Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.
Hoge Raad 9 april 2021, INS 2021-0112
De Hoge Raad oordeelt dat rangwijzing ook bij pandrechten mogelijk is. De regeling voor hypotheekrechten leent zich voor analoge toepassing. Over de inningsbevoegdheid van de pandhouder overweegt de Hoge Raad dat deze zich uitstrekt over alle verpande vorderingen, ongeacht het beloop van de vordering waarvoor het pandrecht is gevestigd. De pandhouder is tevens bevoegd een pandrecht uit te oefenen dat tot zekerheid strekt voor de verpande vordering van de debiteur, ongeacht het beloop van de vorderingen waarvoor de pandrechten zijn verstrekt. Daarmee komt de Hoge Raad gedeeltelijk terug van zijn eerdere uitspraak inzake ABN Amro/Marell.
Rechtbank Midden-Nederland 26 maart 2021, INS 2021-0109, met wenk
De rechtbank wijst een door de schuldenaar ingediend verzoek ex artikel 371 Fw tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige af, omdat geen sprake zou zijn van een onderneming. De schuldenaar heeft zijn onderneming geruime tijd geleden gestaakt en afgewikkeld. Het enige dat resteert, is een inschrijving in het handelsregister en zakelijke schulden. In haar wenk gaat Samantha Renssen in op de vraag hoe dit oordeel zich verhoudt tot het standpunt van de minister dat de WHOA toegepast kan worden om tot een gecontroleerde afwikkeling van een onderneming te komen.
Rechtbank Noord-Nederland 26 maart 2021, INS 2021-0116, met wenk
De rechtbank verleent machtiging voor het aangaan van een krediet en het vestigen van een hypotheekrecht omdat dit noodzakelijk is om een WHOA-akkoord voor te bereiden. Hoewel de tekst van artikel 42a Fw beperkt is tot rechtshandelingen die noodzakelijk zijn om de onderneming gedurende de akkoordaanbieding voort te zetten, oordeelt de rechtbank dat de machtiging ook verstrekt kan worden voor rechtshandelingen die noodzakelijk zijn om het akkoord voor te bereiden. In de wenk wordt erop gewezen dat het voorontwerp voor de Implementatiewet richtlijn herstructurering en insolventie op dit punt een toevoeging beoogt op artikel 42a Fw.
Rechtbank Midden-Nederland 27 januari 2021, INS 2021-0117, met annotatie
Ter discussie staat onder meer de vraag of een geldige melding van betalingsonmacht is gedaan in de zin van artikel 23 lid 2 Wet Bpf. De vennootschap heeft in een e-mail geschreven dat men in moeilijk vaarwater verkeert en druk doende is alle financiële zaken zo goed en zo snel mogelijk op te lossen. Een betalingsregeling die een dag daarna wordt gesloten, wordt in het geheel niet nagekomen. De rechtbank vat dit op als melding van betalingsonmacht. In haar annotatie wijst Inge Lakwijk er onder meer op dat de rechtbank, ook in vergelijking tot andere rechtspraak, wel erg soepel omgaat met de vereiste melding van betalingsonmacht.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.
