Naar boven ↑

Update

Nummer 18, 2022
Uitspraken van 02-09-2022 tot 15-09-2022
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Rechtbank Den Haag 30 augustus 2022, INS 2022-0222, met wenk
Een geturboliquideerde vennootschap wordt alsnog failliet verklaard. De rechtbank merkt daarbij een mogelijke vordering op grond van artikel 2:248 BW aan als potentiële bate. Samantha Renssen gaat in haar wenk uitvoerig in op de vraag of een vordering op grond van artikel 2:248 BW moet worden gekwalificeerd als bate van de vennootschap en tegen welke problemen een schuldeiser mogelijk aanloopt in verband met de bewijslast.

Rechtbank Amsterdam 24 augustus 2022, INS 2022-0225
Twee personen hebben via D-Reizen vliegtickets gekocht bij KLM. In verband met corona heeft KLM de vlucht geannuleerd en de ticketprijzen gerestitueerd aan D-Reizen. Omdat D-Reizen failliet is verklaard, hebben de twee personen de ticketprijzen niet teruggekregen van D-Reizen. Zij vorderen daarom terugbetaling van KLM. De rechtbank wijst het verzoek toe op grond van Verordening (EG) nr. 261/2004. Op basis van deze verordening is de luchtvaartmaatschappij ervoor verantwoordelijk dat de keuze tussen omboeking en restitutie bij de passagiers wordt gelaten. Kiezen zij voor restitutie, dan ligt het op de weg van de luchtvaartmaatschappij om de ticketprijs direct aan de passagiers terug te betalen.

Rechtbank Rotterdam 24 augustus 2022, INS 2022-0226
Een vennootschap heeft met een inmiddels failliete vennootschap afgesproken dat alle bestaande en toekomstige vorderingen zullen worden verpand. Hiermee is volgens de rechtbank nog geen pandakte ondertekend, zodat geen openbaar pandrecht gevestigd kan zijn. Pas ongeveer twee jaar later is een stil pandrecht gevestigd door ondertekening en registratie van een pandakte. Omdat nadien geen nieuwe pandakte is getekend, rust het pandrecht uitsluitend op vorderingen die op dat moment bestonden of voortvloeien uit een op dat moment reeds bestaande rechtsverhouding. De pandhouder heeft diverse vorderingen geïnd, waaronder vorderingen waarop geen pandrecht is gevestigd. De rechtbank beoordeelt per vordering of hier een pandrecht op rust en veroordeelt de pandhouder tot betaling van het geïnde bedrag aan de curator voor zover het pandrecht niet is gevestigd.

Rechtbank Overijssel 16 maart 2022, INS 2022-0231, Volkerink q.q./Rabobank
De curator van een failliete zwemschool zette tijdens faillissement de zwemschool enige tijd voort. De zwemlessen werden verzorgd tegen betaling van contributie. De vraag die voorligt, is of de vorderingen ter zake van tijdens faillissement geïncasseerde contributie op de faillissementsdatum al waren ontstaan of nog moesten ontstaan. Waren de vorderingen al ontstaan dan rustte een pandrecht van Rabobank op de vorderingen; was sprake van toekomstige vorderingen dan viel de contributie in de boedel. Onder verwijzing naar WUH/Emmerig q.q. oordeelt de rechtbank dat sprake is van toekomstige vorderingen op het moment van de faillietverklaring. De contributie komt dus toe aan de boedel.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Rechtbank