Update
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.
Gerechtshof Den Haag 11 februari 2020, INS 2020-0052, Verhuurder/Curatoren PaperlinX
In het faillissement van PaperlinX vordert een verhuurder van bedrijfs- en kantoorruimte onder meer een verklaring voor recht dat de boedel rente verschuldigd is over haar boedelvordering. Het hof acht het niet nodig hierover prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad en doet de zaak zelf af. Betaling van rente is geen vordering die onder een van de categorieën uit Koot Beheer/Tideman q.q. valt. Voor zover de boedel ontoereikend is om een bepaalde vordering te voldoen, komt de curator in zijn hoedanigheid niet in verzuim te verkeren en is hij ook geen rente verschuldigd over een boedelschuld. Hetzelfde geldt ‘in beginsel’ ook zolang het voor de curator niet duidelijk is of er voldoende middelen zijn om een boedelvordering te voldoen. De gevorderde verklaring voor recht wordt afgewezen.
HvJ EU 30 januari 2020, INS 2020-0041, I.G.I. Srl/Cicenia c.s.
In een Italiaanse zaak worden prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie, om te achterhalen of het op grond van de Zesde richtlijn (82/891/EEG) is toegestaan een splitsing te vernietigen op grond van pauliana. Het Hof oordeelt dat artikel 12 van de Zesde richtlijn, waarin het recht van verzet is geregeld, niet in de weg staat aan vernietiging van een splitsing op grond van een paulianavordering die is ingesteld door een schuldeiser die geen gebruik maakt van de verzetmogelijkheid. Vernietiging op grond van pauliana is ook niet in strijd met artikel 19 van de Zesde richtlijn, waarin onder meer een limitatieve opsomming van vernietigingsgronden is opgenomen. Met nietigheid in de zin van artikel 19 wordt bedoeld dat de splitsing niet tot stand is gekomen. Omdat een vernietiging op grond van pauliana (ook in Italië) relatieve werking heeft, tast vernietiging wegens pauliana de geldigheid van de splitsing niet aan. Een geslaagd beroep op pauliana leidt er enkel toe dat de splitsing niet kan worden tegengeworpen aan de schuldeiser die de actio pauliana heeft ingesteld.
Rechtbank Oost-Brabant 24 januari 2020, INS 2020-0044
In een feitelijk zeer ingewikkelde zaak wordt langdurig geprocedeerd over afgifte van fietsen. Een verkoper heeft honderden fietsen verkocht aan eiseres en een inmiddels gefailleerde vennootschap. Omdat de koopprijs niet (volledig) is betaald, heeft de verkoper de verplichting tot levering van de fietsen opgeschort. Nadat een van de kopers is gefailleerd, heeft de curator de fietsen opgehaald bij degene die de fietsen in bewaring had voor een vermeend pandhouder. De voorzieningenrechter stelt dat de curator dit gedaan heeft, terwijl hij op basis van een aantal gepubliceerde vonnissen had kunnen weten dat de fietsen niet tot de boedel behoren. Een dag nadat de curator de fietsen heeft opgehaald, is een van de kopers veroordeeld tot afgifte van de fietsen aan de verkoper. De voorzieningenrechter overweegt dat de curator dit vonnis frustreert en in feite eigenrichting pleegt door niet mee te werken aan afgifte. De curator wordt veroordeeld de fietsen af te geven aan de verkoper.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.
Met vriendelijke groet,
Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates
Hof
- Gerechtshof Den Haag Vordering tot betaling van een boedelvordering wordt afgewezen, omdat vooralsnog onduidelijk is of de boedel toereikend is om alle boedelvordering te voldoen. Daarnaast oordeelt het hof dat de boedel geen rente verschuldigd is over een boedelvordering. Een renteverplichting vloeit niet voort uit de wet en is niet door de curator aangegaan. De curator handelt ook niet onrechtmatig door de boedelvordering niet direct te voldoen, omdat het voor de curator nog niet duidelijk is of de boedelvordering volledig kan worden voldaan. 11-02-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Een bestuurder wordt ontslagen uit de verzekerde inbewaringstelling, omdat het bevel door de rechtbank is verlengd terwijl de termijn van de inbewaringstelling reeds was verstreken. De bestuurder zit daarom zonder geldige titel gedetineerd. 11-02-2020
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Het hof acht de bestuurder aansprakelijk op grond van artikel 2:248 BW, nu de schending van de publicatieplicht vaststaat en geen sprake is van een onbelangrijk verzuim. De bestuurder kan het vermoeden niet weerleggen, omdat hij er niet in slaagt andere belangrijke oorzaken van het faillissement aannemelijk te maken. Ook de onttrekking van gelden aan de vennootschap voor privédoeleinden levert onbehoorlijk bestuur op. 04-02-2020
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Een curator vordert in zijn hoedanigheid van curator van de ene vennootschap dat het hem wordt toegestaan tussen te komen in een gerechtelijke procedure die speelt tussen twee andere vennootschappen, waarbij hij tevens curator is van de bestuurder van een van de procespartijen. De vordering tot tussenkomst is in eerste aanleg afgewezen, maar wordt in hoger beroep alsnog toegestaan omdat de curator belang heeft bij de tussenkomst. 04-02-2020
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Een curator verzoekt om een arrest waarbij de faillissementskosten ten laste van de wederpartij zijn gebracht aan te merken als een Europese Executoriale Titel (EET). Naar het oordeel van het hof is de EET-Vo hierop niet van toepassing. De curator heeft ook geen EET nodig, omdat het arrest op grond van artikel 32 IVO (herschikking) zonder verdere formaliteiten wordt erkend en ten uitvoer kan worden gelegd binnen de EU. 30-01-2020
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch In het faillissement van een incassobureau worden de bestuurder en haar echtgenoot aangesproken op grond van artikel 2:248 BW. Anders dan de rechtbank oordeelt het hof dat de echtgenoot aangemerkt kan worden als feitelijk beleidsbepaler (art. 2:248 lid 7 BW). De rechtbank had het aansprakelijkheidsbedrag gematigd tot € 30.000, maar het hof ziet geen grond voor matiging. 28-01-2020
- Gerechtshof Amsterdam Het hof oordeelt (anders dan de voorzieningenrechter) dat artikel 193 lid 3 Fw ook van toepassing is op failliete rechtspersonen. De vordering van de (middellijk) bestuurder tot afgifte van de administratie van een bv waarvan het faillissement inmiddels is beëindigd, wordt toegewezen. Uit de statuten volgt dat het bestuur optreedt als vereffenaar. Hierin ligt naar het oordeel van het hof besloten dat het bestuur bewaarder is in de zin van artikel 2:24 lid 1 BW. 10-12-2019
Rechtbank
- Rechtbank Noord-Holland Een schuldeiser komt op tegen de wijze waarop de curator inventaris en voorraden heeft verkocht. Hij wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep tegen de beschikking van de R-C op grond van artikel 176 lid 1 Fw en zijn beroep tegen de beslissing op een artikel 69-verzoek wordt afgewezen. Met wenk. 07-02-2020
- Rechtbank Rotterdam Gedupeerde beleggers verzoeken de faillietverklaring van een bestuurder van een Amerikaanse vennootschap. Het verzoek wordt toegewezen, omdat verzoekers een vordering op de bestuurder hebben op grond van onrechtmatige daad. De bestuurder heeft namelijk in strijd met artikel 2:65 Wft rechten van deelneming in een beleggingsinstelling aangeboden in Nederland zonder te beschikken over een vergunning van de AFM. 04-02-2020
- Rechtbank Rotterdam De eigen aangifte tot faillietverklaring van een bv wordt afgewezen. De vennootschap maakt misbruik van haar bevoegdheid tot eigen aangifte, omdat de vennootschap geen te executeren vermogen heeft. De uitspraak van de rechtbank is in strijd met jurisprudentie van de Hoge Raad. Met wenk. 30-01-2020
- Rechtbank Amsterdam Curatoren vorderen met succes afgifte van het controledossier van KPMG met betrekking tot failliet. De voorzieningenrechter bouwt voort op eerdere vergelijkbare uitspraken van dezelfde rechtbank en het Amsterdamse hof. Met wenk. 29-01-2020
- Rechtbank Rotterdam Na faillissement opgemaakt overzicht niet voldoende om stelling van curator dat administratieplicht (art. 2:10 BW) is geschonden te weerspreken; beroep op 'marktomstandigheden' als andere belangrijke oorzaak faillissement faalt. 29-01-2020
- Rechtbank Oost-Brabant Vordering tot afgifte van fietsen jegens de curator toegewezen. Anders dan de curator stelt, heeft hij de fietsen niet in de boedel aangetroffen maar heeft hij de fietsen, hangende een procedure, actief opgeëist en opgehaald bij de vermeend pandhouder, terwijl hij moest weten dat de vermeende pandhoudster op grond van artikel 57 Fw niet tot afgifte verplicht was. Door in weerwil van het vonnis van 15 november 2019 niet tot afgifte van de fietsen over te gaan, frustreert de curator de uitvoering van het vonnis van 15 november 2019 en pleegt hij daarmee in feite eigenrichting. 24-01-2020
- Rechtbank Rotterdam Een natuurlijk persoon is niet-ontvankelijk in zijn faillissementsaanvraag, omdat hij geen te executeren vermogen heeft. 21-01-2020
- Rechtbank Amsterdam De curatoren van VDH, de moedervennootschap van modeketen Witteveen, verzoeken het faillissement uit te spreken van een dochter van VDH. De rechtbank wijst het verzoek af, omdat VDH slechts vordering onder opschortende voorwaarde heeft en aan de voorwaarde niet is voldaan. De rechtbank oordeelt dat de vordering niet op grond van de overeenkomst opeisbaar is omdat het faillissement van de dochter is aangevraagd. Nu de curatoren zelf de vervulling van deze voorwaarde hebben veroorzaakt, moet deze voorwaarde als niet vervuld worden beschouwd. 10-01-2020
- Rechtbank Amsterdam Als bewijs van de registratie van een pandakte legt ING een aan de pandakte gehecht KvK-uittreksel over waarop een stempel van de Belastingdienst staat. Weliswaar staat vast dat iets is geregistreerd, maar niet dat de pandakte is geregistreerd. 08-01-2020