Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.
Vanwege de vakantieperiode verschijnt de volgende nieuwsbrief in de tweede helft van augustus.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Hoge Raad 9 juli 2021, INS 2021-0197, X/Lonis q.q.
De (indirect) bestuurders van een drietal failliete vennootschappen worden door de curator aangesproken op grond van artikel 2:248 BW. Het hof heeft voor recht verklaard dat de bestuurders aansprakelijk zijn op grond van artikel 2:248 BW. Wegens schending van de boekhoudplicht wordt op grond van artikel 2:248 lid 2 BW aangenomen dat sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur. Daarnaast wordt vermoed dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. De bestuurders hebben gesteld dat het handelen van een voormalig bestuurder een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Het hof heeft overwogen dat hiermee het bewijsvermoeden van lid 2 niet is weerlegd, omdat sprake is van collectieve aansprakelijkheid. De Hoge Raad oordeelt dat ook het handelen of nalaten van een bestuurder dat geen onbehoorlijke taakvervulling oplevert, kan worden aangevoerd ter weerlegging van het bewijsvermoeden. Het is niet nodig dat sprake is van een van buiten komende oorzaak. Omdat het hof dat niet heeft onderkend, casseert de Hoge Raad.

Rechtbank Noord-Nederland 23 juni 2021, INS 2021-0203, Verdonk q.q./X c.s.
Een vennootschap, Repa Concrete B.V., heeft via haar accountant haar schuldeisers aangeschreven met de mededeling dat zij in financieel zwaar weer verkeert en hun verzocht mee te werken aan een schuldsanering. Meerdere schuldeisers hebben in dat kader hun vordering overgedragen aan (uiteindelijk) een zustervennootschap van Repa voor 20% van de nominale waarde. De zustervennootschap heeft de vorderingen voor het volledige bedrag verrekend met een schuld die zij had aan Repa. Repa gaat uiteindelijk failliet. Op vordering van de curator oordeelt de rechtbank dat de (indirect) bestuurders aansprakelijk zijn op grond van artikel 2:9 jo. 2:11 BW, omdat zij het voordeel van de schuldsanering niet ten gunste van Repa hebben gebracht. Daarnaast oordeelt de rechtbank in een gevoegde procedure tegen de zustervennootschap dat zij op grond van artikel 54 Fw niet bevoegd was over te gaan tot verrekening van de overgenomen vorderingen.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 25 mei 2021, INS 2021-0204. Met wenk.
Ter discussie staat of een per aangetekende post verzonden mededeling van een pandrecht is ontvangen door de debiteur van de verpande vordering. Het hof oordeelt, mede op basis van een uitgebreide getuigenverklaring van een medewerker van PostNL, dat voor aflevering van een aangetekende brief een handtekening van de ontvanger niet is vereist. Als wordt bewezen dat een brief is verzonden aan een juist adres én dat de brief daar is afgeleverd, heeft de brief de ontvanger bereikt. Een tweede discussiepunt is of alleen een stil pandrecht is gevestigd of ook een openbaar pandrecht. Onder verwijzing naar de Hoge Raad oordeelt het hof dat er in beginsel van uit mag worden gegaan dat een zo ruim mogelijke zekerheid is beoogd. Het hof oordeelt daarom dat ook een openbaar pandrecht is gevestigd.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates