Update
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.
Rechtbank Limburg 24 december 2019, INS 2020-0008 (met wenk)
Een dag voor kerst wijst de rechtbank een vonnis waarin een bestuurder op vordering van de curator van MS42 B.V. veroordeeld wordt tot betaling van het boedeltekort en een bestuursverbod voor de duur van drie jaar opgelegd krijgt. Nu de jaarrekening over 2014 tot en met 2016 niet is gedeponeerd en de boekhoudplicht is geschonden, staat kennelijk onbehoorlijke taakvervulling vast en wordt vermoed dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. De bestuurder heeft dit bewijsvermoeden niet weerlegd, omdat zijn stellingen, waaronder de stelling dat het faillissement is veroorzaakt door de crisis in de bouw, onvoldoende zijn onderbouwd. Omdat de bestuurder naar het oordeel van de rechtbank ernstig is tekortgeschoten in zijn medewerkingsplicht (art. 105a Fw) en inlichtingenplicht (art. 105 Fw), wordt hem een bestuursverbod opgelegd voor de duur van drie jaar.
Gerechtshof Den Haag 17 december 2019, INS 2020-0012
Korte tijd nadat een vennootschap veroordeeld is tot betaling van achterstallig loon aan een werknemer, is de vennootschap op eigen aangifte failliet verklaard. De werknemer betrekt de holding, de indirect bestuurder en de verkrijger van de onderneming die gedreven werd door de failliete vennootschap in rechte. De stelling van de werknemer dat misbruik is gemaakt van faillissementsrecht omdat het faillissement hoofdzakelijk is aangevraagd met het doel om aan betaling van de loonaanspraken te ontkomen, wordt verworpen. Ook de bestuurdersaansprakelijkheidsvordering wordt verworpen, omdat sprake was van betalingsonmacht. De (indirect) bestuurder treft daarom geen ernstig verwijt voor het onbetaald laten van de loonvordering. Wel oordeelt het hof dat de onderneming vóór faillissement is overgenomen door de verkrijger. Nu hiermee ook de verplichting tot betaling van (achterstallig) loon is overgegaan op de verkrijger (art. 7:663 BW), wordt de verkrijger veroordeeld tot betaling van het achterstallige loon.
Vzr. Rechtbank Amsterdam 12 december 2019, INS 2020-0007, Achter de Hoven en Vamos/SLS Investment
Achter de Hoven Vastgoed B.V. en Vamos Vastgoed B.V. hebben een lening van € 1,25 miljoen verstrekt aan SLS Investment. Met deze lening is een onroerende zaak aangekocht. Op dezelfde datum is een recht van hypotheek gevestigd op de onroerende zaak ten gunste van de leninggevers. Daarnaast is het registergoed op dezelfde dag verkocht aan de leninggevers voor € 1,25 miljoen onder de opschortende voorwaarde van voortijdige opeising van de lening. De voorzieningenrechter oordeelt dat de voorwaardelijke koopovereenkomst nietig is wegens strijd met het toe-eigeningsverbod van artikel 3:235 BW. De overeenkomst is niet in strijd met het fiduciaverbod, omdat de voorwaardelijke koopovereenkomst niet strekt tot een zekerheidsoverdracht maar de strekking heeft om het registergoed in het vermogen van de verkrijger te doen vallen.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.
