Update
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.
Hoge Raad 13 november 2020, INS 2020-0306, UTB Holding/Glencore
In het faillissement van Zalco wordt (nog steeds) geprocedeerd over de vraag of aluminium dat zich in elektrolyseovens bevindt al dan niet bestanddeel is van de ovens. Dit is van belang, omdat de ovens worden nagetrokken door de grond en het aluminium onderdeel uitmaakt van een onroerende zaak als het wordt nagetrokken. In dat geval is het pandrecht van Glencore op het aluminium vervallen. De Hoge Raad overweegt dat een zaak op grond van artikel 3:4 lid 2 BW alleen als bestanddeel kan worden aangemerkt als zij met de hoofdzaak fysiek is verbonden. Het hof is hier kennelijk van uitgegaan omdat het aluminium alleen met hak- en breekwerk uit de oven kon worden verwijderd, maar daarmee is fysieke verbondenheid niet gegeven. Mocht het verwijzingshof oordelen dat sprake is van fysieke verbondenheid, dan moet de vraag worden beantwoord of de zaak niet van de hoofdzaak kan worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis wordt toegebracht aan een van die zaken. Bij het antwoord op die vraag gaat het om fysieke beschadiging. Het hof heeft ten onrechte de vermogensrechtelijke gevolgen in zijn afweging betrokken.
Hoge Raad 13 november 2020, INS 2020-0307, Curatoren Zalco/Glencore
In de kwestie die hiervoor is beschreven, hebben de curatoren van Zalco een termijn ex artikel 58 Fw gesteld aan pandhouder Glencore. Een laatste verzoek van Glencore tot verlenging van de termijn is afgewezen. De afwijzing van dit verzoek heeft (reeds in 2013) tot in cassatie standgehouden. Desondanks sluit de Hoge Raad aan bij het oordeel van het hof dat de curatoren misbruik van bevoegdheid hebben gemaakt door de termijn te handhaven. De voorwaarden die de curatoren stelden voor het uitoefenen van het pandrecht waren onredelijk, omdat hieraan niet voldaan kon worden. Ook hebben de curatoren het aluminium niet opgeëist na het verstrijken van de termijn. Door Glencore aan de gestelde termijn te houden, is de boedel aansprakelijk voor de schade die Glencore daardoor heeft geleden. Overigens is de vraag of het pandrecht wel rustte op het aluminium niet aan de orde (zoals wel in de zaak hiervoor), omdat de curatoren het pandrecht reeds hebben erkend.
Gerechtshof Amsterdam 3 november 2020, INS 2020-0309
Nadat een vennootschap is geturboliquideerd, verzoekt de DGA de vereffening te heropenen in de zin van artikel 2:23c lid 1 BW. De reden voor heropening is dat de vennootschap eigenaar is van een onroerende zaak die verkocht en geleverd kan worden aan een derde. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en de DGA tot vereffenaar benoemd. De Ontvanger stelt beroep in, omdat de verjaring van een vordering niet zou zijn gestuit als de vennootschap was opgehouden te bestaan. Volgens de Ontvanger was de vennootschap niet opgehouden te bestaan, omdat de vennootschap op het moment van ontbinding nog eigenaar was van een onroerende zaak. Voor heropening van de vereffening is dan geen plaats. Het hof sluit zich hierbij aan en wijst het verzoek tot heropening alsnog af.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.
Met vriendelijke groet,
Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates
Hoge Raad
- Hoge Raad Pandhouder Glencore vordert een verklaring voor recht dat de curatoren van Zalco onrechtmatig jegens haar hebben gehandeld en veroordeling van de boedel tot vergoeding van de door haar dientengevolge geleden schade. Het hof wijst de vordering toe omdat curatoren misbruik hebben gemaakt van de termijnstelling ex artikel 58 Faillissementswet. Volgens de Hoge Raad is dit oordeel niet onbegrijpelijk. 13-11-2020
- Hoge Raad Een zaak kan op grond van artikel 3:4 lid 2 BW alleen dan als bestanddeel worden aangemerkt als zij met de hoofdzaak fysiek is verbonden. Bij de (daaropvolgende) beoordeling of de zaak niet van de hoofdzaak kan worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis wordt toegebracht aan een van die zaken, gaat het erom dat de fysieke (niet: de vermogensrechtelijke) gevolgen van afscheiding van betekenis zijn. 13-11-2020
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Nadat het faillissement van een vermeend werkgever is opgeheven bij gebrek aan baten, is een loonvordering van een werknemer bij eindvonnis toegewezen. Tegen dit eindvonnis is geen beroep ingesteld. De vermeend werkgever heeft daarom geen belang bij zijn beroep tegen een tussenvonnis waarin voor recht is verklaard dat de werknemer bij hem in dienst is getreden. 10-11-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Hof Arnhem-Leeuwarden merkt een ander dan de partij op wier naam een bankrekening is gesteld aan als de rechthebbende tot (het saldo op) die bankrekening. 03-11-2020
- Gerechtshof Amsterdam De vereffening van een vennootschap na turboliquidatie kan niet worden heropend, nu niet alsnog van een bate is gebleken omdat die bate er al die tijd is geweest. De vennootschap is blijven voortbestaan. 03-11-2020
- Gerechtshof Amsterdam Verplichting die failliet moet nakomen op straffe van lijfsdwang raakt de boedel niet; artikel 33 Fw mist toepassing. 28-10-2020
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Het hof vernietigt vonnis van faillietverklaring. Het faillissement is rauwelijks aangevraagd en bovendien buitenproportioneel gelet op het ingezette middel en het belang van de schuldenaar dat daardoor wordt geschaad. 22-10-2020
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch De Nederlandse rechter is onbevoegd kennis te nemen van een Wsnp-verzoek, omdat de schuldenaar in Belgiƫ woont en zijn eenmanszaak in Nederland een jaar daarvoor al is opgeheven. Onvoldoende omstandigheden aangevoerd om van het wettelijke vermoeden van artikel 3 lid 1 Insolventieverordening af te wijken. 17-09-2020
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam Verzoek tot ontslag van instantie op grond van artikel 27 lid 2 Fw wordt afgewezen. De reconventionele vordering is ingesteld op voorwaarde dat de vordering in conventie wordt toegewezen. Deze laatste vordering is geschorst op grond van artikel 29 Fw. De rechtbank verwijst de zaak daarom naar de parkeerrol, omdat de vordering niet verder beoordeeld kan worden. 11-11-2020
- Rechtbank Oost-Brabant Verlof tot het leggen van bewijsbeslag strekt zich niet uit tot het volledige faillissementsdossier 10-11-2020
- Rechtbank Noord-Holland Verzoek tot inzage in bepaalde bankrekeningen is op grond van artikel 843a Rv toewijsbaar. Verzoek tot inzage in eventuele andere (niet nader gespecificeerde) bankrekeningen is onvoldoende concreet. 28-10-2020
- Rechtbank Oost-Brabant Eiser vordert betaling van een geldsom onder een garantieovereenkomst. Nu de garant de betalingsverplichting niet nakomt, vordert eiser tevens betaling van de garant en haar bestuurder op grond van onrechtmatige daad. Rechtbank wijst de vordering ten aanzien van de garant toe op grond van de garantieovereenkomst. De vorderingen tegen de garant en de bestuurder op grond van onrechtmatige daad worden afgewezen. 23-09-2020