Naar boven ↑

Update

Nummer 1, 2018
Uitspraken van 21-12-2017 tot 10-01-2018
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijzen wij u in het bijzonder op de volgende vier uitspraken.

Hoge Raad 5 januari 2018, X/Dekker q.q., INS 2018-0003
Wanneer de (indirect) bestuurder van een failliete bv op grond van artikel 73 Fw het ontslag van de curator verzoekt, dient ook het belang van de bv zelf daarbij aangetoond te worden. Het is niet de bedoeling dat het ontslagverzoek slechts de belangen van de indirect bestuurder dient. De rechtbank kan volstaan met een sobere motivering wanneer zij een verzoek ex artikel 73 Fw afwijst.

Hof Amsterdam 10 augustus 2017, X/Ontvanger, INS 2018-0011
Belanghebbende is als (middellijk) bestuurder aansprakelijk voor de onbetaald gebleven belastingschulden van de vennootschap. Gelet op de (wetenschap van) de kwetsbare financiële situatie van de vennootschap zou een redelijk denkend bestuurder geen managementvergoeding van 45.000 euro per maand in rekening brengen of voor een bedrag van (minimaal) 850.000 euro privéopnamen en privé-uitgaven doen ten laste van de liquiditeit van de vennootschap.

Hoge Raad 22 december 2017, Verzoekers/Herstel q.q. c.s., INS 2018-0006
De wederpartij van de curator bij een vaststellingsovereenkomst kan niet aangemerkt worden als degene tot wie de beschikking van de rechter-commissaris ex artikel 104 Fw is gericht, zodat hem niet de bevoegdheid toekomt om op de voet van artikel 67 Fw als ‘partij’ hoger beroep tegen de beschikking van de rechter-commissaris in te stellen.

Hoge Raad 22 december 2017, Boersen q.q./Bedrijfstakpensioenfonds, INS 2018-0007
De grondslag voor het verzet tegen faillietverklaring door de curator (art. 10 lid 1 Fw) is dat de faillissementsaanvraag, ongeacht of deze door een schuldeiser dan wel de schuldenaar zelf is ingediend, is aan te merken als misbruik van bevoegdheid. Daarvan kan sprake zijn indien degene die het faillissement aanvraagt, op het moment van aanvraag weet dan wel behoort te weten dat de boedel leeg is en geen voldoende gerechtvaardigd belang bij de aanvraag heeft, eventueel mede in verband met voor hem beschikbare alternatieven.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Hoofdredactie INS Updates
Rolef de Weijs en Aart Jonkers

Hoge Raad

Hof

Rechtbank