Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.
Hof van Justitie EU 18 april 2022, INS 2022-0129, Heiploeg
Het Hof van Justitie van de Europese Unie overweegt als antwoord op de prejudiciële vragen van de Hoge Raad dat de pre-packprocedure van Heiploeg een faillissementsprocedure of soortgelijke procedure was met het oog op de liquidatie van het vermogen van de vervreemder en onder toezicht stond van een bevoegde overheidsinstantie. Daarmee is voldaan aan de voorwaarden van artikel 5 lid 1 van Richtlijn 2001/23/EG. Bij beantwoording van de vragen oordeelt het Hof van Justitie dat het vanuit het oogpunt van rechtszekerheid is vereist dat een pre-packprocedure wordt geregeld in wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen. Eerder werden, in de Smallsteps-zaak, soortgelijke prejudiciële vragen van de rechtbank Midden-Nederland anders beantwoord, maar volgens het Hof van Justitie zijn in de verwijzingsbeslissing van de Hoge Raad feitelijke en procedurele elementen ten aanzien van de pre-packprocedure opgenomen die niet waren vermeld door de rechtbank Midden-Nederland of niet aan de orde waren in Smallsteps.
Rechtbank Den Haag 25 april 2022, INS 2022-0128
Een groothandel in medicijnen vraagt om afkondiging van een afkoelingsperiode onder de WHOA. De rechtbank wijst het verzoek toe. Naar het oordeel van de rechtbank is een faillissement voorzienbaar en is een WHOA-akkoord om twee redenen beter voor schuldeisers dan een faillissement. In de eerste plaats is een vergunning vereist voor de groothandel in medicijnen. Het is de vraag of een faillissementscurator gebruik zou kunnen blijven maken van deze vergunning. Is dat niet het geval, dan kan dat grote impact hebben op de waarde van de voorraad. In de tweede plaats ligt de voorraad opgeslagen bij een externe partij die een logistiek centrum exploiteert dat voldoet aan strenge wettelijke eisen. Deze partij verzorgt ook de logistiek aan afnemers. Een faillissement zou bij deze partijen de vraag oproepen welke impact een faillissement zou hebben op de bestaande regelingen en of de reguliere wijze van verkoop en levering van geneesmiddelen wel kan voortgaan.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 18 april 2022, INS 2022-0125
Naar het oordeel van de rechtbank is de onderneming van een failliete vennootschap (‘Meubilair’) voor een te laag bedrag overgedragen aan een daartoe opgerichte vennootschap (‘Beheer’). De curator stelt onder meer de bestuurder en Beheer aansprakelijk. De bestuurder en Beheer zijn op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk voor de overdracht voor een te lage prijs. De bestuurder is niet aansprakelijk voor de verkoop op grond van artikel 2:248 BW, omdat het faillissement op dat moment al onvermijdelijk was. Daarnaast is de bestuurder niet op grond van artikel 2:248 BW aansprakelijk voor het doen van een onjuiste aangifte omzetbelasting, omdat de bestuurder dit heeft gedaan om liquiditeit in de onderneming te houden en niet vaststaat dat het voor de bestuurder duidelijk was dat de gezamenlijke schuldeisers hierdoor werden benadeeld.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.
Met vriendelijke groet,
Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates
Hof van Justitie van de Europese Unie
Hof
Rechtbank
- Rechtbank Overijssel Verkoop van een boerderij, terwijl verkoper gelijktijdig een erfpachtrecht op dezelfde boerderij ‘terugkrijgt’. Paulianavordering van de curator slaagt niet. Het bewijsvermoeden is ontzenuwd. De curator heeft onvoldoende gesteld om wetenschap van benadeling aan te nemen. 04-05-2022
- Rechtbank Overijssel In deze zaak heeft de curator na meer dan twee jaar de ontbindende voorwaarde uit een koopovereenkomst ingeroepen. De koper meent dat die ontbinding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is en vordert nakoming van de overeenkomst. De rechtbank passeert dit standpunt en wijst de vordering van de koper af. 04-05-2022
- Rechtbank Amsterdam 03-05-2022
- Rechtbank Midden-Nederland Een verzoeker wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn wrakingsverzoek gericht tegen de rechter-commissaris, omdat het wrakingsverzoek te laat is ingediend en omdat het wrakingsverzoek zich richt op een advies van de curator aan de rechter-commissaris. Hiermee heeft de curator slechts uitvoering gegeven aan zijn wettelijke taak (art. 65 Fw). 29-04-2022
- Rechtbank Den Haag Twee bijzondere omstandigheden maken dat afwikkeling van de onderneming buiten faillissement duidelijk in het belang van de schuldeisers is. Daarom wordt een afkoelingsperiode van twee maanden gelast. 25-04-2022
- Rechtbank Rotterdam Geen sprake van kennelijk onbehoorlijk bestuur waardoor het faillissement is veroorzaakt. Wel is in het zicht van faillissement een betaling onrechtmatig verricht, maar de geleden schade is al teniet gedaan. 13-04-2022