Met vriendelijke groet,
Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates
Hoge Raad
- Hoge Raad Rabobank onderbouwt een beroep op pauliana met de stelling dat een schip voor een te lage prijs is verkocht. Door te oordelen dat het beroep op pauliana slaagt omdat de koopprijs niet beschikbaar is voor verhaal door schuldeisers, is het hof buiten de rechtsstrijd getreden. 20-12-2019
- Hoge Raad Hoewel de rechter-commissaris een voordracht tot tussentijdse beëindiging van de WSNP heeft gedaan, moet de bewindvoerder worden aangemerkt als de in hoger beroep in het ongelijk gestelde partij omdat de bewindvoerder de voordracht heeft verzocht. De bewindvoerder is ontvankelijk in zijn cassatieberoep. 13-12-2019
- Hoge Raad De Hoge Raad casseert op een aantal punten een uitspraak in beroep over verkorting van de looptijd van de schuldsanering. Terughoudende toetsing is niet op zijn plaats, de rechtbank heeft gehandeld in strijd met het beginsel van hoor en wederhoor en de R-C heeft ten onrechte zijn zienswijze gegeven in beroep. 13-12-2019
- Hoge Raad Voor hoger beroep en cassatie tegen een beslissing op een verzoek tot wijziging van de termijn van de schuldsanering is geen griffierecht verschuldigd. 13-12-2019
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch ABN AMRO heeft een pandrecht op vordering van Co-Packing op appellante. Appellante heeft niet onrechtmatig gehandeld door vóór openbaarmaking van het pandrecht haar schulden te voldoen door middel van betaling van voortgangscrediteuren van Co-Packing. 24-12-2019
- Gerechtshof Den Haag De werknemer van een failliete vennootschap, waarvan de onderneming reeds vóór faillietverklaring is overgegaan in de zin van artikel 7:662 lid 2 BW, is wegens artikel 7:663 BW van rechtswege in dienst getreden van de verkrijger. 17-12-2019
- Gerechtshof Den Haag Bestuurdersaansprakelijkheid voor overdracht onderneming zonder reële tegenprestatie. 10-12-2019
- Gerechtshof Den Haag Geen onbelangrijk verzuim, maar (indirect) bestuurder ontkomt aan aansprakelijkheid door een andere oorzaak van het faillissement aannemelijk te maken. Ook het beroep op artikel 2:9 en 6:162 BW faalt, omdat een onrechtmatige overheveling van de onderneming onvoldoende is onderbouwd. 12-11-2019
- Gerechtshof Den Haag Paulianavordering ex artikel 42 Fw ten aanzien van een pandovereenkomst wordt ook in hoger beroep afgewezen. De curator heeft de vordering onvoldoende onderbouwd, mede gelet op de uitgebreide betwisting door geïntimeerde. Ook de subsidiair gevorderde verklaring voor recht dat geïntimeerde onrechtmatig heeft gehandeld door haar pandrecht uit te winnen wordt afgewezen. 29-10-2019
- Gerechtshof Den Haag In hoger beroep blijft het oordeel in eerste aanleg in stand dat de curator een overdracht van een bedrijfspand terecht vernietigde. Het hof oordeelt dat sprake is van een transactie als bedoeld in artikel 42 Fw nu slechts bepaalde crediteuren hebben geprofiteerd van de transactie en niet duidelijk is gemaakt dat op het moment van het sluiten van de koopovereenkomst voldoende aannemelijk was dat de overige crediteuren alsnog zouden (kunnen) worden betaald. 22-10-2019
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Het hof komt niet terug van zijn eerdere oordeel dat een vordering die samenhangt met een gestand gedane overeenkomst kwalificeert als concurrente boedelvordering. Daarnaast krijgt de curator de opdracht ontbrekende informatie over de stand van de boedel te verschaffen. 08-01-2019
Rechtbank
- Rechtbank Limburg De DGA van MS42 B.V. wordt veroordeeld tot afgifte van administratie aan de curator. Ook is hij aansprakelijk op grond van artikel 2:248 BW. Tot slot wordt een bestuursverbod opgelegd voor de duur van drie jaar, omdat hij de medewerkings- en inlichtingenplicht heeft geschonden. Met wenk. 24-12-2019
- Rechtbank Amsterdam Een leningnemer heeft een registergoed verkocht aan de leninggever onder de opschortende voorwaarde van voortijdige opeising van de lening. Op het registergoed rustte tevens een recht van hypotheek ten gunste van de leninggever. De voorwaardelijke koopovereenkomst is nietig wegens strijd met het toe-eigeningsverbod van artikel 3:235 BW. 12-12-2019
- Rechtbank Gelderland Een belangrijke oorzaak van het faillissement is dat de DGA potentiële overnemers in de gelegenheid heeft gesteld de vennootschap te overladen met schulden. De DGA wordt veroordeeld tot betaling van het faillissementstekort. 21-06-2017