Update
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.
Rechtbank Amsterdam 21 februari 2020, INS 2020-0072
Het verzoek om een geturboliquideerde vennootschap failliet te verklaren wordt afgewezen, omdat de vennootschap naar het oordeel van de rechtbank geen baten heeft. Verzoekster meent dat de vennootschap wel (potentiële) baten heeft, omdat de bestuurders aansprakelijk gesteld zouden kunnen worden op grond van artikel 2:248 BW nu de publicatietermijn over boekjaar 2016 met een maand is overschreden. De rechtbank overweegt dat sprake is van een onbelangrijk verzuim, omdat de overschrijding het gevolg is van de wetswijziging waarbij de publicatietermijn met een maand is verkort. Het bestuur heeft te goeder trouw gehandeld en de jaarrekening uitsluitend te laat gepubliceerd omdat de wetswijziging aan hem voorbij is gegaan. De vennootschap heeft dus geen bate in de vorm van een artikel 2:248 BW-vordering.
Rechtbank Midden-Nederland 18 februari 2020, INS 2020-0079
In het faillissement van een Belgische vennootschap doet de Nederlandse wederpartij een beroep op verrekening. De vraag speelt welk recht hierop van toepassing is. De rechtbank oordeelt dat in eerste instantie de lex concursus bepaalt of een beroep op verrekening kan worden gedaan (art. 7 lid 2 aanhef en sub d IVO). Artikel 9 IVO bepaalt echter dat, ook als de lex concursus verrekening niet toelaat, verrekening is toegestaan als het recht dat van toepassing is op de vordering verrekening wél toelaat. Nederlands recht is van toepassing op de vorderingen. Onder verwijzing naar Virgós/Schmit overweegt de rechtbank dat het verrekeningsverweer beoordeeld moet worden op grond van de Nederlandse faillissementsrechtelijke verrekeningsregels. Nu verrekening op basis hiervan is toegestaan, is het niet nodig om te beoordelen of verrekening toelaatbaar is naar Belgisch recht.
Rechtbank Amsterdam 11 juli 2019, INS 2020-0077
Deze al wat oudere maar recent gepubliceerde uitspraak laat zien hoe belangrijk het is op welke wijze stil verpande vorderingen worden omschreven in de pandakte. Een pandhouder meent een pandrecht te hebben op de vordering van de failliete pandgever op ABN AMRO uit hoofde van een rekening-courantverhouding. Naar het oordeel van de rechtbank is dat niet het geval, omdat in de pandakte niet was opgenomen dat ‘alle vorderingen’ werden verpand, maar ‘de uitstaande vorderingen per 20 januari 2014 ad € 6.059.324,79’. In de pandakte en de daarbij gevoegde pandlijst (van 155 pagina’s) zijn de verpande vorderingen zeer uitgebreid omschreven. De rechtbank oordeelt dat uitsluitend de vorderingen die zijn opgenomen op de pandlijst daadwerkelijk zijn verpand. Nu de vordering op ABN AMRO niet vermeld staat op de pandlijst, is deze vordering niet verpand. De stelling van de pandhouder dat partijen de bedoeling hadden alle vorderingen te verpanden gaat niet op vanwege de uitgebreide beschrijving van de verpande vorderingen.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.
Met vriendelijke groet,
Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates
Hof
- Gerechtshof Den Haag Melding betalingsonmacht ex artikel 23 Wet Bpf. Hoger beroep tegen oordeel dat bestuurder jegens bedrijfstakpensioenfonds aansprakelijk is voor onbetaalde pensioenpremies. Hoger beroep slaagt. 03-03-2020
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Geld dat de failliete certificaathouder beschikbaar heeft gesteld aan de vennootschap kwalificeert als rekening-courantvordering en niet als kapitaalstorting. Nu hierover geen andere afspraken zijn gemaakt, is de vordering direct opeisbaar. 25-02-2020
- Gerechtshof Den Haag De curator van een failliet restaurant heeft met de verhuurder van het bedrijfspand onderhandeld over overname van de inventaris. In rechte komt vast te staan dat er geen overeenkomst is bereikt. Wat is de vergoeding voor te laat ontruimen? 25-02-2020
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam Het faillissement van een vennootschap wordt aangevraagd door een verzoekster die gecontroleerd wordt door de voormalig indirect bestuurder. Omdat de vermeende vordering ondeugdelijk is onderbouwd, wordt verweerster veroordeeld in de proceskosten. 05-03-2020
- Rechtbank Amsterdam Ondanks diverse privéonttrekkingen heeft het bestuur zijn taak niet kennelijk onbehoorlijk vervuld, omdat de onttrekkingen zijn terugbetaald voordat de vordering van de grootste (en vrijwel enige) schuldeiser in rechte was vastgesteld. 04-03-2020
- Rechtbank Midden-Nederland Beroep van een getuige op het verschoningsrecht van artikel 66 lid 4 Fw slaagt niet. De getuige kan zich wel verschonen met een beroep op het nemo teneturbeginsel. 04-03-2020
- Rechtbank Amsterdam Verzoek tot faillietverklaring van een ontbonden vennootschap wordt afgewezen, omdat de vennootschap geen baten heeft. Een eenmalige overschrijding van de publicatieplicht met één maand die verklaarbaar is omdat de publicatietermijn dat boekjaar voor het eerst is teruggebracht naar twaalf maanden, is een onbelangrijk verzuim. In faillissement zou daarom geen vordering op grond van artikel 2:248 BW geldend kunnen worden gemaakt. 21-02-2020
- Rechtbank Rotterdam Faillissementsverzoek wordt afgewezen omdat verzoeker niet ter zitting is verschenen. 18-02-2020
- Rechtbank Midden-Nederland Verrekening van een Nederlandse vordering op een Belgische failliete vennootschap. Op grond van artikel 7 jo. 9 IVO en de Faillissementswet staat de rechtbank het beroep over verrekening toe voor zover de te verrekenen vorderingen en schulden voor de opening van de insolventieprocedure zijn ontstaan. 18-02-2020
- Rechtbank Noord-Nederland De rechtbank beoordeelt of sprake is van samenloop van de vorderingen van het pensioenfonds en de curator jegens de bestuurders. Daar waar sprake is van samenloop, wordt de zaak aangehouden zodat eerst op de vorderingen van de curator kan worden beslist. 29-01-2020
- Rechtbank Amsterdam Verpande vorderingen in pandakte specifiek omschreven: geen algehele verpanding van vorderingen en dus geen pandrecht op vordering op bank. 11-07-2018
- Rechtbank Noord-Holland Op het moment dat het faillissement van Source Food is aangevraagd, voldoet Source People namens Source Food een factuur en crediteert het betaalde bedrag in de rekening-courant. De vernietiging van de curator op grond van artikel 42 en 47 Fw slaagt niet, omdat schuldeisers van Source Food door de gang van zaken niet zijn benadeeld. Het geld waarmee Source People de factuur heeft voldaan is immers afkomstig van Source Food. 09-11-2016