Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.
Rechtbank Den Haag 8 februari 2022, INS 2022-0058
De rechtbank oordeelt over het verzoek tot homologatie van een WHOA-akkoord. De zienswijze die een schuldeiser heeft ingediend, weegt de rechtbank niet mee in haar oordeel. Weliswaar mag volgens de rechtbank ook een schuldeiser die geen verzoek heeft ingediend tot afwijzing van het homologatieverzoek (art. 383 lid 8 Fw) een zienswijze indienen, maar een dergelijke zienswijze mag geen verkapt afwijzingsverzoek zijn, wat hier wel het geval was. Toch wijst de rechtbank het homologatieverzoek af, omdat zij ambtshalve constateert dat zich algemene afwijzingsgronden voordoen. Ten eerste was de gehanteerde stemtermijn van veertien dagen onredelijk. Onder meer vanwege de complexiteit van het akkoord en vanwege het feit dat veel schuldeisers publiekrechtelijke rechtspersonen zijn waarbij vaak tijdrovende besluitvorming vereist is voor het uitbrengen van een stem, had een langere termijn gehanteerd moeten worden. Ten tweede voldoet de overgelegde informatie niet aan de eisen van artikel 375 Fw. Uit het akkoord blijkt bijvoorbeeld niet dat sprake is van ‘enige geruisloze overgang van bedrijfsactiviteiten’. Ook is de goodwill niet meegenomen in de waardering en ontbreekt een lijst met betwiste vorderingen. Ten derde zijn meerdere schulden ten onrechte niet meegenomen in het akkoord.
Rechtbank Noord-Holland 19 januari 2022, INS 2022-0061. Met wenk
Middelkoop Beheer B.V. heeft een bedrijfsterrein verhuurd aan een inmiddels failliete vennootschap. De curator heeft de huurovereenkomst opgezegd en een honderdtal containers met vervuild zand op het terrein laten staan. De vraag die centraal staat, is of de saneringskosten van het zand als boedelschuld betaald moeten worden. De curator meent van niet, omdat de containers worden nagetrokken door de grond. Daarom is de rechtsregel uit het arrest Vossenberg/Curatoren Aldel volgens de curator niet van toepassing. De rechtbank oordeelt anders. Volgens de rechtbank heeft de curator gehandeld in strijd met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt door wel goederen met een positieve waarde mee te nemen, maar goederen met een negatieve waarde achter te laten. Of de containers worden nagetrokken door de grond, is volgens de rechtbank niet relevant. Ruben Berghuis plaatst in zijn wenk vraagtekens bij dit oordeel van de rechtbank.
Gerechtshof Den Haag 19 juni 2020, INS 2022-0063
In dit recent gepubliceerde arrest gaat het over de samenloop tussen civiele en fiscale bestuurdersaansprakelijkheid. Een bestuurder van een failliete vennootschap heeft met de curator een schikking getroffen, omdat hem onbehoorlijk bestuur werd verweten door de curator. De Belastingdienst stelt de bestuurder aansprakelijk voor onbetaald gebleven naheffingsaanslagen loonbelasting. Het hof oordeelt dat de bestuurder aan de tekst van artikel 36.1 van de Leidraad Invordering 2008 het vertrouwen kon ontlenen dat hij niet ook door de Belastingdienst aansprakelijk zou worden gesteld en wijst de vordering af.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.
Met vriendelijke groet,
Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates
Hof
Rechtbank
- Rechtbank Den Haag De route van de indiening van zienswijzen leent zich niet voor een (verkapt) verzoek tot afwijzing van een homologatieverzoek. Het homologatieverzoek wordt echter toch afgewezen omdat er algemene afwijzingsgronden zijn. 08-02-2022
- Rechtbank Rotterdam Verzoekster wordt niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek, omdat niet is aangetoond dat de VOF waarvan het faillissement is aangevraagd bestaat. De 'VOF' lijkt slechts één vennoot te hebben, hetgeen niet mogelijk is. 01-02-2022
- Rechtbank Rotterdam Een schuldeiser vraagt het faillissement van een ontbonden vennootschap aan. De ontbonden vennootschap wordt failliet verklaard, omdat summierlijk is gebleken dat er mogelijk baten zijn en de vennootschap verkeert in de toestand dat zij heeft opgehouden te betalen. 01-02-2022
- Rechtbank Rotterdam WHOA-akkoord voldoet aan de wettelijke vereisten en voorts is na de zitting gebleken dat de nakoming toch voldoende is gewaarborgd. 26-01-2022
- Rechtbank Noord-Holland Het vorderingsrecht van verzoekster blijkt uit een vonnis in kort geding, dat in hoger beroep is bekrachtigd. Omdat niet is gebleken dat evident sprake is van een kennelijke misslag in de beslissing van het hof, blijkt summierlijk van het vorderingsrecht van verzoekster. 26-01-2022
- Rechtbank Rotterdam De rechtbank wijst een faillissementsverzoek toe. De rechtbank overweegt dat aan de vereisten voor faillietverklaring is voldaan en dat het feit dat een regeling wordt voorbereid niet tot misbruik van de bevoegdheid om het faillissement aan te vragen leidt. 25-01-2022
- Rechtbank Rotterdam Nadat de behandeling van het faillissementsverzoek tweemaal is aangehouden, spreekt de rechtbank het faillissement uit van een natuurlijk persoon. Niet aannemelijk is dat de overwaarde van een woning op korte termijn beschikbaar komt en aangewend kan worden om de vorderingen van verzoekers te voldoen. 25-01-2022
- Rechtbank Noord-Holland Na faillissement zegt de curator de huurovereenkomst van een door de failliet gehuurd bedrijfsterrein op. Op dit terrein staan containers van de failliet met daarin vervuild zand. De curator weigert de containers te verwijderen, omdat verwijdering gepaard dient te gaan met (kostbare) sanering van de vervuilde inhoud van de containers. De rechtbank oordeelt dat de curator de verplichting jegens de eigenaar van het terrein heeft om de containers te verwijderen – ongeacht de kwalificatie van de containers als roerende of onroerende zaken. De kosten gemoeid met het doen verwijderen en doen saneren van de containers leveren een boedelschuld op. 19-01-2022
- Rechtbank Midden-Nederland De afkoelingsperiode is nodig zodat vorderingen geïnd kunnen worden en met de opbrengst de onderneming voortgezet kan worden. Door deze voortzetting ontstaan nieuwe vorderingen, waarmee in beginsel op toereikende wijze vervangende zekerheid wordt verstrekt aan de pandhouder (art. 376 lid 7 Fw). 13-01-2022
- Rechtbank Amsterdam De bestuurder heeft zijn bestuurstaak kennelijk onbehoorlijk vervuld en dit handelen is een belangrijke oorzaak van het faillissement. Daarnaast krijgt de bestuurder een bestuursverbod van vijf jaar opgelegd. 29-12-2021
- Rechtbank Rotterdam De uitkomst van de procedure die de curator wil voeren is ongewis. Een eventuele positieve uitkomst van de procedure leidt er slechts toe dat (een deel van) het salaris van de curator wordt betaald. De procedure is naar het oordeel van de rechtbank niet in het belang van de gezamenlijke schuldeisers, omdat zij geen uitkering kunnen verwachten. 02-11-2021
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Rechtbank wijst het verzoek tot verlenging van de afkoelingsperiode ex artikel 376 Fw toe en wijst een observator aan. Gebleken is dat er belangrijke voortgang is geboekt. De rechtbank verlengt de afkoelingsperiode met twee maanden. 11-06-2021
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant De rechtbank kondigt een afkoelingsperiode af voor de duur van vier maanden. De schuldenaar moet de rechtbank binnen twee maanden informeren over de voortgang van de akkoordaanbieding. 17-02-2021