Naar boven ↑

Update

Nummer 8, 2019
Uitspraken van 29-07-2019 tot 28-08-2019
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijzen wij u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 13 augustus 2019, INS 2019-0100
Twee kopers hebben trucks gekocht van een vennootschap, maar de koopprijs per abuis overgemaakt naar een failliete dochtervennootschap. De indirect bestuurder van de failliete dochtervennootschap stort de koopprijs door naar de verkoper, maar de curator vordert terugbetaling op grond van artikel 23 Fw. Tegelijk weigert de curator het aan de failliete vennootschap betaalde bedrag terug te geven aan de kopers, omdat naar de mening van de curator geen sprake is van een onmiskenbare vergissing. In de hoofdzaak worden de kopers veroordeeld een deel van de koopprijs te voldoen aan de verkoper, in vrijwaring wordt de curator pro se aansprakelijk gehouden tegenover de kopers omdat hij in strijd met vaste jurisprudentie van de Hoge Raad het onverschuldigd betaalde bedrag niet heeft terugbetaald als superpreferente boedelvordering.

Rechtbank Rotterdam 31 juli 2019, INS 2019-0088, Van der Duijn Schouten q.q./IJssel Accountants
De curator doet een geslaagd beroep op pauliana en onverschuldigde betaling, omdat in het zicht van faillissement een factuur is betaald aan een gelieerde partij (een van de gedaagden) en het banksaldo zonder rechtsgrond via een tussenschakel naar dezelfde partij is overgemaakt. De rechtbank overweegt dat gedaagden hebben gehandeld in strijd met hun verplichting van artikel 21 Rv om de relevante feiten volledig en naar waarheid aan te voeren en verbindt daaraan de gevolgtrekking dat in beginsel niet kan worden vertrouwd op de juistheid van de door hen ingenomen stellingen.

Rechtbank Oost-Brabant 10 juli 2019, INS 2019-0078, Van der Meer q.q./X
Deze zaak gaat over het veiligstellen van de administratie van een failliete vennootschap door de curator op grond van artikel 92 Fw. Aan de orde zijn de vragen of de curator e-mails kan opvragen wanneer door de failliet een e-mailextensie is gebruikt die eigendom is van een derde en hoe het zit het met e-mailcorrespondentie van de failliet die verweven is met e-mailcorrespondentie die behoort tot de administratie van derden. De conclusie die getrokken kan worden uit deze uitspraak, is dat de bevoegdheden van de curator in het kader van het veiligstellen van de administratie redelijk ver gaan.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Hoofdredactie INS Updates
Manuel Lokin en Erik de Kloe

Hof

Rechtbank