Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de eerste drie uitspraken die zijn gepubliceerd in het kader van de WHOA.
Rechtbank Den Haag 15 januari 2021, INS 2021-0030
In de eerste uitspraak die is gepubliceerd over de WHOA, verzoekt een natuurlijk persoon die een onderneming drijft een afkoelingsperiode en opheffing van beslagen die ten laste van hem zijn gelegd. De ondernemer heeft het negatieve bedrijfsresultaat weten om te zetten in een positief resultaat, maar hij moet nog wel een oplossing vinden voor zijn schulden. Hiervoor wil hij een akkoord aanbieden onder de WHOA. De rechtbank gelast een afkoelingsperiode van twee maanden, omdat dit noodzakelijk is om de onderneming gedurende de voorbereiding van het akkoord voort te zetten. Ook heft de rechtbank de gelegde beslagen op. De rechtbank bepaalt ambtshalve dat de schuldenaar de rechtbank na een maand moet informeren over de voortgang van de aanbieding van het akkoord.
Rechtbank Amsterdam 15 januari 2021, INS 2021-0031, met wenk
Een vennootschap die zorg verleende aan verslaafden en hun familieleden, wil onder de WHOA een liquidatieakkoord aanbieden. In dat kader verzoekt de vennootschap om voor de duur van vier maanden een afkoelingsperiode te gelasten. Als belanghebbenden zijn twee voormalig werknemers van de vennootschap gehoord die het faillissement van de vennootschap hebben aangevraagd. In artikel 376 lid 4 onder a Fw staat dat een afkoelingsperiode alleen afgekondigd kan worden als dat noodzakelijk is om de onderneming van de schuldenaar voort te zetten tijdens de voorbereiding van het akkoord. Omdat uit de wetsgeschiedenis volgt dat de WHOA ook gebruikt kan worden voor het aanbieden van een liquidatieakkoord en de wetgever kennelijk niet onder ogen heeft gezien dat ook dan een afkoelingsperiode nuttig kan zijn, overweegt de rechtbank dat ook een afkoelingsperiode gelast kan worden als de onderneming is gestaakt. Omdat de vennootschap aannemelijk heeft gemaakt dat de schuldeisers beter af zijn met een akkoord dan met een faillissement, gelast de rechtbank een afkoelingsperiode voor de duur van twee maanden. De rechtbank gaat voorbij aan het standpunt van de werknemers dat zij hierdoor worden geschaad, omdat geen beroep meer gedaan kan worden op de loongarantieregeling. Omdat een geschil speelt ten aanzien van een gelieerde stichting, wijst de rechtbank een observator aan.
Rechtbank Noord-Nederland 19 januari 2021, INS 2021-0025
De rechtbank wijst op verzoek van twee vennootschappen die voor zichzelf een akkoord willen laten aanbieden onder de WHOA een herstructureringsdeskundige aan. De rechtbank oordeelt dat de vennootschappen verkeren in de toestand waarin het redelijkerwijs aannemelijk is dat zij met het betalen van hun schulden niet zullen kunnen voortgaan en wijst het verzoek toe. De vennootschappen hebben twee offertes van mogelijke herstructureringsdeskundigen overgelegd. Een van de twee aangedragen personen wordt aangewezen, omdat hij beschikt over de competenties die voor de casus van belang lijken. Waarom de andere persoon kennelijk minder geschikt is, volgt helaas niet uit de beschikking.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.
Met vriendelijke groet,
Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates
Hoge Raad
- Hoge Raad Rechtbank en hof hebben WSNP-verzoek afgewezen wegens alimentatieverplichting in België. De Hoge Raad casseert, omdat het hof de stelling dat de Belgische rechter een verzoek tot nihilstelling van alimentatie mogelijk zou toewijzen na toelating tot de WSNP ten onrechte niet in zijn beoordeling heeft betrokken. 08-01-2021
- Hoge Raad Het recht van overdracht van een levensverzekering valt niet buiten de boedel indien de begunstigde of verzekerde onredelijk wordt benadeeld. De curator heeft ten aanzien van de overdracht van een levensverzekering een informatieplicht. 08-01-2021
- Hoge Raad Bij de vernietiging van de inbewaringstelling heeft het hof ex nunc getoetst. Aangenomen wordt daarom dat het hof de beschikkingen van de rechtbank niet met terugwerkende kracht heeft vernietigd. Bij het beoordelen van de subsidiariteit van een inbewaringstelling mag van een curator worden verwacht dat hij let op álle alternatieven die redelijkerwijs voorhanden, dus ook alternatieven die niet volgen uit de Faillissementswet. 18-12-2020
Hof
- Gerechtshof Amsterdam Geen ontslag van instantie op grond van artikel 27 lid 2 Fw, omdat geld voor een eventuele proceskostenveroordeling is geparkeerd op de derdengeldenrekening van de advocaat. 12-01-2021
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden In hoger beroep voert de in eerste aanleg veroordeelde bestuurder met succes verweer. Geen bestuurdersaansprakelijkheid wegens schending van de Beklamel-norm, noch rechtstreekse aansprakelijkheid wegens schending van een zorgvuldigheidsnorm. 12-01-2021
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden In deze zaken komen een vennootschap en een (indirect) bestuurder op tegen de oordelen van de rechtbank over de aansprakelijkheid van de curator van de gefailleerde vennootschap en de aansprakelijkheid van deze (indirecte) bestuurders. 12-01-2021
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Schuldenaren zijn niet-ontvankelijk in hun hoger beroep tegen vaststelling van het salaris van de curator, omdat het verzoekschrift niet is ingediend door een advocaat. 07-01-2021
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Het hof beoordeelt de vorderingen die de doorstarter van een failliet bouwbedrijf heeft gefactureerd en overweegt onder meer dat de vordering uit ongerechtvaardigde verrijking als bedoeld in HR 2 december 2016 een vordering is van de curator, niet van de gefailleerde. Die vordering is overdraagbaar, maar is in dit geval niet overgedragen. 29-12-2020
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Hof wijst vorderingen van een curator jegens de bestuurder van een zorginstelling af. Het niet naleven van de zorgbrede governancecode levert geen onbehoorlijk bestuur op. 08-12-2020
- Gerechtshof Den Haag Enkele maanden voor haar faillissement heeft Hops een woning onder de werkelijke waarde verkocht aan appellanten. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank waarin is geoordeeld dat de verkoop paulianeus is. 08-12-2020
Rechtbank
- Rechtbank Noord-Nederland Aanwijzing herstructureringsdeskundige (WHOA) op verzoek van twee vennootschappen die voor zichzelf een akkoord willen laten aanbieden. 19-01-2021
- Rechtbank Den Haag De eerste gepubliceerde WHOA-uitspraak: op 15 januari 2021 had de rechtbank Den Haag de primeur. De rechtbank is voldoende overtuigd van het voorgenomen (reorganisatie)akkoord van de onderneming en gelast een afkoelingsperiode van twee maanden zodat de schuldenaar gedurende de voorbereiding van het akkoord zijn onderneming kan voortzetten. 15-01-2021
- Rechtbank Amsterdam Verzoeker is voornemens om de WHOA-procedure te gebruiken om haar schuldeisers een liquidatieakkoord aan te bieden. Verzoeker verzoekt een afkoelingsperiode. Hoewel de WHOA-procedure niet wordt gebruikt met het doel de onderneming voort te zetten, wijst de rechtbank de afkoelingsperiode toe. 15-01-2021
- Rechtbank Rotterdam Aanhoudingsverzoek op grond van de Betalingsuitstelwet wordt afgewezen. Problemen zijn ontstaan voor de coronacrisis, het is niet aannemelijk dat schulden na uitstel wel betaald kunnen worden en verzoekster heeft belang bij spoedige betaling van haar loon. 07-01-2021
- Rechtbank Noord-Holland Dat het bewijsvermoeden van artikel 43 Fw geldt, staat niet ter discussie. Gedaagde kan dit echter voldoende ontzenuwen waarna de curator alsnog met lege handen staat. 06-01-2021
- Rechtbank Gelderland Aanhoudingsverzoek op grond van de Betalingsuitstelwet wordt afgewezen. De werkneemster die het faillissement heeft aangevraagd is alleenstaand en heeft geen financiële buffer. Met aanhouding zou zij wezenlijk en onredelijk in haar belang worden geschaad. 05-01-2021
- Rechtbank Overijssel Aan verweerder wordt een door het OM verzocht civielrechtelijk bestuursverbod opgelegd voor vijf jaren. Het OM heeft zijn verzoek gegrond op artikel 106a onderdeel d Fw en subsidiair op onderdeel c. 31-12-2020