Update
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijzen wij u in het bijzonder op de volgende drie uitspraken.
Hoge Raad 24 november 2017, Credit Suisse Brazil/Jongepier q.q., INS 2017-0372
Tijdens surseance vervallen rente die in surseance buiten beschouwing moet blijven, komt in aanmerking voor verificatie in opvolgend faillissement. Beantwoording prejudiciële vraag.
Hof Den Haag 7 november 2017, Curator pro se/Y, INS 2017-0368
De curator heeft niet persoonlijk onrechtmatig gehandeld door in zijn hoedanigheid een vonnis te executeren waaraan later de rechtsgrond is komen te ontvallen. De geëxecuteerde heeft ter opheffing van het beslag de curator destijds aangeboden om een bankgarantie te doen stellen. Dat aanbod is niet tijdig nader door de geëxecuteerde gespecificeerd. Zodoende kan niet worden toegekomen aan een persoonlijk te maken verwijt aan de curator.
Hof Den Haag 7 november 2017, ABN AMRO/X, INS 2017-0369
De bank is jegens de geëxecuteerde, als debiteur van een verpande vordering, niet aansprakelijk voor de executie door de curator van een later vernietigd vonnis. De curator heeft de procedure die tot de executoriale titel leidde gevoerd namens de boedel en niet namens de bank als pandhouder. De bank kan dan ook niet aansprakelijk worden gehouden op grond van het enkele feit dat het vonnis waarop de executie berustte later door het hof is vernietigd.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.
Met vriendelijke groet,
Hoofdredactie INS Updates
Rolef de Weijs en Aart Jonkers
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Mede gezien het feit dat BV X eerder langere tijd in faillissement heeft verkeerd, is niet aannemelijk geworden dat appellant een redelijk dan wel voldoende belang heeft bij zijn faillissementsverzoek. Er is sprake van misbruik van bevoegdheid op grond van het onevenredigheidscriterium. 09-11-2017
- Gerechtshof Den Haag De bank is jegens de geëxecuteerde, als debiteur van een verpande vordering, niet aansprakelijk voor de executie door de curator van een later vernietigd vonnis. De curator heeft de procedure die tot de executoriale titel leidde gevoerd namens de boedel en niet namens de bank als pandhouder. De bank kan dan ook niet aansprakelijk worden gehouden op grond van het enkele feit dat het vonnis waarop de executie berustte later door het hof is vernietigd. 07-11-2017
- Gerechtshof Den Haag De curator heeft niet persoonlijk onrechtmatig gehandeld door in zijn hoedanigheid een vonnis te executeren waaraan later de rechtsgrond is komen te ontvallen. De geëxecuteerde heeft ter opheffing van het beslag de curator destijds aangeboden om een bankgarantie te doen stellen. Dat aanbod is niet tijdig nader door de geëxecuteerde gespecificeerd. Zodoende kan niet worden toegekomen aan een persoonlijk te maken verwijt aan de curator. 07-11-2017
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden De gedurende faillissement gevorderde verklaring voor recht dat een vóór faillissement gegeven ontslag op staande voet nietig is, heeft in dit geval ook een ander belang dan enkele voldoening van andere ingestelde vorderingen uit de failliete boedels. Voor schorsing van de procedure over deze verklaring voor recht (op de voet van HR 21 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:675) is dan ook geen reden. 31-10-2017
Rechtbank
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Het acteren en overdragen van nagenoeg alle vermogensbestanddelen door de bestuurders, terwijl er onderhandelingen werden gevoerd en bekendheid bestond over de claim van eiseressen, kwalificeert als onrechtmatig handelen. Sprake van een persoonlijk ernstig verwijt. 15-11-2017
- Rechtbank Den Haag Premature faillissementsaanvraag nu er nog een procedure loopt waarin het lot van de steunvordering moet worden bepaald terwijl er tussen de hoofdsom en die steunvordering een nauw verband bestaat. 31-10-2017
- Rechtbank Oost-Brabant Arbeidsrecht. De vordering van de curator om opnieuw aan de boedel te betalen het salaris dat de werkgever niet-bevrijdend aan de gefailleerde heeft voldaan, is geen nevenvordering als bedoeld in artikel 7:686a lid 3 BW. 27-10-2017
- Rechtbank Midden-Nederland Uitleg van de leningovereenkomst prevaleert boven uitleg van de pandakte bij beoordeling van beroep op de faillissementspauliana. Toepassing van de regel uit HR Mulder q.q./CLBN ten aanzien van door de curator ontvangen bevrijdende betalingen op verpande vorderingen na mededeling. Voor niet-bevrijdende betalingen heeft de voormalige pandhouder geen vordering op de boedel. 18-10-2017
- Rechtbank Rotterdam Het argument dat de rechter-commissaris, door de curator machtiging te geven om tegen hem te procederen, jegens verzoeker onzorgvuldig handelt omdat zij moest weten dat verzoeker geen verhaal biedt, is geen grond voor wraking. 28-09-2017
- Rechtbank Den Haag De curator heeft het persoonlijke faillissement van verweerder aangevraagd, stellende dat de boedel een vordering heeft op verweerder uit hoofde van onbehoorlijk bestuur. Ter onderbouwing heeft de curator gewezen op de uitkomst in een vrijwaringsprocedure waarbij hijzelf geen partij was en waarin is vast komen te staan dat verweerder moet worden aangemerkt als feitelijk bestuurder. De enkele verwijzing naar dat vonnis volstaat niet ter onderbouwing van (een vordering wegens) feitelijk bestuurderschap gelet op het door verweerder daartegen ingestelde hoger beroep. 26-09-2017
Antillen
- Gerecht in eerste aanleg van Curaçao Homologatie van een tijdens de voorlopig verleende surseance aangeboden akkoord. Alle schuldeisers zijn beter af mét dan zonder akkoord, terwijl zich geen weigeringsgrond voor homologatie voordoet. 06-11-2017
- Gerecht in eerste aanleg van Curaçao Enkele bevoegdheidskwesties naar het ongeschreven internationale bevoegdheidsrecht van Curaçao bij samenhangende vorderingen ter zake van de nakoming van een internationaal buitengerechtelijk akkoord. In voorkomend geval kan de regel 'disbributie bepaalt attributie' worden toegepast. Aansluiting bij die regel. De samenhang tussen de wederzijdse vorderingen (zie art. 6 lid (H)IVO) vraagt in het licht van een goede rechtsbedeling om gelijktijdige behandeling (vergelijk art. 6 lid 3 (H)IVO). 30-10-2017