Met vriendelijke groet,
Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Het hof kwalificeert de door de curator ingestelde vordering niet als Peeters/Gatzen-vordering. De regel uit Rosbeek q.q./BNP Paribas is daarom niet van toepassing. 06-04-2021
- Gerechtshof Den Haag Vanwege de verbondenheid tussen partijen heeft het hof voorshands aangenomen dat de natuurlijk persoon achter de pandgever en pandnemer wist dat het faillissement te verwachten was en dat sprake was van samenspanning. De pandgever slaagt niet in het leveren van tegenbewijs. Het hof oordeelt verder (opnieuw) dat ook de registratie van een pandakte door de pandhouder vernietigd kan worden op grond van artikel 47 Fw en dat het moment van registratie als peilmoment geldt. 06-04-2021
- Gerechtshof Den Haag Over De Gerechtsdeurwaarster, Cugini en Ferenpar werd door dezelfde persoon (feitelijke) zeggenschap uitgeoefend. Het hof acht een betaling van € 10.000 van De Gerechtsdeurwaarster aan Cugini paulianeus op grond van artikel 47 Fw. Ferenpar is aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad, omdat zij de betaling heeft verricht op basis van een samenwerkingsovereenkomst met De Gerechtsdeurwaarster. 06-04-2021
- Gerechtshof Den Haag De zoon is in diverse uitspraken veroordeeld in de proceskosten van de vader en zijn persoonlijke holding. Een vordering die de zoon op de vader heeft, kan niet in verrekening worden gebracht, omdat de vordering niet opeisbaar is. 06-04-2021
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam Een werknemer heeft een aantal vorderingen op SPM die op basis van beleid van het UWV niet onder de loongarantieregeling vallen. Het gehomologeerde surseanceakkoord is niet verbindend voor de werknemer, omdat hij een bevoorrechte boedelvordering heeft. 08-04-2021
- Rechtbank Rotterdam Een bestuurder die de vennootschap laat gebruiken door anderen voor oplichtingspraktijken treft een persoonlijk ernstig verwijt, ook al wist de bestuurder niet van de oplichtingspraktijken omdat hij geen enkele controle heeft uitgeoefend. 07-04-2021
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Voormalig DGA moet onttrokken financieringsbedrag terugbetalen aan leasemaatschappij wegens samenspanning met zijn opvolger 07-04-2021
- Rechtbank Den Haag Een verzoek tot het afkondigen van een afkoelingsperiode en opheffing van beslagen onder de WHOA. 02-04-2021
- Rechtbank Den Haag Verzoek tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige. Rechtbank benoemt herstructureringsdeskundige na te hebben vastgesteld dat hij zijn taak onpartijdig en onafhankelijk kan uitvoeren en hij over de gevraagde competenties beschikt die voor deze herstructurering van belang lijken. 01-04-2021
- Rechtbank Rotterdam De verschuldigde vergoeding uit hoofde van een overeenkomst ter beëindiging van een arbeidsovereenkomst kon niet geheel worden voldaan door de vennootschap. De bestuurder is niet aansprakelijk voor het restant. 31-03-2021
- Rechtbank Midden-Nederland De rechtbank wijst een door de schuldenaar ingediend verzoek ex artikel 371 Fw tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige af, omdat geen sprake zou zijn van een onderneming. 26-03-2021
- Rechtbank Noord-Nederland De rechtbank verleent machtiging voor het aangaan van een krediet en het vestigen van een hypotheekrecht omdat dit noodzakelijk is om een WHOA-akkoord voor te bereiden. Hoewel de tekst van artikel 42a Fw beperkt is tot rechtshandelingen die noodzakelijk zijn om de onderneming gedurende de akkoordaanbieding voort te zetten, oordeelt de rechtbank dat de machtiging ook verstrekt kan worden voor rechtshandelingen die noodzakelijk zijn om het akkoord voor te bereiden. 26-03-2021
- Rechtbank Midden-Nederland Een herstructureringsdeskundige is niet gehouden aanwijzingen van de schuldenaar op te volgen en mag zich daartoe, gelet op zijn onpartijdige en onafhankelijke rol, ook niet (aanvullend) verplichten. 19-03-2021
- Rechtbank Midden-Nederland De vordering van de EU staat vast, omdat deze is gebaseerd op een besluit met formele rechtskracht. Verder staat ook de steunvordering vast en is ten onrechte een beroep gedaan op een Tegemoetkoming Vaste Lasten. Het ontvangen bedrag is direct doorgesluisd naar de bankrekening van de bestuurder. 19-03-2021
- Rechtbank Rotterdam Een failliete vennootschap, Vakbouw 8, heeft paulianeus een hypotheekrecht gevestigd ten gunste van haar indirecte financier. De curator wordt in de gelegenheid gesteld te bewijzen dat niet mondeling is afgesproken dat Vakbouw 8 hypotheekrechten zou vestigen ten gunste van de directe financier. 10-03-2021
- Rechtbank Noord-Nederland Grieven tegen beschikking van rechter-commissaris falen, omdat deze – in essentie – allemaal strekken ter bestrijding van (onherroepelijke) vaststellingen die in het kader van eerdere procedures in verschillende instanties zijn gedaan. 03-03-2021
- Rechtbank Midden-Nederland Een vennootschap failleert wegens economische malaise. Bestuurder is door onweerlegbaar bewijsvermoeden van onbehoorlijk bestuur ex artikel 23 lid 4 Wet Bpf toch aansprakelijk voor onbetaalde pensioenpremies van vóór melding betalingsonmacht. 27-01-2021