Naar boven ↑

Update

Nummer 22, 2021
Uitspraken van 19-11-2021 tot 02-12-2021
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliƫl, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 16 november 2021, INS 2021-0320
Opzeeland Logistics B.V. (‘Logistics’) heeft transportmiddelen verhuurd aan Opzeeland Transport B.V. (‘Transport’). Twee bestuurders van Transport hebben zich hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de betaling van alle uit de huurovereenkomst voortvloeiende verplichtingen. De hoofdelijke aansprakelijkheid is gemaximeerd op € 150.000. Transport wordt failliet verklaard, waarop de curator de huurovereenkomst met een opzegtermijn van drie maanden opzegt op grond van artikel 39 Fw. Logistics ontbindt de overeenkomst een dag later. Ter discussie staat of de bestuurders de schade die wordt geleden door tussentijdse beëindiging van de huurovereenkomst moeten vergoeden. Het hof oordeelt dat deze discussie niet beslecht hoeft te worden, omdat de huur over de opzegtermijn en de verschuldigde boete meer dan € 150.000 bedragen. De bestuurders worden veroordeeld tot betaling van dit bedrag.

Hoge Raad 12 november 2021, INS 2021-0321
Op 12 november 2021 heeft de Hoge Raad drie arresten gewezen over het doen van een beroep op een doorbrekingsgrond. In INS 2021-0321 oordeelt de Hoge Raad – anders dan in een arrest uit 2005 – dat de termijn voor het doen van een beroep op doorbreking van het rechtsmiddelenverbod in de WSNP acht dagen bedraagt, omdat dit de gebruikelijke termijn is in de Faillissementswet voor het instellen van hoger beroep en cassatie.
In INS 2021-0324 is een beroep gedaan op een doorbrekingsgrond van het rechtsmiddelenverbod van artikel 31 lid 4 Rv. Artikel 31 Rv zou buiten toepassing zijn gelaten. De Hoge Raad oordeelt dat de doorbrekingsgrond zich niet voordoet, omdat het cassatiemiddel feitelijk betoogt dat artikel 31 Rv onjuist is toegepast.
Tot slot wordt in INS 2021-0322 het beroep op een doorbrekingsgrond wel gehonoreerd. De Hoge Raad oordeelt dat de rechter-commissaris inhoudelijk moet beslissen op een verzoek dat is gedaan op grond van artikel 317 Fw, ook als daarover al eerder een beschikking is gewezen. De rechtbank heeft dit miskend.

Rechtbank Limburg 8 oktober 2021, INS 2021-0319
De rechtbank homologeert een liquidatieakkoord onder de WHOA. Interessant is onder meer het oordeel over de best interest of creditors-test van artikel 384 lid 3 Fw. Een schuldeiser heeft aangevoerd dat hij onder het akkoord slechter af is dan bij een faillissement. In geval van faillissement of surseance van betaling staat een derde namelijk garant voor haar vordering, terwijl het nog maar de vraag is of ook een beroep kan worden gedaan op de garantie als het akkoord wordt gehomologeerd. De rechtbank wijst het beroep op artikel 384 lid 3 Fw af en oordeelt dat uitsluitend gekeken moet worden naar de waarde die de schuldeiser ontvangt van de schuldenaar die het akkoord aanbiedt. Een mogelijke aanspraak uit hoofde van een garantie betreft niet het vermogen van de schuldenaar en wordt daarom niet bij de beoordeling betrokken.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hof van Justitie van de Europese Unie

Hoge Raad

Hof

Rechtbank