Update
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijzen wij u in het bijzonder op de volgende twee uitspraken.
Hoge Raad 23 maart 2018, INS 2018-0114, Credit Suisse/Jongepier q.q.
De Hoge Raad verlegt prejudicieel het fixatiemoment uit HR Koot Beheer/Tideman q.q. Vorderingen die zijn ontstaan tijdens een faillissement of een daaraan voorafgaande surseance, komen in beginsel niet voor erkenning in aanmerking, omdat die erkenning in strijd zou zijn met het fixatiebeginsel. Zij moeten echter wel worden erkend indien en voor zover zij besloten lagen in een ten tijde van het ingaan van dat faillissement of die surseance reeds bestaande rechtspositie van de schuldeiser. In dat geval maakt het niet uit of het ontstaan of de omvang van de vordering op het moment van het ingaan van de surseance nog niet zeker was. Als een vordering ontstaat of in omvang toeneemt als gevolg van handelingen (aan de zijde) van de schuldeiser, staat dit in de weg aan verificatie van de vordering (in deze omvang) indien dit ontstaan of deze toename van de omvang moet worden aangemerkt als een uitbreiding van de aanspraken zoals die ten tijde van het ingaan van de surseance (of van een niet op surseance aansluitend faillissement) al bestonden of in de rechtspositie van deze schuldeiser besloten lagen.
Hof Arnhem-Leeuwarden 27 maart 2018, INS 2018-0105, Leliveld/Rabobank
Rabobank heeft als huisbankier van de Midreth Groep in strijd gehandeld met haar bancaire zorgplicht (art. 2 lid 1 ABV) en onrechtmatig gehandeld jegens de aandeelhouders van de Midreth Groep door bij noodfinanciering zeer nadelige voorwaarden op te leggen aan de aandeelhouders. Rabobank heeft daarmee misbruik gemaakt van de noodsituatie waarin de Midreth Groep en de aandeelhouders zich bevonden.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.
Met vriendelijke groet,
Hoofdredactie INS Updates
Rolef de Weijs en Aart Jonkers
Hoge Raad
- Hoge Raad De Hoge Raad verlegt prejudicieel het fixatiemoment uit HR Koot Beheer/Tideman q.q. Vorderingen die zijn ontstaan tijdens een faillissement of een daaraan voorafgaande surseance, komen in beginsel niet voor erkenning in aanmerking, omdat die erkenning in strijd zou zijn met het fixatiebeginsel. Zij moeten echter wel worden erkend indien en voor zover zij besloten lagen in een ten tijde van het ingaan van dat faillissement of die surseance reeds bestaande rechtspositie van de schuldeiser. In dat geval maakt niet uit of het ontstaan of de omvang van de vordering op het moment van het ingaan van de surseance nog niet zeker was. Als een vordering ontstaat of in omvang toeneemt als gevolg van handelingen (aan de zijde) van de schuldeiser, staat dit in de weg aan verificatie van de vordering (in deze omvang) indien dit ontstaan of deze toename van de omvang moet worden aangemerkt als een uitbreiding van de aanspraken zoals die ten tijde van het ingaan van de surseance (of van een niet op surseance aansluitend faillissement) al bestonden of in de rechtspositie van deze schuldeiser besloten lagen. 23-03-2018
- Hoge Raad Geen nietigheid verkrijging vordering door middel van stille cessie door advocaat van vordering waarover procedure later aanhangig is gemaakt bij rechtbank. Uitleg verkrijging in geval van stille cessie. Mogelijkheid tot contractuele afwijking wederkerig schuldenaarschap voor verrekening. Gezag van gewijsde arbitraal vonnis. 23-03-2018
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Rabobank heeft als huisbankier van de Midreth Groep in strijd gehandeld met haar bancaire zorgplicht (art. 2 lid 1 ABV) en onrechtmatig gehandeld jegens de aandeelhouders van de Midreth Groep door bij noodfinanciering zeer nadelige voorwaarden op te leggen aan de aandeelhouders. Rabobank heeft daarmee misbruik gemaakt van de noodsituatie waarin de Midreth Groep en de aandeelhouders zich bevonden. 27-03-2018
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Hoger beroep in zaak faillissementsfraude, verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedriegelijke bankbreuk en heeft als feitelijke leidinggever opzettelijk zonder vergunning beleggingsobjecten aangeboden. 15-03-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Na verkoop van roerende zaken behoudt de pandhouder zijn voorrecht, ook als deze per abuis eerder aan de curator heeft medegedeeld geen pandrecht te hebben. 13-03-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Geen aansprakelijkheid WSNP-bewindvoerder jegens gegadigde wegens het afbreken van een openbare biedingsprocedure ten aanzien van de onderneming van de schuldenaar. Toepasselijkheid Maclou-norm. Het volgt uit zowel het daartoe uitgebrachte verkoopprospectus als ook uit de afwezigheid van andere bindende regels, dat de bewindvoerder ter zake een grote mate van handelingsvrijheid toekwam. 27-02-2018
- Gerechtshof Amsterdam Strafrecht. Verdachte is veroordeeld voor bedrieglijke bankbreuk. Hij had geld overgemaakt naar privérekeningen. In hoger beroep houdt dit oordeel van de rechtbank stand. 27-02-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Het in weerwil van artikel 3:277 BW onbetaald laten van één enkele geverifieerde schuldeiser omdat de curator zich erop beroept dat betaling van deze schuldeiser krachtens de gekozen doorstartconstructie buiten de boedel om dient plaats te vinden, is zowel q.q. als pro se onrechtmatig. 30-01-2018
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Bezitloos pandhouder betwist bodemvoorrecht, omdat dit niet leidt tot uitdeling aan de fiscus maar enkel tot voldoening van faillissementkosten. 05-12-2017
- Gerechtshof Den Haag Het niet overnemen van een bestaande specialistische praktijk uit het faillissement van het Ruwaard van Putten ziekenhuis, terwijl deze praktijk vervolgens zonder vergoeding is doorgezet door de doorstartende partij, levert geen ongerechtvaardigde verrijking op nu deze verrijking wordt gerechtvaardigd door het belang van patiënten bij regionale medisch-specialistische zorg. 28-11-2017
- Gerechtshof Amsterdam Beroep op onder meer dwaling wordt in hoger beroep afgewezen. ING is niet toerekenbaar tekortgeschoten, heeft niet haar zorgplicht geschonden en heeft niet onrechtmatig gehandeld jegens appellant. 27-06-2017
- Gerechtshof Amsterdam Belangenafweging failliete werknemer en werkgever in niet door curator overgenomen geschil om hoogte loon. 28-02-2017
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam Het verzet tegen de faillietverklaring van de cv wordt ongegrond verklaard nu voldoende is gebleken van een opeisbare vordering en steunvorderingen en de schuldenaar zijn schulden niet meer betaalt. 15-03-2018
- Rechtbank Rotterdam Het verzet tegen de faillietverklaring van de bv wordt ongegrond verklaard nu voldoende is gebleken van een opeisbare vordering en steunvorderingen en de schuldenaar zijn schulden niet meer betaalt. 15-03-2018
- Rechtbank Gelderland De aansprakelijkstelling na de melding betalingsonmacht door de Belastingdienst is ongegrond. Het gestelde onbehoorlijk bestuur als oorzaak van de betalingsonmacht van de vennootschap is niet aannemelijk gemaakt. 07-03-2018
- Rechtbank Limburg Een pensioenuitkering valt niet onder het loonbegrip van artikel 40 lid 2 Fw. 07-03-2018
