Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 12 mei 2020, INS 2020-0141
In overleg met de pandhouder en de fiscus heeft de curator van een metaalbewerkingsbedrijf bedrijfsinventaris verkocht. Een zustervennootschap stelt dat de curator hiermee onrechtmatig heeft gehandeld, omdat zij eigenaar zou zijn van de verkochte inventaris. Zij voert daartoe onder meer aan dat een deel van de inventaris aan haar is verkocht in een sale-and-lease-backovereenkomst. Het hof overweegt dat deze overeenkomst paulianeus is, omdat de koopprijs te laag was en de koopprijs niet is betaald. Het metaalbewerkingsbedrijf is dus nog steeds eigenaar van de inventaris. Ook indien de zustervennootschap wel eigenaar zou zijn is de curator niet aansprakelijk, omdat de volledige waarde van de goederen dan zou toekomen aan de pandhouder en mogelijk deels aan de fiscus.

Rechtbank Oost-Brabant 15 april 2020, INS 2020-0133
Een natuurlijk persoon is in 2013 failliet verklaard. Failliet is aandeelhouder en bestuurder Lamas B.V. Tijdens faillissement is onder meer de echtgenote van failliet een lening aangegaan van € 1 miljoen. De verstrekte lening is grotendeels doorgestort naar Lamas B.V. Van dit geld heeft Lamas B.V. gedurende faillissement een aantal aflossingen verricht op een oude schuld. De curator van failliet vordert de aflossingen terug van de begunstigde, omdat de lening feitelijk zou zijn verstrekt aan failliet. Subsidiair stelt de curator dat failliet vereenzelvigd moet worden met Lamas B.V. De rechtbank wijst de vordering van de curator af. De lening is ten goede gekomen aan Lamas B.V. en de aflossingen zijn verricht ten laste van het vermogen van deze vennootschap. Hiermee valt de lening niet in de boedel van failliet en zijn de aflossingen niet verricht ten laste van het vermogen van failliet. Voor vereenzelviging is geen plaats, omdat geen sprake is van meerdere rechtspersonen en onvoldoende is gebleken van uitzonderlijke omstandigheden.

Rechtbank Amsterdam 18 maart 2020, INS 2020-0134
Rotendo Invest B.V. is in 2015 failliet verklaard. De beide aandeelhouders van Rotendo, Riamo en DPH, zijn al langere tijd in een hevige juridische strijd verwikkeld. Riamo is in 2013 geschorst en ontslagen als bestuurder van Rotendo. De schorsing is bevestigd door de Ondernemingskamer. Op het moment dat DPH wegens een faillissement in een machtsvacuüm verkeert, roept Riamo een algemene vergadering bijeen. Tijdens deze AV wordt DPH ontslagen als bestuurder en Riamo tot bestuurder benoemd. De rechtbank vernietigt deze besluiten, omdat de besluiten in strijd met de redelijkheid en billijkheid van artikel 2:8 BW tot stand zijn gekomen. Vanwege het faillissement van Rotendo heeft Riamo een beperkt belang bij de besluiten. Vermoedelijk zijn de besluiten genomen met het doel Rotendo na afwikkeling van het faillissement te gebruiken als vehikel om te procederen tegen DPH. Dit is echter geen rechtens te respecteren belang, terwijl DPH er belang bij heeft dat zij niet met nieuwe procedures en kosten wordt geconfronteerd.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates