Naar boven ↑

Update

Nummer 15, 2022
Uitspraken van 15-07-2022 tot 28-07-2022
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Hoge Raad 15 juli 2022, INS 2022-0193, X en Y/Rompelberg q.q.
Twee natuurlijke personen die failliet zijn verklaard, menen dat de rechter-commissaris (R-C) het vrij te laten bedrag ten onrechte niet heeft berekend aan de hand van de Recofa-richtlijnen. Zij verzoeken de R-C daarom op grond van artikel 69 Fw om het vrij te laten bedrag aan te passen. De R-C verklaarde verzoekers niet-ontvankelijk in hun artikel 69-verzoek, maar heeft het verzoek ook opgevat als een verzoek tot herziening van het vrij te laten bedrag op grond van artikel 21 aanhef en onder 2° Fw. Het verzoek tot aanpassing heeft de R-C afgewezen, omdat het beleid is van de rechtbank Limburg om aan te sluiten bij de beslagvrije voet. De Hoge Raad oordeelt dat de R-C verzoekers terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard in hun artikel 69-verzoek. In hun cassatieberoep tegen deze beslissing zijn verzoekers niet-ontvankelijk, omdat hoger beroep openstond op grond van artikel 67 Fw. Verzoekers zijn wel ontvankelijk in hun cassatieberoep tegen de beslissing op grond van artikel 21 aanhef en onder 2° Fw. Inhoudelijk verwerpt de Hoge Raad het cassatieberoep. De Recofa-richtlijnen zijn geen recht in de zin van artikel 79 RO, zodat de R-C niet verplicht is zich hierop te baseren bij het berekenen van het vrij te laten bedrag. Daar komt bij dat in de Recofa-richtlijnen slechts staat dat het vrij te laten bedrag ‘kan’ worden berekend volgens de daarin opgenomen rekenmethode.

Rechtbank Noord-Holland 7 juli 2022, INS 2022-0189. Met wenk
Verzoekers stellen verzet in tegen de uitdelingslijst die de curator ter griffie heeft gedeponeerd in een faillissement dat vereenvoudigd is afgewikkeld (art. 137a e.v. Fw). Verzoekers menen namelijk dat een vordering van de voormalig advocaat van gefailleerde ten onrechte op de lijst van erkende concurrente vorderingen zou zijn geplaatst. De rechtbank verklaart verzoekers niet-ontvankelijk in hun verzoek, omdat niet gesteld of gebleken is dat zij schuldeiser zijn. Ten overvloede overweegt de rechtbank dat geen sprake is van erkende en betwiste crediteuren. Weliswaar vermeldde de uitdelingslijst vorderingen van concurrente crediteuren, maar dat was volgens de curator slechts ad informandum. In de wenk wordt ingegaan op de vereenvoudigde afwikkeling en de ontvankelijkheid bij betwisting van een vordering door het instellen van verzet tegen de uitdelingslijst.

Rechtbank Rotterdam 6 juli 2022, INS 2022-0191
In een renvooiprocedure ex artikel 122 Fw overweegt de rechtbank dat een vermeerdering van eis niet is toegestaan in een renvooiprocedure, omdat schuldeisers die zich konden vinden in de oorspronkelijke vordering maar niet in de vermeerdering van eis zich hiertegen niet kunnen verzetten. Wijziging van grondslag is alleen toegestaan als daardoor niet buiten het geschil dat blijkt uit het proces-verbaal van de verificatievergadering wordt getreden en als geen wezenlijke verandering wordt gebracht in de aard van de vordering.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank