Naar boven ↑

Update

Nummer 5, 2021
Uitspraken van 26-02-2021 tot 11-03-2021
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Rechtbank Den Haag 2 maart 2021, INS 2021-0071. Met wenk.
Dit is de eerste gepubliceerde uitspraak waarbij de homologatie van een WHOA-akkoord is geweigerd. In de eerste plaats doet de weigeringsgrond van artikel 384 lid 2 sub b Fw zich voor. Op basis daarvan moet de schuldenaar het akkoord voorleggen aan de schuldeisers en hen oproepen voor de homologatiezitting. De schuldenaar heeft niet laten zien dat en op welke wijze aan deze verplichtingen is voldaan. Daarnaast blijkt dat schuldeisers zijn opgeroepen voor een homologatiezitting op 16 februari 2021 om 11.00 uur, terwijl de zitting plaatsvond om 13.00 uur. Ook doet de weigeringsgrond van artikel 384 lid 2 sub c Fw zich voor, omdat stemgerechtigden niet afdoende zijn geïnformeerd. Pas nadat de termijn waarbinnen een stem uitgebracht kon worden was verstreken, is aan stemgerechtigden onder meer meegedeeld dat het akkoord niet (zoals vermeld in het voorstel) mede betrekking had op preferente schuldeisers maar uitsluitend op concurrente schuldeisers, dat de vordering van de Belastingdienst niet vaststaat en dat een vordering waarvoor een pandrecht is gevestigd buiten het akkoord is gebleven. De rechtbank overweegt tot slot dat de schuldeisers onjuist geïnformeerd zijn over de reden voor afwijzing van een Bbz-kredietaanvraag en dat de onderneming van de schuldenaar niet levensvatbaar is.

Rechtbank Noord-Holland 19 februari 2021, INS 2021-0076, Jurlights. Met wenk.
Ruim een week eerder had de rechtbank Noord-Holland de primeur door het eerste vonnis te publiceren waarin een WHOA-akkoord werd gehomologeerd. Opvallend is dat een enkel akkoord is aanboden namens werkmaatschappij Jurlights B.V. en holding Jurlights Holding B.V. De rechtbank overweegt dat per vennootschap een afzonderlijk akkoord aangeboden had moeten worden. Omdat het voor schuldeisers duidelijk moet zijn geweest dat feitelijk sprake was van twee akkoorden, verbindt de rechtbank hier geen consequenties aan. De rechtbank overweegt dat zich geen algemene weigeringsgrond (art. 384 lid 2 Fw) voordoet. Het beroep van een schuldeiser op artikel 384 lid 3 Fw wijst de rechtbank af, omdat voldoende gedocumenteerd is onderbouwd dat de schuldeisers onder het akkoord beter af zijn dan in een faillissement.

Hoge Raad 19 februari 2021, INS 2021-0075
De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep tegen de afwijzing van het verzoek om de curatoren van Vidrea Retail te ontslaan ex artikel 81 Wet RO. In een lezenswaardige conclusie gaat A-G Valk onder meer in op de aard van de ontslagprocedure. Omdat de bevoegdheid van de rechtbank een discretionaire is, kan bij afwijzing van het ontslagverzoek in beginsel volstaan worden met een sobere motivering. Een tweede punt dat aan de orde komt, is de onafhankelijkheid van de rechter die ook rechter-commissaris is in andere zaken waarin de curatoren optreden. De A-G concludeert dat geen sprake is van een werkrelatie die afbreuk doet aan de objectieve partijdigheid van de rechter.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank