Naar boven ↑

Update

Nummer 3, 2020
Uitspraken van 23-01-2020 tot 06-02-2020
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Hoge Raad 17 januari 2020, INS 2020-0034
Een bestuurder van een vennootschap is niet persoonlijk aansprakelijk jegens een vennootschapsschuldeiser op de enkele grond dat die bestuurder het faillissement van de vennootschap heeft aangevraagd en daarna heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap één of meer andere schuldeisers heeft betaald met voorrang boven die vennootschapsschuldeiser. De aansprakelijkheid van de bestuurder moet, ook in dit soort gevallen van betalingen in het zicht van faillissement, beoordeeld worden aan de hand van de in de rechtspraak ontwikkelde maatstaf of het handelen van de bestuurder ten opzichte van de schuldeiser in de gegeven omstandigheden zodanig onzorgvuldig is dat hem daarvan persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt.

HR 17 januari 2020, INS 2020-0035, Curatoren/Banning c.s.
Banning heeft adviserende werkzaamheden verricht in het kader van de verkoop van een vliegtuig. De koopprijs van dit vliegtuig is niet betaald aan de verkopers, twee inmiddels failliete vennootschappen, maar aan een vennootschap die gelieerd is aan de verkopers. De curatoren van de verkopers spreken Banning en een advocaat die betrokken was bij de advisering aan op grond van onrechtmatige daad, omdat zij meegewerkt zouden hebben aan benadeling van de gezamenlijke schuldeisers, althans niet geprobeerd zouden hebben deze benadeling te voorkomen. Het hof heeft de vorderingen van de curatoren afgewezen en de Hoge Raad laat het arrest van het hof in stand. Naar het oordeel van de Hoge Raad hoeft een advocaat bij zijn dienstverlening met betrekking tot een voorgenomen financiële transactie geen rekening te houden met mogelijke belangen van derden, tenzij hij uit de hem door de cliënt verschafte gegevens of de overige omstandigheden van het geval redelijkerwijs behoort af te leiden dat zodanige, gerechtvaardigde, belangen door de van hem gevraagde dienstverlening op onaanvaardbare wijze kunnen worden geschaad. Het hof heeft dit kader op een juiste wijze toegepast.

Rechtbank Midden-Nederland 18 december 2020, INS 2020-0038
De controlerend accountant van Econcern (PwC) is naar het oordeel van de rechtbank niet aansprakelijk jegens een investeerder (tevens aandeelhouder) in verband met controlewerkzaamheden in de aanloop naar het faillissement. Weliswaar heeft de accountant onrechtmatig gehandeld jegens de investeerder en is de normschending toerekenbaar, maar de rechtbank wijst de vordering af omdat het causaal verband (het condicio sine qua non-verband) tussen de onrechtmatige daad en de gestelde schade ontbreekt.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank