Update
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.
Rechtbank Overijssel 29 april 2020, INS 2020-0125
Solace, een thuiszorgorganisatie, is in 2015 failliet verklaard. De curator stelt de direct en indirect bestuurder aansprakelijk op grond van artikel 2:248, 2:9 en 6:162 BW. De curator stelt onder meer dat de pensioenpremie te laag is vastgesteld wegens onvolledige en onjuiste informatieverschaffing. Ook zijn ten onrechte forse premiekortingen geclaimd bij de Belastingdienst. De rechtbank wijst de vordering op grond van artikel 2:248 BW af, omdat het bestuur aannemelijk heeft gemaakt dat de bezuinigingen die volgden op de invoering van de WMO in 2015 het faillissement hebben veroorzaakt. Door deze bezuinigingen halveerde de omzet van Solace, terwijl de kosten gelijk bleven. De problemen met het pensioenfonds en de Belastingdienst, die werden veroorzaakt door het faillissement van de personeelsadministrateur en de boekhoudsoftware, hadden zonder invoering van de WMO tijdig opgelost kunnen worden. De rechtbank wijst om dezelfde reden de vorderingen op grond van artikel 2:9 en 6:162 BW af.
Hoge Raad 24 april 2020, INS 2020-0123
De curator van een failliete vennootschap gaat niet over tot beëindiging van het faillissement, hoewel de boedel van een failliete vennootschap voldoende middelen bevat om alle geverifieerde schulden volledig te voldoen. Twee bestuurders en aandeelhouders menen dat de curator het faillissement moet beëindigen en dienen een verzoek in bij de rechter-commissaris op grond van artikel 69 Fw. Zowel bij de rechter-commissaris als bij de rechtbank vangen de bestuurders bot. In cassatie stelt de Hoge Raad de bestuurders in het gelijk. Het faillissement heeft als doel de verdeling van het vermogen onder de schuldeisers. Als alle schulden betaald kunnen worden, moet de rechter-commissaris een uitkering bevelen op grond van artikel 179 Fw. Daarmee eindigt op grond van artikel 193 Fw het faillissement. Het staat de curator in zo’n geval niet vrij de vereffening voort te zetten. Indien de rechtbank geen andere vereffenaar benoemt en de statuten geen andere vereffenaar aanwijzen, zijn de bestuurders na beëindiging van het faillissement belast met de vereffening van het resterende vermogen van de rechtspersoon.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 2 april 2020, INS 2020-0129
Een failliete natuurlijke persoon komt in beroep tegen een verzekerde inbewaringstelling. Op grond van artikel 87 Fw is zij door de rechtbank in bewaring gesteld, omdat ze niet zou meewerken aan de verkoop van haar woning. De failliet meent dat zij vanwege de Coronacrisis haar woning niet mag verlaten en merkt daarbij op dat zij tot de risicoroep behoort. Het hof gaat hier niet op in, maar vernietigt wel de beschikkingen waarbij de inbewaringstelling is bevolen. Naar het oordeel van het hof is de inbewaringstelling niet proportioneel, omdat de failliet ook met minder vergaande middelen uit haar woning kan worden verwijderd als dat nodig is en zij zelf geen medewerking verleent.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.
Met vriendelijke groet,
Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates
Hoge Raad
- Hoge Raad De taak van een curator eindigt wanneer een curator alle geverifieerde schuldeisers 100% van hun vorderingen kan uitbetalen. Het staat de curator dan niet vrij zijn werkzaamheden voort te zetten ten behoeve van aandeelhouders of niet-geverifieerde schuldeisers. Een failliete bestuurder van een rechtspersoon blijft vertegenwoordigingsbevoegd. 24-04-2020
- Hoge Raad Verzet derde tegen bodembeslag. De Hoge Raad casseert de ongegrondverklaring van het verzet. Het hof heeft zijn oordeel dat de beslagen zaken zich bevinden op de bodem van de belastingplichtige onvoldoende gemotiveerd en is buiten de rechtsstrijd van partijen getreden. 24-04-2020
- Hoge Raad De Hoge Raad formuleert in de Heiploeg-kwestie na het Smallsteps-arrest opnieuw prejudiciƫle vragen aan het Hof van Justitie EU over de uitleg van artikel 5 lid 1 Richtlijn 2001/23/EG in het licht van de pre-pack. 17-04-2020
Hof
Rechtbank
- Rechtbank Den Haag Faillissement wordt na verzet door de Staat vernietigd. Er zou sprake zijn van een opzetje om aan lijfsdwang te ontkomen. Verzoeker en de schuldenaar worden hoofdelijk veroordeeld in de faillissementskosten. 30-04-2020
- Rechtbank Overijssel Geen aansprakelijkheid voor de bestuurders van thuiszorgorganisatie Solace. De rechtbank acht voldoende aannemelijk dat zware bezuinigingen als gevolg van de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning het gespecialiseerde Solace onevenredig zwaar hebben getroffen en de daarmee gepaard gaande omzetverliezen een belangrijke oorzaak van het faillissement vormen. 29-04-2020
- Rechtbank Overijssel Curator handelt niet onzorgvuldig omdat niet komt vast te staan dat eiser een vordering heeft op een dochtervennootschap van failliet waarvan de curator de activa verkocht en de opbrengst ervan aan de boedel liet toekomen. 29-04-2020
- Rechtbank Rotterdam Pluraliteit van schuldeisers is niet aannemelijk gemaakt met een beroep op oude jaarstukken. 28-04-2020
- Rechtbank Rotterdam (Indirect) bestuurders van een gefailleerde vennootschap aansprakelijk wegens selectieve betalingen en het in strijd met de statuten verhogen van de managementvergoeding van de (direct) bestuurder. 22-04-2020
- Rechtbank Den Haag De curator heeft onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld die de conclusie rechtvaardigen dat de bestuurders van hun handelwijze een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt. De inschakeling van de advocaat weegt voor dit oordeel zwaarder dan de omstandigheid dat naderhand over het paulianeuze karakter van de transactie weinig twijfel bestond. 19-02-2020