Update
Annotatie bij Gerechtshof Amsterdam 26 mei 2020, INS 2020-0166
Naar het oordeel van het hof strekt een hypotheekrecht dat in 1983 is gevestigd niet tot zekerheid van een krediet dat in 2004 is verstrekt. Het hof kijkt daarbij naar de bedoeling van partijen op het moment dat de vordering is ontstaan. Tom Booms is in zijn annotatie kritisch op dit oordeel. Hij betoogt dat de vraag tot zekerheid van welke vordering een hypotheekrecht strekt, wordt bepaald door wat partijen bij de vestiging ervan zijn overeengekomen, niet door wat partijen beoogden bij het ontstaan van de vordering. Klik hier om de annotatie te lezen.
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.
Gerechtshof Den Haag 9 juni 2020, INS 2020-0169, Rabobank/Ten Berge q.q. c.s.
Een gefailleerde VOF is lid van de bloemenveilingcoöperatie Flora Holland. De VOF heeft een vordering op de coöperatie uit hoofde van een participatierekening en een verstrekte ledenlening. De statuten bevatten een onoverdraagbaarheidsbeding. De eerste rechtsvraag waarop het hof antwoord geeft, is of een onoverdraagbaarheidsbeding impliceert dat ook verpanding is uitgesloten. Volgens het hof is dat niet het geval. Het uitgangspunt is dat een onoverdraagbaarheidsbeding verpanding niet uitsluit, tenzij uit de formulering blijkt dat ook onverpandbaarheid is beoogd. De tweede rechtsvraag die wordt beantwoord, is of de vorderingen van de VOF ten tijde van de faillietverklaring toekomstig waren. Hierover oordeelt het hof dat de vordering uit hoofde van de participatierekening toekomstig was, omdat uit de statuten blijkt dat slechts betaling plaatsvindt nadat de algemene vergadering daartoe heeft besloten op voorstel van het bestuur. De vordering uit hoofde van de ledenlening was niet toekomstig, omdat de aanspraak tot terugbetaling van de ledenlening reeds bestond op basis van de statuten.
Rechtbank Den Haag 29 mei 2020, INS 2020-0170
ABN AMRO heeft een pandrecht op de vorderingen van een failliete vennootschap. De bank heeft de curator verzocht een brief af te geven waarin de debiteuren te kennen wordt gegeven dat zij bevrijdend kunnen betalen aan de pandhouder, omdat dit de incasso van de vorderingen bespoedigt. De curator heeft dit verzoek afgewezen. Daarnaast heeft de curator de bank een termijn gesteld waarbinnen de bank de vorderingen geïnd moet hebben. De bank dient een artikel 69-verzoek in. Naar het oordeel van de rechter-commissaris is de curator niet gehouden de debiteuren ervan te overtuigen dat zij aan de pandhouder kunnen betalen. Wel verbiedt de rechter-commissaris de curator om na ommekomst van de termijn over te gaan tot inning van de vorderingen. Weliswaar is de bank niet altijd voortvarend te werk gegaan, maar zij heeft zich niet gedragen als een talmende separatist. De inning is een tijdrovend klus, omdat veel debiteuren zich in het buitenland bevinden en veel vorderingen inhoudelijk worden betwist.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.
Met vriendelijke groet,
Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Den Haag Proefprocedure tussen bank en curator. Volgens het hof is uitgangspunt dat een onoverdraagbaarheidsbeding niet tevens verpanding uitsluit, tenzij uit objectieve uitleg volgt dat (ook) onverpandbaarheid is beoogd. De vordering uit een participatiereserve is toekomstig in de zin van artikel 35 lid 2 Fw, omdat voor het ontstaan daarvan een wilsverklaring van de coöperatie is vereist en daar op faillissementsdatum nog geen sprake van was. 09-06-2020
- Gerechtshof Den Haag De curator vordert van de bestuurder en diens echtgenoot in privé betaling van een aan ABN Amro verpande rekening-courantvordering. De curator blijkt niet inningsbevoegd te zijn. Verder is een deel van de verkoopopbrengst van een bedrijfspand in mindering gebracht op de privéfinanciering van de bestuurder en diens echtgenote. De curator slaagt er niet in deze transactie met een beroep op de faillissementspauliana aan te tasten. 02-06-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden IVO is niet van toepassing op een vordering tot afgifte van onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaken. De vordering vindt niet haar grondslag in het insolventierecht en vloeit niet rechtstreeks voort uit de insolventieprocedure. Artikel 10 IVO schept geen rechtsmacht, maar is een materieelrechtelijke bepaling. 02-06-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Indien een bestuurder zijn vennootschap ademruimte wil bieden door bepaalde kosten niet in rekening te brengen vanwege de benarde financiële positie waarin de vennootschap verkeert, dient hij ofwel deze kosten kwijt te schelden, ofwel de (steeds oplopende) betalingsverplichtingen op te nemen in de jaarrekening en boekhouding. Achteraf aanzienlijke kosten in rekening brengen (waarmee geen rekening is gehouden in de boekhouding of jaarrekening) is een schending van artikel 2:10 BW. 26-05-2020
- Gerechtshof Amsterdam Een hypotheekrecht dat is gevestigd in 1983, strekt niet tot zekerheid van een krediet dat is verstrekt in 2004. In de annotatie onder het arrest is de auteur kritisch over dit oordeel. 26-05-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Bestuurdersaansprakelijkheid. Na vernietiging van een vonnis van de rechtbank kan de vennootschap het op basis van dit vonnis ontvangen bedrag niet terugbetalen. De bestuurders hadden dit bedrag moeten reserveren, temeer nu het bedrag is besteed aan onverplichte betalingen. 12-05-2020
- Gerechtshof Amsterdam Arrest na verwijzing door de Hoge Raad. De kopers van een herenwoning zijn de eerste termijn van de aanneemsom verschuldigd. Zij beroepen zich echter terecht op verrekening, omdat zij een hogere prijs moesten betalen voor het afbouwen van de woning doordat de curator de aanneemovereenkomst niet gestand heeft gedaan. 21-04-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Incidentele vordering tot zekerheidstelling voor executie van een vonnis in eerste aanleg wordt afgewezen. Omdat de boedel ontoereikend is om een bankgarantie te stellen, zou toewijzing van de vordering er mogelijk toe leiden dat de curator het vonnis niet (meer) kan executeren. 14-04-2020
- Gerechtshof Amsterdam Het beroep van de curatoren op artikel 42 Fw faalt. Schuldeisers zijn niet benadeeld door de overdracht van vorderingen op en aandelen in Almere City. De vorderingen en aandelen vertegenwoordigden ten tijde van de overdracht geen waarde. 10-03-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Geturboliquideerde vennootschap is ontvankelijk in haar verzet, omdat de dagvaarding is uitgebracht op het moment dat de vennootschap nog bestond. 21-01-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Met een vordering ex artikel 479a Rv, een mogelijke vordering uit onrechtmatige daad en aandelen in enkele vennootschappen is voldoende aannemelijk dat crediteuren in het faillissement betere uitzichten hebben dan met het aangeboden akkoord. 20-01-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Incidentele vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis waarbij bestuurders zijn veroordeeld in het boedeltekort, wordt afgewezen. Het belang van de curator bij veiligstelling van vermogensbestanddelen van de bestuurders weegt zwaarder dan het restitutierisico van de bestuurders. 19-11-2019
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam Faillissement wordt na verzet vernietigd, omdat niet is gebleken van het vorderingsrecht van de aanvrager. Omdat de curator zich hangende het verzet onvoldoende terughoudend heeft opgesteld, wordt het salaris gematigd. De faillissementskosten worden voor 75% ten laste van de aanvrager gebracht en voor 25% ten laste van de schuldenaar. 15-06-2020
- Rechtbank Limburg Bevoegdheidsincident. Vordering van curator met grondslag onverschuldigde betaling vloeit niet voort en hangt niet samen met in Duitsland geopende insolventieprocedure. De rechtbank acht zich daarom bevoegd. 03-06-2020
- Rechtbank Den Haag Artikel 69 Fw-verzoek. Curator hoeft geen brief af te geven aan de debiteuren ten behoeve van de openbaar pandhouder. Gestelde termijn ex artikel 58 Fw heeft geen rechtsgevolg, omdat pandhouder niet talmt. 29-05-2020
- Rechtbank Rotterdam Bestuurder is wegens betalingsonwil aansprakelijk jegens een schuldeiser, omdat hij is overgegaan tot turboliquidatie terwijl de vennootschap nog baten had die – bij vereffening – hadden kunnen worden aangewend om de vordering van schuldeiser volledig te voldoen. 15-05-2020
- Rechtbank Rotterdam Bestuurder is niet aansprakelijk voor huurachterstand. Bij het aangaan van de huurovereenkomst is voldoende en geen onjuiste informatie verschaft. Er is ook geen sprake van onrechtmatige selectieve betaling. 22-04-2020
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant De direct en indirect bestuurder van een geturboliquideerde vennootschap zijn aansprakelijk tegenover een voormalig werknemer vanwege de groepsstructuur. De kosten kwamen ten laste van de vennootschap, terwijl de moedervennootschap de inkomsten ontving. 25-03-2020