Naar boven ↑

Update

Nummer 23, 2021
Uitspraken van 03-12-2021 tot 16-12-2021
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Rechtbank Den Haag 1 december 2021, INS 2021-0345
De curator van een natuurlijk persoon heeft ING op grond van artikel 58 Fw een termijn gesteld om over te gaan tot verkoop van de woning van de schuldenaar. Deze termijn verstreek op 12 februari 2020. Voor die tijd, op 29 januari 2020, is de woning onderhands verkocht onder opschortende voorwaarde van goedkeuring van de voorzieningenrechter. Na een verzoek daartoe van ING van 17 januari 2020, heeft de voorzieningenrechter de goedkeuring verleend op 17 februari 2020, hoewel ING had gewezen op de termijn die zou verstrijken. De curator heeft de woning opgeëist, omdat deze niet binnen de gestelde termijn is verkocht. Na overleg is de woning verkocht en is de koopprijs onder de notaris gebleven. De rechtbank oordeelt dat de curator misbruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid tot opeising van de woning en veroordeelt de notaris de koopprijs over te maken aan ING.

Rechtbank Limburg 22 november 2021, INS 2021-0343
De rechtbank wijst een verzoek tot homologatie van een WHOA-akkoord af. In de eerste plaats is de ondernemingswaarde onjuist berekend. Bij de berekening van de reorganisatiewaarde is geen rekening gehouden met toekomstige activiteiten en ook de berekening van de liquidatiewaarde is onvoldoende onderbouwd. Een tweede afwijzingsgrond is dat de nakoming van het akkoord onvoldoende is gewaarborgd. Het akkoord moet worden gefinancierd uit een betaling van TVL-gelden, maar het is onduidelijk of de laatste 20% hiervan nog wordt betaald. Het akkoord zou verder worden gefinancierd met de verkoop van een project, maar anders dan de schuldenaar heeft gesteld is de koopprijs volgens de observator nog niet voldaan. De derde weigeringsgrond is dat aan mkb-schuldeisers minder dan 20% is aangeboden. Tot slot is de waarde van de onderneming verdeeld in strijd met de wettelijke rangorde, omdat de reorganisatiewaarde ten goede komt aan de aandeelhouders. Aan deze laatste twee gronden, die volgen uit artikel 384 lid 4 sub a en b Fw, heeft de rechtbank getoetst op verzoek van een aantal schuldeisers.

Rechtbank Overijssel 2 november 2021, INS 2021-0340
Op voordracht van de rechter-commissaris benoemt de rechtbank de burgemeester van de gemeente Hardenberg tot medecurator in het faillissement van De Zorgstal B.V. De Zorgstal drijft een zorginstelling en het lukt de curator door een wirwar aan regels niet om tot een oplossing te komen voor zeven uiterst kwetsbare bewoners. Volgens de r-c heeft de burgemeester een zorgplicht voor de inwoners van Hardenberg en is hij in staat spoedig tot een adequate oplossing te komen. De rechtbank gaat hierin mee. Bijna anderhalve maand na zijn benoeming, op 13 december 2021, wordt de burgemeester weer ontslagen op voordracht van de r-c. Er heeft een bespreking plaatsgevonden waarin duidelijk is geworden wie welke rol vervult bij het vinden van een oplossing voor de bewoners van De Zorgstal en gebleken is dat de ambtenaren van de gemeente hard werken aan een oplossing.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hof

Rechtbank