Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.
Hoge Raad 26 januari 2022, INS 2022-0028
Een vennootschap heeft in januari 2009 haar activiteiten overdragen aan een stichting. Het overgrote deel van de werknemers is overgegaan op de stichting. In november 2010 heeft het bedrijfstakpensioenfonds de bestuurder aansprakelijk gesteld op grond van artikel 23 Wet Bpf 2000. Het hof heeft de vordering afgewezen omdat, anders dan de rechtbank oordeelde, wel een tijdige melding van betalingsonmacht was gedaan. Daarnaast oordeelde het hof dat de vordering op de bestuurder was vervallen op grond van artikel 7:663 BW. In een overweging te overvloede overweegt de Hoge Raad dat het pensioenfonds een zelfstandig vorderingsrecht heeft op de bestuurder. Het verval van het vorderingsrecht op de oude werkgever na een jaar op grond van artikel 7:663 BW brengt dus niet het verval van het vorderingsrecht op de bestuurder met zich.
Rechtbank Den Haag 11 januari 2022, INS 2022-0024
De rechtbank wijst een verzoek tot verlenging van een afkoelingsperiode op grond van artikel 376 Fw af. Eerder had de verzoeker gemeld dat hij zijn schulden wilde saneren met de verwachte overwaarde van zijn woning en de toekomstige opbrengst van de onderneming. Met een TOA-krediet zouden de herstructureringskosten worden voldaan. Inmiddels is gebleken dat het TOA-krediet niet is aangevraagd omdat het IMK de onderneming als niet-levensvatbaar heeft bestempeld. Daarnaast is inmiddels duidelijk dat verzoeker de toekomstige positieve resultaten van de onderneming niet aan de schuldeisers ten goede wil laten komen. Uitsluitend de overwaarde van de woning wordt daarvoor gebruikt. De rechtbank overweegt dat voortzetting van de onderneming niet noodzakelijk is voor het akkoord, omdat de reorganisatiewaarde niet toekomt aan de schuldeisers. Verlenging van de afkoelingsperiode is niet in het belang van de schuldeisers, ook omdat niet aannemelijk is gemaakt dat een liquidatieakkoord meerwaarde heeft voor de schuldeisers.
Gerechtshof Den Haag 28 december 2021, INS 2022-0018
De voormalig bestuurder van een vennootschap wordt aansprakelijk gehouden voor het boedeltekort in faillissement op grond van artikel 2:248 BW. De bestuurder heeft enkele maanden geen administratie gevoerd en jaarrekeningen structureel niet of te laat gedeponeerd. Daarom staat kennelijk onbehoorlijk bestuur vast en wordt vermoed dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. De bestuurder stelt dat hij de aandelen heeft verkocht aan een derde en dat het faillissement is veroorzaakt door het nietsdoen van de koper. Het hof ziet hierin geen grond om de bestuurder niet aansprakelijk te houden. Op de bestuurder rustte de verplichting enig onderzoek te doen naar de persoon en de achtergrond van de koper. Als het faillissement is veroorzaakt door de koper als katvanger, dan komt dat voor rekening van de bestuurder, nu hij dit onderzoek niet heeft verricht.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.
Met vriendelijke groet,
Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates
Hoge Raad
Hof
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam Ondanks meerdere aanhoudingen en herhaaldelijke toezeggingen is de vordering van de werknemer niet voldaan. Mede vanwege het belang dat de werknemer heeft bij het doen van een beroep op de loongarantieregeling, spreekt de rechtbank het faillissement uit. 14-01-2022
- Rechtbank Den Haag Het verzoek tot verlenging wordt afgewezen omdat er niet (meer) wordt voldaan aan de vereisten van artikel 376 lid 4 Fw. 11-01-2022
- Rechtbank Den Haag De vordering met een hoofdsom van € 295.000 blijkt uit de administratie van verzoekster, Teddy Kids B.V. Omdat verweerder als algemeen manager verantwoordelijk was voor de financiële administratie en tegen Rabobank heeft verklaard dat een hypotheekrecht rust op zijn pand ten gunste van Teddy Kids, is summierlijk gebleken van het vorderingsrecht. 11-01-2022
- Rechtbank Rotterdam Het verzoek wordt niet aangehouden omdat de werknemer een beroep wil doen op de loongarantieregeling en daarom belang heeft bij een snelle behandeling van de faillissementsaanvraag. 06-01-2022
- Rechtbank Noord-Nederland Besloten akkoordprocedure. Verzoek schuldenaar aanwijzing herstructureringsdeskundige en afkoelingsperiode. Verzoek schuldeiser tot treffen van voorzieningen in het kader van afkoelingsperiode. 05-01-2022
- Rechtbank Amsterdam De rechtbank beslist op een aspectenverzoek. Hoewel de klassenindeling aan de wettelijke eisen voldoet, kan de omstandigheid dat binnen een klasse sprake is van partijen met afwijkende of tegenstrijdige belangen aanleiding zijn om een andere klassenindeling te hanteren. Er staat niet summierlijk vast dat een faillissement tot een hogere opbrengst zal leiden omdat de jaarrekening niet is gedeponeerd. 24-12-2021
- Rechtbank Rotterdam De rechter dient een verschoningsverzoek in omdat de natuurlijk persoon die verzoekt om toelating tot de WSNP op zijn voordracht als rechter-commissaris in het faillissement van een vennootschap in verzekerde bewaring is gesteld. 22-12-2021
- Rechtbank Amsterdam Terwijl de Hoge Raad zich nog moet buigen over de prejudiciële vraag of achterstallige pensioenpremies onder de WHOA vallen, homologeert de rechtbank alvast het akkoord. De rechtbank homologeert geen gewijzigde versie van het akkoord dat aan de schuldeisers is voorgelegd, maar oordeelt dat een vaststellingsovereenkomst op grond waarvan een derde de pensioenpremies voldoet als deze niet onder de WHOA vallen niet in de weg staat aan homologatie. 21-12-2021
- Rechtbank Gelderland Rechtbank wijst het verzoek tot gelasten van een afkoelingsperiode ex artikel 376 Fw van vier maanden toe. Verzoek tot opheffing beslagen wordt afgewezen omdat de voertuigen niet essentieel zijn voor de bedrijfsvoering. 10-12-2021
- Rechtbank Rotterdam De rechtbank overweegt dat onvoldoende financiële gegevens zijn aangeleverd voor een afkoelingsperiode van vier maanden. De afkoelingsperiode wordt afgekondigd voor twee maanden. De schuldenaar moet de rechtbank na een maand informeren over de voortgang van de akkoordprocedure. 09-11-2021
- Rechtbank Amsterdam Verzochte afkoelingsperiode noodzakelijk voor continuïteit onderneming tijdens voorbereiding en onderhandelingen akkoord en redelijkerwijs in belang van gezamenlijke schuldeisers. 13-09-2021