Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.
Hoge Raad 4 juni 2021, INS 2021-0167, met annotatie van I.F.M. Lakwijk
De Hoge Raad beantwoordt prejudiciële vragen van de rechtbank Rotterdam over de kwalificatie van verbeurde dwangsommen en kosten van bestuursdwang die voortvloeien uit niet-naleving van aan de curator opgelegde lasten in verband met milieuwetgeving. De rechtbank heeft daarbij gevraagd of de kwalificatie afhangt van diverse omstandigheden, zoals de omstandigheid of de milieuwetgeving voor of tijdens faillissement is overtreden. Het antwoord van de Hoge Raad is eenvoudig: in alle gevallen zijn dergelijke dwangsommen en kosten van bestuursdwang boedelschuld. In haar annotatie gaat Inge Lakwijk onder meer in op de opportunistische inzet van handhavingsbevoegdheden door een bestuursorgaan en schetst zij een mogelijkheid om dit tegen te gaan. Klik hier om de annotatie te lezen.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 25 mei 2021, INS 2021-0165
De rechtbank heeft een DGA een bestuursverbod opgelegd voor de duur van vijf jaar, maar het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank. De rechtbank oordeelde dat het bestuursverbod kon worden opgelegd op grond van artikel 106a lid 1 sub c Fw, omdat de DGA geen volledige administratie had overgelegd. Het hof oordeelt dat dit in deze casus geen grond is voor oplegging van het bestuursverbod, omdat geen volledige administratie is gevoerd. De administratie die aanwezig was, is overgelegd aan de curator en dat sprake is van een onvolledige administratie betekent niet dat de informatie- of medewerkingsplicht is geschonden. De curator heeft verder artikel 106a lid 1 sub d Fw als grondslag voor het opleggen van een bestuursverbod aangevoerd, omdat de bestuurder ten minste tweemaal eerder betrokken zou zijn geweest bij een faillissement waarvan hem een persoonlijk verwijt treft. Het hof overweegt dat de curator faillissementen aanvoert die zijn uitgesproken voordat de Wet civielrechtelijk bestuursverbod in werking trad. Op grond van overgangsrecht kunnen deze faillissement geen grond vormen voor het opleggen van een bestuursverbod.
Rechtbank Rotterdam 19 mei 2021, INS 2021-0164, Curatoren Fortress/Rabobank
Voordat drie vastgoedvennootschappen die onderdeel uitmaken van het Fortress-concern failliet zijn verklaard, is het verhuurde vastgoed dat deze vennootschap in eigendom had overgedragen aan nieuw opgerichte vennootschappen. De koopprijs werd betaald door overname van de verplichtingen uit met de Rabobank gesloten financieringsovereenkomsten. Rabobank, die een pandrecht had op de huurvorderingen, heeft toestemming gegeven voor deze overdracht. Door de overdracht is de huur voor het vastgoed betaald aan de nieuwe vennootschappen, terwijl de huur volgens de rechtbank zonder overdracht van het vastgoed in de boedel zou zijn gevloeid op grond van het arrest WUH/Emmerig q.q. Op vordering van de curatoren oordeelt de rechtbank dat Rabobank schadevergoeding moet betalen ter hoogte van de geïnde huur, omdat zij onrechtmatig heeft gehandeld door geen rekening te houden met de belangen van de boedel.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.
Met vriendelijke groet,
Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden In tegenstelling tot de rechtbank oordeelt het hof dat summierlijk is gebleken van de vordering van Euroman op NTB en dat niet summierlijk is gebleken van de gegrondheid van het verweer van NTB. Het hof spreekt het faillissement van NTB uit. 25-05-2021
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Bestuursverbod houdt geen stand in hoger beroep: dat de administratie niet volledig is, betekent niet dat de bestuurder zijn medewerkings- of informatieplichten schendt als hij deze dus ook niet (volledig) over kan leggen. Faillissementen van vóór de inwerkingtreding van artikel 106a Fw worden niet in aanmerking genomen bij lid 1 sub d. 25-05-2021
- Gerechtshof Den Haag De gevolgen van het faillissement van de Duitse appellant worden beheerst door het recht van de lidstaat waar de rechtsvordering aanhangig is (art. 18 IVO). Het hoger beroep gaat alleen over de vordering in reconventie, die tot doel heeft voldoening van een verbintenis uit de boedel. De procedure wordt ex artikel 29 Fw geschorst. 11-05-2021
- Gerechtshof Den Haag De bestuurders hebben niet gehandeld als een redelijk denkend bestuurder door voorafgaand aan een overname onvoldoende onderzoek te doen naar de onderneming en de kredietwaardigheid van hun belangrijkste klant. 20-04-2021
Rechtbank
- Rechtbank Noord-Holland Selten B.V., de (vermeend) pandhouder, maakt misbruik van recht door niet mee te werken aan een doorstart van D-reizen door Prijsvrij. Selten wordt financieel niet slechter van de doorstart, terwijl de belangen die gediend zijn bij de doorstart groot zijn. Door de doorstart blijven 140 winkels open en behouden 650 werknemers hun baan. 28-05-2021
- Rechtbank Amsterdam Een afkoelingsperiode is voor de vennootschap noodzakelijk om tot een akkoord te komen. Belang schuldeisers is daarmee gediend. Aanstelling observator. 26-05-2021
- Rechtbank Rotterdam De rechtbank oordeelt dat Rabobank onrechtmatig heeft gehandeld door de latere faillieten toestemming te geven voor de overdracht van onroerende zaken met bijbehorende financiering. De schuldeisers zijn benadeeld omdat de huurpenningen hierdoor niet in de boedel vloeiden. De huurpenningen waren verpand, maar zouden ingevolge WUH/Emmerig q.q. over de periode na faillissementsdatum wel in de boedel zijn gevallen. 19-05-2021
- Rechtbank Amsterdam Minnelijke schuldregeling slaagt niet omdat ABP en nog één schuldeiser geen medewerking verlenen. Schuldenaar legt het (dwang)akkoord (art. 287a Fw) voor aan de rechtbank. ABP stelt zich (ook) in de procedure op het standpunt dat zij schulden van iemand die daarvoor de schone lei heeft ontvangen (en die dus niet meer opeisbaar zijn) mag verrekenen omdat er een natuurlijke verbintenis blijft voortbestaan en de aard van een dergelijke verbintenis meebrengt dat aan schuldeisers nog wel een verrekeningsbevoegdheid toekomt. Rechtbank Amsterdam volgt ABP hierin niet en beveelt ABP in te stemmen met het akkoord. 18-05-2021
- Rechtbank Rotterdam De rechtbank wijst het faillissementsverzoek af. Verzoekers hebben hun vermeende vorderingen onvoldoende onderbouwd en de betwisting van verweerder onvoldoende weersproken. Verzoekers worden veroordeeld in de proceskosten. 06-04-2021