Naar boven ↑

Update

Nummer 21, 2022
Uitspraken van 14-10-2022 tot 27-10-2022
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Hoge Raad 7 oktober 2022, INS 2022-0257
Het schriftelijke vonnis waarin de rechtbank een schuldeiser heeft bevolen in te stemmen met een schuldregeling (art. 287a Fw) vermeldt als uitspraakdatum 24 januari 2022, terwijl de uitkomst van de procedure al op 20 januari 2022 telefonisch aan de oorspronkelijke verzoeker was doorgegeven. De schuldeiser mocht er vanwege de omstandigheden van het geval van uitgaan dat de uitspraakdatum in het vonnis juist was.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 4 oktober 2022, INS 2022-0261, GSP/Curatoren GOC
Groningen Seaports (GSP) had een terrein in erfpacht uitgegeven aan GOC. Voor de op het terrein aanwezige gebouwen en werken is een recht van opstal gevestigd ten gunste van GOC. Na het faillissement van onder meer GOC liep de erfpachtrelatie meerdere jaren door en is de achterstand in betaling van de erfpachtcanon opgelopen tot ruim € 2,2 miljoen. Ter discussie staat of de erfpachtcanon die is ontstaan tijdens faillissement boedelschuld is en of GSP een retentierecht uitoefende op het terrein, zodat de verkoopopbrengst van een installatie zou toekomen aan GSP. Het hof oordeelt dat de verplichting tot betaling van erfpachtcanon geen boedelschuld is. Ook is geen sprake van een retentierecht van GSP op grond van artikel 5:100 BW, omdat de erfpacht nog niet was geëindigd.

Rechtbank Limburg 28 september 2022, INS 2022-0262, Lemmens q.q./X en Y
De bestuurders van een failliete coöperatie worden door de curator aansprakelijk gesteld voor het boedeltekort op grond van artikel 2:138 BW (jo. art. 2:53a en 2:50a BW). De rechtbank wijst de vorderingen af zonder in te gaan op de door de curator gestelde schending van de administratie- en deponeringsplicht, omdat de bestuurders een andere belangrijke oorzaak van het faillissement aannemelijk hebben gemaakt. In de eerste plaats kon de coöperatie niet voldoen aan een veroordelend vonnis waardoor dwangsommen werden verschuldigd die niet betaald konden worden en in de tweede plaats is het faillissement veroorzaak door een achteraf gezien foute beleidskeuze om vanaf medio 2015 de bedrijfsactiviteiten uit te breiden. Een verkeerde ondernemingsbeslissing hoort bij het ondernemerschap en leidt op zichzelf niet tot aansprakelijkheid.

Rechtbank Rotterdam 16 september 2022, INS 2022-0255
Een natuurlijk persoon die in een huurwoning woont, is failliet verklaard. Anderhalf jaar na de faillissementsdatum zegt de verhuurder op grond van artikel 39 Fw de huurovereenkomst op, terwijl de huurachterstand tijdens faillissement niet is opgelopen. De rechtbank oordeelt dat de verhuurder misbruik van bevoegdheid maakt door de overeenkomst op te zeggen. Redelijkerwijs is niet te verwachten dat de huurder zijn verplichtingen niet zal nakomen en ten tijde van de faillietverklaring was de toen bestaande huurachterstand geen reden de huurovereenkomst op te zeggen.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank