Naar boven ↑

Update

Nummer 1, 2022
Uitspraken van 01-01-2022 tot 13-01-2022
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Hoge Raad 24 december 2021, INS 2022-0003
In het faillissement van PaperlinX is onder meer discussie ontstaan over de vraag of contractuele of wettelijke rente is verschuldigd over een huurvordering die kan worden gekwalificeerd als boedelvordering. Nadat het hof deze vraag ontkennend heeft beantwoord en het verzoek om prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad heeft afgewezen (INS 2020-0052), heeft de verhuurder cassatie ingesteld. De Hoge Raad oordeelt dat wel rente is verschuldigd over boedelvorderingen. Een gebrek aan middelen levert ook voor de boedel geen overmacht op. Een faillissement brengt geen wijziging in bestaande wederkerige overeenkomsten. Als de curator of bewindvoerder in surseance een huurovereenkomst opzegt op grond van artikel 39 of 238 Fw, blijft de huurovereenkomst gedurende de opzegtermijn in stand. Dit betekent dat de verhuurder de in die huurovereenkomst opgenomen contractuele rente in rekening kan brengen als boedelschuld.

Rechtbank Amsterdam 3 november 2021, INS 2022-0015
Op de dag voor kerst heeft de rechtbank Amsterdam acht uitspraken gepubliceerd over een WHOA-traject.
In de eerste uitspraak, van 15 februari 2021 (INS 2022-0002), wordt een afkoelingsperiode afgekondigd voor de duur van twee maanden nadat de financiering is opgeëist.
Op 25 maart 2021 wijst de rechtbank op verzoek van de vertegenwoordiger van een groot deel van de schuldeisers een herstructureringsdeskundige aan (INS 2022-0016). In deze uitspraak overweegt de rechtbank ook dat een afkoelingsperiode in de weg staat aan overgang van het stemrecht op aandelen aan de pandhouder en uitoefening van dit stemrecht door de pandhouder.
In INS 2022-0013 oordeelt de rechtbank op een artikel 378 Fw-verzoek dat het stemrecht van Rabobank niet is overgegaan op de koper van de vordering, omdat met de overname misbruik van bevoegdheid is gemaakt. De vordering is uitsluitend overgenomen om het stemproces te beïnvloeden. Hetzelfde geldt voor een vordering van de Belastingdienst. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst het stemrecht heeft behouden, ondanks mogelijke subrogatie van een gelieerde partij die de vordering van de Belastingdienst heeft voldaan. De rechtbank oordeelt verder dat met het akkoord de maturity date, rentebetalingsverplichtingen en convenanten uit een kredietovereenkomst gewijzigd kunnen worden. De kredietovereenkomst hoeft niet met instemming van de wederpartij gewijzigd te worden op grond van artikel 373 Fw.
Op 3 november 2021 homologeert de rechtbank het akkoord (INS 2022-0015), ondanks het feit dat slechts één van de drie klassen heeft ingestemd. De herstructureringsdeskundige, die vreest aansprakelijk gesteld te worden, heeft verzocht vijf jaar in functie te mogen blijven zodat hij eventuele kosten van verweer vergoed kan krijgen. De rechtbank wijst dit verzoek toe.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank