Naar boven ↑

Update

Nummer 9, 2021
Uitspraken van 23-04-2021 tot 06-05-2021
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 20 april 2021, INS 2021-0131
In de beslissing na verwijzen in de Geocopter-zaak komt het hof tot de conclusie dat de bestuurder niet aansprakelijk is voor het doen van eigen aangifte van het faillissement. Er is geen sprake van kennelijk onbehoorlijke taakvervulling in de zin van artikel 2:248 BW, omdat de vennootschap op het moment dat eigen aangifte werd gedaan daadwerkelijk in de toestand verkeerde dat zij had opgehouden te betalen. De bestuurder heeft zich ook laten adviseren door een advocaat over de eigen aangifte. Onder die omstandigheden heeft de bestuurder niet gehandeld zoals geen redelijk bestuurder zou hebben gehandeld. Ook heeft hij niet gehandeld met de wetenschap dat de schuldeisers door de aangifte zouden worden benadeeld. De bestuurder is verder niet aansprakelijk op grond van artikel 2:9 BW, onder meer omdat de curator niet inzichtelijk heeft gemaakt welke schade de vennootschap heeft geleden door de (vermeend onbevoegde) faillissementsaanvraag.

Rechtbank Overijssel 24 maart 2021, INS 2021-0139
De curator stelt de bestuurders van ’t Twentse Kozijnen Huis B.V. (‘TKH’) aansprakelijk op grond van artikel 2:248 BW. Omdat een aantal jaren geen jaarrekeningen zijn gedeponeerd en de administratie niet op orde is, wordt kennelijk onbehoorlijk bestuur aangenomen en vermoed dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Ter discussie staat of een van de (indirect) bestuurders zich kan disculperen omdat de boekhouding niet tot zijn takenpakket behoorde. De rechtbank oordeelt dat disculpatie mogelijk is. De bestuurder moet bewijzen dat de administratie inderdaad niet zijn taak was en dat hem onvoldoende signalen hebben bereikt om aanleiding te zien om zelfstandig onderzoek uit te voeren.

Rechtbank Rotterdam 8 maart 2021, INS 2021-0138
De rechtbank wijst een verzoek tot afkondiging van een afkoelingsperiode onder de WHOA af. Weliswaar kan ook een afkoelingsperiode worden afgekondigd als wordt gekomen tot een gecontroleerde afwikkeling buiten faillissement, maar de schuldenaar heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de afwikkeling buiten faillissement tot een beter resultaat zal leiden voor de schuldeisers. Dat schuldeisers in faillissement slechter af zijn wegens de kosten van de curator, is te kort door de bocht. Aan een akkoordprocedure zijn ook kosten verbonden. Verder zijn de kosten in faillissement onder meer hoger omdat een rechtmatigheids- en oorzakenonderzoek wordt uitgevoerd. Op voorhand kan niet worden vastgesteld dat een dergelijk onderzoek niets oplevert. Relevant in dat verband acht de rechtbank dat niet is uitgesloten dat is gefraudeerd bij subsidieaanvragen.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hof

Rechtbank