Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze website met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Hoge Raad 24 september 2021, INS 2021-0267. Met wenk
De Hoge Raad beantwoordt prejudiciële vragen van de rechtbank Limburg over de afwikkeling van een wettelijke schuldsanering met een boedelactief dat lager is dan € 2.000. In artikel 4.3 van de Recofa-richtlijnen staat dat in een dergelijk geval wordt afgezien van het houden van een verificatievergadering en wordt overgegaan tot informele uitdeling op basis van een uitdelingslijst. In de praktijk wordt hier verschillend mee omgegaan: volgens de ‘Gelderse methode’ vindt met de beëindigingszitting een (in de regel pro forma) verificatievergadering plaats waarna een uitdelingslijst wordt gedeponeerd, terwijl volgens de ‘Overijsselse methode’ geen verificatievergadering plaatsvindt en ook geen slotuitdelingslijst wordt gedeponeerd. De Hoge Raad overweegt dat artikel 356 lid 2 Fw bepaalt dat de schuldsanering eindigt door het verbindend worden van de slotuitdelingslijst, die op grond van artikel 349 lid 5 jo. 183 Fw ter griffie gedeponeerd moet worden. De Recofa-richtlijnen, die geen wet in formele zin vormen, kunnen hier niet aan afdoen.

Rechtbank Oost-Brabant 17 september 2021, INS 2021-0264. Met wenk
Op verzoek van een vennootschap die een installatiebedrijf exploiteert en haar schulden wil herstructureren door middel van een WHOA-procedure, kondigt de rechtbank een afkoelingsperiode af voor de duur van twee maanden. Een afkoelingsperiode is volgens de vennootschap noodzakelijk, omdat de vennootschap vreest dat de leasemaatschappij die de werkbussen ter beschikking stelt de voertuigen zal opeisen. Daarnaast houdt de vennootschap er rekening mee dat het pensioenfonds dat een vordering op haar heeft het faillissement zal aanvragen. De rechtbank is het hiermee eens. De schuldenaar heeft ook voldoende aannemelijk gemaakt dat schuldeisers met een WHOA-akkoord beter af zijn dan met een faillissement. Tot slot is sprake van een positieve kasstroom, zodat derden die worden getroffen door de afkoelingsperiode niet in hun belangen worden geschaad.

Rechtbank Gelderland 15 september 2021, INS 2021-0266
Bestuurders van een failliete vennootschap zijn aansprakelijk voor het boedeltekort op grond van artikel 2:248 BW, omdat zij een risicovolle concernstructuur hebben opgezet. De failliete vennootschap verrichtte diverse werkzaamheden voor groepsvennootschappen, terwijl daar geen adequate vergoeding tegenover stond. De vergoeding voor de verrichte werkzaamheden was afhankelijk van de omzet en de winst (of het verlies) van de groep als geheel. Vanwege de tegenvallende resultaten binnen de groep is ervoor gekozen het verlies zo te verdelen dat dit heeft geleid tot het faillissement van deze ene vennootschap. Hiermee hebben de bestuurders zich schuldig gemaakt aan kennelijk onbehoorlijk bestuur. Omdat het faillissement hierdoor is veroorzaakt, zijn de bestuurders aansprakelijk voor het boedeltekort.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates