BW geen bescherming.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.
Met vriendelijke groet,
Hoofdredactie INS Updates
Rolef de Weijs en Aart Jonkers
Hof van Justitie van de Europese Unie
Hoge Raad
- Hoge Raad In deze zaak rond het Faillissement van Meavita oordeelt de Hoge Raad dat de beschikking van de Ondernemingskamer niet is uitgesproken door het in de wet bepaalde aantal rechters (art. 5 Wet RO). De zaak moet volledig opnieuw worden beoordeeld. De Hoge Raad geeft tevens richtsnoeren voor die nieuwe beoordeling, onder meer inhoudende dat voor verhaal van de kosten van het onderzoek op individuele bestuurders concreet moet blijken dat de desbetreffende functionaris individueel verantwoordelijk is voor het onjuiste beleid. 18-11-2016
- Hoge Raad Conservatoire beslaglegger kan zich ten aanzien van beslaglegging op artikel 3:36 BW beroepen, maar de reikwijdte van die bescherming is beperkt. Artikel 3:36 BW geeft slechts bescherming met betrekking tot de handeling die in redelijk vertrouwen is verricht, in dit geval de conservatoire beslaglegging. Als de beslaglegger niet meer te goeder trouw is op het moment dat het beslag executoriaal wordt, biedt artikel 3:36 BW geen bescherming. 18-11-2016
- Hoge Raad Artikel 13 Fw bepaalt dat, indien ten gevolge van een daartegen ingesteld rechtsmiddel het vonnis van faillietverklaring wordt vernietigd, handelingen van de curator van voor de vernietiging geldig en verbindend blijven voor de schuldenaar. Nu de curator goederen van de schuldenaar heeft vervreemd na het arrest waarbij het faillissement werd vernietigd maar voor het in kracht van gewijsde gaan van dat arrest, is de schuldenaar daaraan gebonden. 11-11-2016
- Hoge Raad Vereenzelviging wordt slechts aangenomen in zeer uitzonderlijke omstandigheden; verhaalschade niet gelijk aan fraudeschade. 07-10-2016
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Curator van gefailleerde zonnestudio roept pauliana in tegen verhuurder die kort voor faillissement zonnebanken heeft gekocht en de koopprijs heeft verrekend met openstaande schuld. Verweer verhuurder ten aanzien van ontbreken benadeling wegens gesteld retentierecht wordt niet gehonoreerd. 15-11-2016
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Hof constateert dat de schuldenaar verkeert in een toestand te hebben opgehouden te betalen en spreekt faillissement uit. De kort hiervoor toegepaste turboliquidatie staat hieraan niet in de weg. 03-11-2016
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Bestuurders uitzendburo aansprakelijk (6:162 BW) jegens factormaatschappij wegens verpanden valse facturen. Een van de betrokkenen kan aangemerkt worden als feitelijk leidinggevende en is in die hoedanigheid aansprakelijk, van een andere betrokkene staat echter onvoldoende vast of hij zwaarwegende invloed in het managementteam had, en hij kan dan ook niet als feitelijk leidinggevende worden aangemerkt. Verder wordt vastgesteld wat de door de factormaatschappij geleden schade is. 25-10-2016
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Beroep door bestuurder op disculpatie en op (collectieve) matiging wordt afgewezen. Beroep op individuele matiging wordt wel toegewezen omdat de bestuurder circa één jaar bestuurder is geweest in de relevante periode van drie jaar voorafgaand aan het faillissement. Matiging tot afgerond 35 procent van het tekort. 27-09-2016
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam De vraag ligt voor of een natuurlijk persoon naar een advocaat toe heeft aangegeven in te staan voor de betaling van de facturen van de advocaat aan een vennootschap, en zo ja, of dit instaan als borgtocht aan te merken is. De rechtbank oordeelt dat de natuurlijke persoon inderdaad instaat voor betaling, maar dit geen borgtocht betreft. 09-11-2016
- Rechtbank Gelderland Bestuurdersaansprakelijkheid vanwege het leeghalen van de onderneming. Aandeelhouders aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad voor schade door dividenduitkeringen. 05-10-2016
- Rechtbank Oost-Brabant Geen spoedeisendheid bij kort geding ten einde onbeperkte toegang te verkrijgen tot data van de administratie van gefailleerde die in bewaring is gegeven bij een door curatoren ingeschakelde derde, in geval deze data mede omvat data waarin curatoren geen inzage zouden moeten krijgen. 28-09-2016
- Rechtbank Noord-Nederland De rechtbank oordeelt dat er sprake is van een zelfstandig opstalrecht van Ennatuurlijk B.V. op het perceel van Vastgoed CC op grond waarvan zij eigenaresse van drie warmtekrachtkoppelingen ('WKK's') is. Vervolgens oordeelt de rechtbank dat Heiploeg International gehouden is om aan Ennatuurlijk B.V. een vergoeding te betalen voor de door deze WKK's aan haar geleverde warmte en energie. 20-07-2016
- Rechtbank Overijssel Wspn-verzoek wordt afgewezen omdat verzoeker niet te goeder trouw is geweest bij het aangaan van zijn schulden. Dat verzoeker in de strafprocedure is vrijgesproken van oplichting maakt dit oordeel niet anders. 12-01-2016