Naar boven ↑

Update

Nummer 3, 2021
Uitspraken van 29-01-2021 tot 11-02-2021
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Rechtbank Noord-Nederland 26 januari 2021, INS 2021-0037, met wenk
Een natuurlijk persoon verzoekt in het kader van de WHOA om de aanwijzing van een herstructureringsdeskundige. Het uitgangspunt in het procesreglement is dat twee of drie namen van potentiële herstructureringsdeskundigen worden genoemd, voorzien van offertes voor de kosten. De ondernemer heeft slechts één naam aangedragen. Bij de rechtbank zijn twijfels gerezen over de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van deze persoon, omdat hij reeds betrokken was bij de indiening van het verzoek. Toch wijst de rechtbank de aangedragen persoon aan als herstructureringsdeskundig, omdat zijn betrokkenheid beperkt was en twee schuldeisers, Rabobank en ABN AMRO Lease, zich kunnen vinden in de aanwijzing van deze persoon.

Rechtbank Gelderland 21 januari 2021, INS 2021-0035
Een bv die een bouwbedrijf exploiteert, verzoekt onder de WHOA om afkondiging van een afkoelingsperiode. Een schuldeiser dreigt met een faillissementsaanvraag en een andere schuldeiser heeft conservatoir beslag gelegd op roerende zaken en vorderingen. Deze laatstgenoemde schuldeiser heeft ook een openbaar pandrecht op een vordering van de schuldenaar. De rechtbank wijst het verzoek toe. Het afkondigen van een afkoelingsperiode is noodzakelijk, omdat het onderhanden werk niet afgemaakt kan worden bij verkoop van de beslagen goederen. De schuldeisers hebben belang bij de afkoelingsperiode, omdat de schuldeisers met een akkoord een hogere uitkering kunnen verwachten dan in faillissement. De verpande vordering wordt uitgesloten van de afkoelingsperiode, zodat de bevoegdheid tot inning van deze vordering bij de schuldeiser blijft rusten. Tot slot treft de rechtbank ambtshalve een voorziening. Binnen een bepaalde termijn moet de schuldenaar op een aantal punten rapporteren en opheldering verschaffen aan de rechtbank.

Hoge Raad 22 januari 2021, INS 2021-0046
In een zaak over faillissementsgijzeling is cassatie ingesteld in het belang der wet. De Hoge Raad oordeelt ten eerste, onder verwijzing naar het subsidiariteitsbeginsel uit het EVRM, dat een inbewaringstelling ex artikel 87 Fw geschorst kan worden. Schorsing, al dan niet onder voorwaarden, is een minder ingrijpend doel dan tenuitvoerlegging. De rechter moet daarom onderzoeken of kan worden volstaan met het bevelen of opleggen van de inbewaringstelling onder gelijktijdige schorsing. Ten tweede oordeelt de Hoge Raad dat de termijn waarvoor de inbewaringstelling is bevolen gedurende de schorsing doorloopt. Tot slot oordeelt de Hoge Raad dat het niet doorlopen van de termijn noopt tot een aantal processuele waarborgen. Tegen de beslissing tot schorsing staat hoger beroep en cassatie open. Verder moet de schorsing aan een termijn worden verbonden. Als laatste kan de inbewaringgestelde gedurende de schorsing verzoeken om opheffing van de inbewaringstelling of aanpassing van de voorwaarden waaronder de inbewaringstelling is geschorst.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank