Naar boven ↑

Update

Nummer 12, 2020
Uitspraken van 29-05-2020 tot 11-06-2020
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliƫl, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Hoge Raad 29 mei 2020, INS 2020-0149
Twee bestuurders worden aansprakelijk gesteld, omdat de vennootschappen waarvan zij bestuurder zijn een vordering uit hoofde van onverschuldigde betaling van meer dan € 1,6 miljoen onbetaald laten. In eerste aanleg is de vordering tegen de bestuurders afgewezen. In hoger beroep heeft de wederpartij haar grondslag toegespitst op bestuurdersaansprakelijkheid. Het hof heeft de vordering tegen de bestuurders toegewezen, omdat de bestuurders niet zouden hebben verklaard waar het onverschuldigd betaalde bedrag is gebleven en geen verweer zouden hebben gevoerd tegen de stellingen van de wederpartij dat de bestuurders gelden hebben weggesluisd. De Hoge Raad casseert, omdat de bestuurders reeds in eerste aanleg hebben toegelicht wat zij met de ontvangen bedragen hebben gedaan. In deze stellingen ligt besloten dat zij ook strekken ter betwisting van de verwijten die aan de bestuurders zijn gemaakt. Gelet op de devolutieve werking van het hoger beroep had het hof deze stellingen bij zijn oordeel moeten betrekken.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 26 mei 2020, INS 2020-0155, Curatoren Hakenbergconcern/Rabobank
De curatoren van het Hakenbergconcern stellen Rabobank aansprakelijk. Rabobank zou het door haar verstrekte krediet ongeoorloofd hebben ingeperkt, wat geleid zou hebben tot het faillissement van de groepsvennootschappen. Het hof oordeelt dat de curatoren in eerste instantie ten onrechte bestuurdersaansprakelijkheid aan hun vorderingen ten grondslag hebben gelegd. Ook de Peeters/Gatzen-vordering kan niet toegewezen worden, omdat niet is gesteld dat de gezamenlijke schuldeisers zijn benadeeld. Een eiswijziging wordt afgewezen, omdat deze te laat is ingesteld. Ten overvloede overweegt het hof dat de kredietinperking niet onrechtmatig was, omdat deze was gebaseerd op gemaakte afspraken. Daarnaast hebben de curatoren onvoldoende onderbouwd waarom de kredietinperking het faillissement veroorzaakt zou hebben. Naar het oordeel van het hof werd het faillissement veroorzaakt door de grote financiële problemen van de vennootschappen.

Rechtbank Noord-Holland 27 mei 2020, INS 2020-0154
Zurich Insurance plc vraagt opnieuw het faillissement aan van STC, Swanink Techniek Coevorden B.V. Eerder had de rechtbank het faillissement van STC al uitgesproken, maar was het faillissement vernietigd door het Hof Arnhem-Leeuwarden. In cassatie heeft de Hoge Raad de uitspraak van het hof in stand gelaten. De rechtbank overweegt dat, hoewel het civiele gezag van gewijsde geen rol speelt in de faillissementsprocedure, het herhaalde verzoek in strijd is met het systeem van het burgerlijk procesrecht. Zurich voert geen nieuwe feiten aan en wenst in feite dat de rechtbank de uitspraak van het hof onderuithaalt en anders beslist. De rechtbank doet dat niet en verklaart Zurich niet-ontvankelijk in haar faillissementsverzoek.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank