Naar boven ↑

Update

Nummer 14, 2021
Uitspraken van 01-07-2021 tot 14-07-2021
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliƫl, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 29 juni 2021, INS 2021-0186, X/Van Gessel q.q.
Twee natuurlijke personen zijn in 1978 met elkaar gehuwd in gemeenschap van goederen. In 2008 hebben zij staande het huwelijk huwelijkse voorwaarden gesloten. Een van de echtgenoten wordt in december 2017 failliet verklaard. De niet-gefailleerde echtgenoot meent een woning, een auto en de saldi op een aantal bankrekeningen te kunnen terugnemen. Het hof overweegt dat uit artikel 61 Fw (oud) volgt dat de niet-gefailleerde echtgenoot goederen alleen kan terugnemen (1) als hij stelt en bewijst eigenaar te zijn van de terug te nemen zaken en, als het goederen betreft die tijdens het huwelijk zijn verworven, (2) als hij stelt en bewijst dat de goederen voor meer dan de helft uit zijn privémiddelen zijn verworven. Omdat de echtgenoot niet heeft bewezen dat de goederen voor meer dan de helft uit privémiddelen zijn verworven, komt de echtgenoot geen beroep toe op het terugneemrecht.

Rechtbank Noord-Nederland 23 juni 2021, INS 2021-0184, Groningen Seaports/Curator North Refinery
In deze omvangrijke uitspraak komt onder meer de vraag aan de orde of tijdens faillissement verschuldigde erfpachtcanon moet worden gekwalificeerd als boedelvordering. De rechtbank beantwoordt deze vraag ontkennend. Uit artikel 39 Fw volgt dat huur- en pachtschulden boedelschuld zijn, maar dit is niet opgenomen ten aanzien van erfpachtschulden. De wetgever heeft ook niet beoogd deze schulden te kwalificeren als boedelschuld. De erfpachtschuld is ook niet door de curator in zijn hoedanigheid aangegaan. De erfpacht liep tijdens faillissement door en kon niet door de curator worden opgezegd. Om diezelfde reden heeft de curator niet gehandeld met een op hem (in zijn hoedanigheid) rustende verplichting. De curator is dus niet q.q. of pro se aansprakelijk omdat de erfpachtcanon niet is voldaan.

Hof Amsterdam 22 juni 2021, INS 2021-0187. Met wenk.
Een natuurlijk persoon is strafrechtelijk veroordeeld voor strafbare feiten jegens een minderjarig slachtoffer. In een daaropvolgende civiele procedure heeft de rechtbank een schadevergoedingsvordering toegewezen. Ter discussie staat of deze vordering valt onder de schone lei die aan de natuurlijk persoon is verleend na het succesvol doorlopen van de WSNP. Net als de rechtbank oordeelt het hof dat dit niet het geval is. In artikel 358 lid 4 onder d Fw staat dat een vordering die voortvloeit uit een strafrechtelijke procedure en naar het oordeel van de strafrechter bij de civiele rechter moet worden aangebracht is uitgezonderd van de schone lei. Een dergelijke vordering is ook uitgezonderd van de schone lei als de vordering niet eerst is voorgelegd aan de strafrechter. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat de schade zich tijdens de strafrechtelijke procedure nog niet had geopenbaard en dat de strafrechter zeer waarschijnlijk zou hebben geoordeeld dat de vordering te ingewikkeld was voor het strafproces en moest worden voorgelegd aan de civiele rechter.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hof

Rechtbank