Naar boven ↑

Update

Nummer 16, 2021
Uitspraken van 01-08-2021 tot 09-09-2021
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Rechtbank Rotterdam 5 augustus 2021, INS 2021-0245
Een holdingvennootschap waarin al een aantal jaren geen activiteiten meer plaatsvinden, verzoekt tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige. De rechtbank overweegt allereerst dat de vennootschap ten onrechte heeft verzwegen dat zij als bestuurder van een andere vennootschap aansprakelijk is gesteld door de curator voor meer dan € 10 miljoen. Hoe dan ook wijst de rechtbank het verzoek af. Weliswaar kan onder de WHOA een liquidatieakkoord worden aangeboden, maar alleen als daardoor de bedrijfsvoering gecontroleerd kan worden afgewikkeld en voor schuldeisers een beter resultaat kan worden behaald dan in faillissement. Aan beide voorwaarden is niet voldaan: de bedrijfsvoering is reeds gestaakt en vanwege het rechtmatigheidsonderzoek dat plaatsvindt in faillissement heeft een faillissement meerwaarde ten opzichte van een WHOA-akkoord.

Rechtbank Midden-Nederland 3 augustus 2021, INS 2021-0229
Een financieringsvennootschap heeft gelden die zij heeft geleend van 129 financiers op gelijke voorwaarden doorgeleend aan vennootschap 1. Vennootschap 1 ontwikkelt onder meer medicijnen. De activiteiten van vennootschap 1 liggen stil, omdat voor een volgende ontwikkelingsfase geld nodig is en dat geld is er vooralsnog niet. Vennootschap 1 heeft pandrechten gevestigd ten gunste van de financieringsvennootschap, onder meer op haar intellectuele-eigendomsrechten. In deze procedure is de homologatie van een aangenomen surseanceakkoord van de financieringsvennootschap aan de orde. De rechtbank neemt nog geen beslissing. In de eerste plaats heeft de rechtbank meer informatie nodig over de waarde van de IE-rechten. Deze had moeten worden vastgesteld of ingeschat door een deskundige. Ten tweede is onduidelijk of schuldeisers die ook een vordering hebben op vennootschap 1 worden begunstigd, omdat het pandrecht dat ten laste van vennootschap 1 is gevestigd mogelijk vervalt. Of dit daadwerkelijk gebeurt, hangt af van de inhoud van een akkoord dat vennootschap 1 wil aanbieden. De rechtbank wil de inhoud van het akkoord weten voordat zij een beslissing neemt op het homologatieverzoek.

Rechtbank Amsterdam 14 juli 2021, INS 2021-0225. Met annotatie.
Aan de curator van een failliete vennootschap is een aanbod gedaan door Deutsche Bank in verband met een renteswap die in het verleden is afgesloten. Bij het aanbod heeft Deutsche Bank aangesloten bij het Uniform Herstelkader Rentederivaten MKB (‘UHK’). De bank heeft geschreven de vergoeding te verrekenen met haar vordering op de vennootschap. De curator heeft ingestemd met de hoogte van de vergoeding, maar is niet akkoord gegaan met verrekening van de vergoeding. De rechtbank oordeelt dat de curator hiermee het gehele aanbod heeft afgewezen en geen aanspraak kan maken of de vergoeding. In haar annotatie gaat Inge Lakwijk onder meer in op verrekening van de UHK-vergoeding in faillissement.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hof

Rechtbank