Naar boven ↑

Update

Nummer 15, 2019
Uitspraken van 25-11-2019 tot 05-12-2019
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliƫl, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Hoge Raad 22 november 2019, INS 2019-0178, X Holding/Heijmans Infra
Een schuldenaar heeft door middel van een pandakte met pandlijst vorderingen verpand. De vraag die voorligt bij de Hoge Raad is of een wel bestaande, maar niet op de pandlijst opgenomen vordering stil is verpand. De pandnemer stelt zich op het standpunt dat de akte uitgelegd moet worden op basis van de partijbedoelingen (Haviltex). De Hoge Raad maakt een onderscheid tussen de uitleg van een pandakte en het vereiste dat de pandakte ten tijde van de verpanding de te verpanden vordering in voldoende mate bepaalt (art. 3:84 lid 2 jo. 3:98 BW). De Hoge Raad oordeelt dat de bedoeling van partijen bij de pandakte voor de beoordeling of is voldaan aan het bepaaldheidsvereiste niet relevant is, voor zover die bedoeling niet aan de hand van gegevens in de akte zelf, eventueel achteraf, kan worden vastgesteld.

Rechtbank Rotterdam 20 november 2019, INS 2019-0179
Eiser stelt dat hij schade heeft geleden wegens funderingswerkzaamheden aan een belendend pand. De aannemer die deze werkzaamheden heeft verricht, is inmiddels failliet. Eiser heeft derdenbeslag gelegd ten laste van de aannemer. In een kort geding tot opheffing van de gelegde beslagen heeft Delta Lloyd, de CAR-verzekeraar van de aannemer, verklaard dat zij dekking zal verlenen als de aannemer aansprakelijk is jegens eiser. De voorzieningenrechter heeft de beslagen opgeheven onder de overweging dat de verklaringen van Delta Lloyd voldoende aannemelijk maken dat een vordering van eiser niet ingediend hoeft te worden in faillissement. Delta Lloyd weigert uit te keren, omdat zij op basis van de voorwaarden geen plicht heeft rechtstreeks aan eiser uit te keren. De rechtbank oordeelt dat eiser Delta Lloyd wél rechtstreeks mag aanspreken, omdat eiser erop mocht vertrouwen dat Delta Lloyd schadevergoeding rechtstreeks aan haar zou uitkeren. Delta Lloyd wist immers dat eiser wilde voorkomen dat de vordering in een eventueel faillissement van de aannemer zou vallen. Tegen die achtergrond is de eerder genoemde verklaring opgesteld.

Kantonrechter Den Haag 19 november 2019, INS 2019-0176, Sissy Boy
De curatoren van Sissy Boy vorderen een verklaring voor recht dat de opzegging van een huurovereenkomst van winkelruimte door de verhuurder nietig is, dan wel dat aan de opzegging geen effect toekomt. Daarnaast vorderen zij primair indeplaatsstelling door de doorstarter en subsidiair medewerking tot overname van de huurovereenkomst. De kantonrechter oordeelt dat de belangen van de verhuurder niet ondergeschikt zijn aan maatschappelijke belangen van een doorstart van Sissy Boy. Nu in de plaats waar het pand is gelegen voldoende mogelijkheid is om andere winkelruimte te vinden, kan de werkgelegenheid ook behouden blijven als de huur niet wordt voortgezet. De vorderingen van de curatoren worden afgewezen.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank