Naar boven ↑

Update

Nummer 6, 2021
Uitspraken van 12-03-2021 tot 25-03-2021
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Rechtbank Gelderland 10 maart 2021, INS 2021-0090
De rechtbank wijst een homologatieverzoek van een maatschap en haar twee maten toe. De schuldenaren hebben een WHOA-akkoord aangeboden aan twee klassen schuldeisers: de concurrente schuldeisers en de Belastingdienst. In de uitspraak komt aan de orde dat geen rekening wordt gehouden met stemmen die zijn uitgebracht na de sluitingsdatum, omdat het stemmingsverslag ex artikel 382 Fw anders geen waarde zou hebben. Wel wordt rekening gehouden met de stem van de Belastingdienst, die na het verstrijken van de termijn schriftelijk is bevestigd maar tijdig mondeling is uitgebracht. Met inachtneming hiervan hebben beide klassen ingestemd met het akkoord. Bij de beoordeling van de homologatie is een vergeten schuldeiser aan wie het akkoord niet is aangeboden een punt van aandacht. Omdat deze schuldeiser akkoord is met eenzelfde behandeling als de andere concurrente schuldeisers en omdat voor betaling van de vergeten schuldeiser een extra bedrag beschikbaar wordt gesteld, leidt dit niet tot afwijzing van het homologatieverzoek.

Rechtbank Rotterdam 3 maart 2021, INS 2021-0095. Met wenk.
Een vennootschap die een onderneming in de glastuinbouw exploiteert, biedt haar schuldeisers een WHOA-akkoord aan. In deze procedure verzoekt de schuldenaar op basis van de geschillenregeling van artikel 378 Fw om te beoordelen of een onderscheid in behandeling van de concurrente crediteuren aan homologatie van het akkoord in de weg zou staan. De schuldenaar wil namelijk schulden die zijn ontstaan ná 12 november 2020, de cut off date, buiten het akkoord laten. De schuldenaar wil ook een oogstkrediet dat Rabobank ter beschikking heeft gesteld buiten het akkoord laten. De rechtbank oordeelt dat voor dit onderscheid in behandeling een goede grond bestaat, omdat de kosten die gemaakt moeten worden ter voorbereiding op de oogst noodzakelijk zijn om de onderneming voort te zetten. De schuldeisers zijn hiermee gediend, omdat zij onder het akkoord een hogere uitkering kunnen verwachten dan in faillissement.

Rechtbank Amsterdam 3 februari 2021, INS 2021-0083. Met wenk.
ABN Amro is met de curator van een failliete vennootschap overeengekomen dat zij een vergoeding betaalt uit hoofde van het Uniform Herstelkader Rentederivaten MKB (UHK). Ter discussie staat of deze schuld aan de failliet verrekend mag worden met een vordering uit hoofde van een verstrekt krediet. Naar het oordeel van de rechtbank is dit toegestaan op grond van artikel 53 Fw. Zowel de schuld van de bank als de vordering van de bank vloeit namelijk voort uit de kredietovereenkomst waarbinnen ook de rentederivaten zijn afgesloten. In een uitspraak van dezelfde datum tussen dezelfde curator en Deutsche Bank (INS 2021-0094) trekt de curator ook aan het kortste eind. Omdat het UHK geen derdenbeding bevat en geen recht is in de zin van artikel 97 Wet RO, kan de curator geen aanbod onder het UHK afdwingen van de bank.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank