Naar boven ↑

Update

Nummer 20, 2021
Uitspraken van 22-10-2021 tot 04-11-2021
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 21 oktober 2021, INS 2021-0303. Met wenk
Een schuldenaar van wie het faillissement is opgeheven bij gebrek aan baten, heeft verzocht de curator te veroordelen tot afgifte van zijn urenregistratie op grond van artikel 843a Rv. Naar de mening van de schuldenaar heeft de curator te veel uren in rekening gebracht. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen. Het hof laat de beschikking van de rechtbank in stand en oordeelt dat de schuldenaar geen rechtmatig belang heeft in de zin van artikel 843a Rv bij afgifte van de urenregistratie. In de wenk wordt ingegaan op de overweging van het hof dat de rechter-commissaris het salaris van de curator vaststelt en dat tegen deze vaststelling een rechtsgang openstond. In de wenk wordt gesteld dat het hof tot de juiste conclusie is gekomen, maar dat deze motivering niet klopt.

Rechtbank Rotterdam 20 oktober 2021, INS 2021-0294
De vraag die aan de orde is in deze uitspraak, is of de D&O-verzekeraar verplicht is uit te keren onder de verzekering. De bestuurders van de failliet verklaarde vennootschap ROKZ Groep B.V. hebben met de curator een vaststellingsovereenkomst gesloten, omdat de curator meende dat de bestuurders aansprakelijk waren voor het faillissementstekort van ongeveer € 3 miljoen. Voor de hoogte van het schikkingsbedrag is aangesloten bij een uitkering aan de gewezen bestuurders van (ongeveer) € 300.000 met omschrijving ‘het harde werken/verhoging management fee’. De verzekeraar weigert dit bedrag uit te keren onder de verzekering, omdat de bestuurders bevoordeeld zouden zijn door de uitkering voor ‘het harde werken’. De rechtbank oordeelt dat de verzekeraar moet uitkeren. Voor de hoogte van het bedrag is weliswaar aangesloten bij de uitkering voor ‘het harde werken’, maar de schikking betreft een all-in afkoopsom ter beëindiging van alle uiteenlopende geschillen tussen de curator en de bestuurders.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 19 oktober 2021, INS 2021-0299. Met wenk
De gewezen bestuurder van de failliete vennootschap Lyempf B.V. wordt door de curator aangesproken op grond van artikel 2:248 BW. Het hof oordeelt dat de boekhoudplicht van artikel 2:10 BW is geschonden, zodat op grond van artikel 2:248 lid 2 BW kennelijk onbehoorlijke taakvervulling vaststaat en aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. De voormalig bestuurder heeft een aantal omstandigheden aangevoerd die een belangrijke oorzaak zouden zijn van het faillissement. Het hof oordeelt dat het bewijsvermoeden hiermee niet is weerlegd, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat de aangevoerde omstandigheden een belangrijke oorzaak waren van het faillissement. Volgens het hof is juist aannemelijk dat keuzes van de voormalig bestuurder tot het faillissement hebben geleid. In de wenk wordt een kanttekening geplaatst bij die laatste overweging, mede naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 9 juli jongstleden over artikel 2:248 lid 2 BW (ECLI:NL:HR:2021:1099).

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hof

Rechtbank