- Rechtbank Limburg Niet kan worden aanvaard dat de notaris was gehouden een projectontwikkelaar te waarschuwen voor risico’s verbonden aan de door hem gekozen financieringsvorm van zijn nieuwbouwprojecten. In zijn algemeenheid geldt dat een notaris, die per definitie werkzaam is in de juridische en niet in de economische/financiële sfeer, ervan mag uitgaan dat een projectontwikkelaar weet en begrijpt wat in voorkomend geval de inherente risico’s zijn van de gekozen financieringsstructuur. 07-03-2018
- Rechtbank Noord-Nederland Toewijzing verzoek tot herroeping van verleende surseance van betaling op grond van bedrog als bedoeld in artikel 390 jo. 382 sub a Rv. 07-03-2018
- Rechtbank Midden-Nederland De bestuurders van ROC Leiden kan geen ernstig verwijt worden gemaakt van het realiseren van deels commerciële nieuwbouw. Deze nieuwbouw was in het statutaire belang van ROC Leiden. De destijds door het bestuur gekozen opstelling als gedeeltelijke projectontwikkelaar kan worden begrepen vanuit de toenmalige context waarin deze plannen werden ontwikkeld, in het bijzonder de daarbij door de overheid opgelegde marktwerking in het hoger onderwijs. 28-02-2018
- Rechtbank Rotterdam Achmea stelt bestuurder aansprakelijk die niet aan Achmea heeft gemeld dat de bankrekening op naam van zijn vennootschap was gesteld, in plaats van de partij voor wie de betalingen bedoeld waren. Bestuurder heeft geprofiteerd van onrechtmatig handelen en geen toezicht gehouden op bankrekening. 28-02-2018
- Rechtbank Gelderland Bestuurdersaansprakelijkheid voor het sluiten van overeenkomsten zonder financieringsvoorbehoud terwijl dit voorbehoud eerder wel werd gemaakt. Hierdoor heeft de bestuurder de indruk gewekt dat de financiering rond was en heeft de bestuurder zijn contractspartij bewogen voor zijn project verplichtingen aan te gaan die zijn ondernemingen niet konden betalen. 21-02-2018
- Rechtbank Gelderland Bestuurdersaansprakelijkheid wegens het niet voldoen aan de kerntaak van het voeren van een deugdelijke administratie. Hierdoor, en ook omdat de bestuurder heeft nagelaten inzicht te geven in de vermogenspositie van de vennootschap op dat moment, ontbreekt een ijkpunt voor het ontzenuwen van het verwijt dat de bestuurder kenbaar wist dat de vennootschap de door haar aangegane verbintenissen niet kon nakomen. Voorts is hij tekortgeschoten in zijn taken van vereffenaar en heeft hij de schulden te lang op hun beloop gelaten. 21-02-2018
- Rechtbank Den Haag Betaling na datum faillissement van bankrekening gefailleerde met negatief saldo omvat geen handeling die het onder het faillissement vallend vermogen raakt. Geen strijd met artikel 23 Fw; afwijzing vordering curator tot terugbetaling. 19-02-2018
- Rechtbank Gelderland Faillissementspauliana bij de verkoop van een bedrijfspand: het bewijzen van benadeling en wetenschap door de curator. 14-02-2018
- Rechtbank Amsterdam Naar het oordeel van de rechtbank kwalificeert een bitcoin gezien haar overdraagbaarheid en waarde als een vermogensrecht in de zin van artikel 3:6 BW, zodat een vordering tot betaling in bitcoin dus valt te beschouwen als een vordering die voor verificatie in aanmerking komt. 14-02-2018
- Rechtbank Den Haag Zo de reisafstand van de feitelijke vestigingsplaats naar de statutaire vestigingsplaats van de vennootschap een bezwaar is, komen de gevolgen daarvan voor rekening en risico van de vennootschap. Het is immers de keuze van verweerster geweest haar statutaire zetel te vestigen en te houden in een arrondissement op aanzienlijke afstand van haar feitelijke vestigingsplaats. Een eventueel daarop gegrond aanhoudingsverzoek ter zake van de aanvraag van het faillissement kan daarom niet worden toegewezen. 13-02-2018
- Rechtbank Rotterdam Bestuurdersaansprakelijkheid wegens niet terugbetalen onverschuldigd betaalde dubbele bemiddelingsvergoeding. 22-12-2017