Naar boven ↑

Update

Nummer 1, 2023
Uitspraken van 28-12-2022 tot 05-01-2023
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Rechtbank Gelderland 21 december 2022, INS 2023-0003
Een bestuurder is aansprakelijk voor het boedeltekort van Ruso B.V. op grond van artikel 2:248 BW. De jaarrekeningen zijn vanaf 2014 niet gepubliceerd. De bestuurder heeft geen andere belangrijke oorzaak van het faillissement aannemelijk gemaakt. Het faillissement is juist, uitgaande van de stellingen van de bestuurder, veroorzaakt doordat de bestuurder te veel afhankelijk was van één persoon en geen goed back-up plan had bij het vertrek van die persoon. In 2019 is de vennootschap bananen en zout gaan importeren, terwijl de vennootschap voor die tijd diensten verleende voor werving en selectie van personeel. De bestuurder had geen verstand van de internationale handel, maar liet alles over aan ‘naam 1’. Nadat ‘naam 1’ met de noorderzon was vertrokken, bleef Ruso achter met een onverkoopbare partij zout.

Rechtbank Rotterdam 15 december 2022, INS 2022-0309
De rechtbank verlengt de afkoelingsperiode die is afgekondigd ten aanzien van twee vennootschappen omdat belangrijke vooruitgang is geboekt bij de totstandkoming van het akkoord. De vennootschappen willen nieuwe financiering aangaan in verband met de uitvoering van het akkoord. De wens is om een eerste pandrecht te verstrekken aan de nieuwe financier op nieuwe vorderingen, ten koste van twee reeds bestaande pandhouders. Die zouden dan tweede en derde pandhouder moeten worden. De vennootschappen leggen een aantal vragen over de nieuwe financiering voor aan de rechtbank in een aspectenverzoek. Een van die vragen is of het mogelijk is een rangwisseling te bewerkstelligen met een WHOA-akkoord. De rechtbank oordeelt dat dit niet kan. De Herstructureringsrichtlijn biedt die optie wel aan lidstaten, maar de minister heeft bewust niet voor die optie gekozen.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 8 december 2022, INS 2022-0313
De rechtbank had de homologatie van een faillissementsakkoord geweigerd. Volgens de rechtbank was nakoming van het akkoord onvoldoende gewaarborgd, omdat het bedrag dat op de derdengeldenrekening van het kantoor van de schuldenaar beschikbaar was gesteld voor het akkoord, niet was overgemaakt naar de derdengeldenrekening van het kantoor van de curator. Na de uitspraak van de rechtbank is dit wel gebeurd, zodat het hof het akkoord homologeert. De schuldenaar stelde in hoger beroep nog dat het niet noodzakelijk is dat de voor het akkoord beschikbare gelden voorafgaand aan de homologatie van het akkoord ter beschikking worden gesteld aan de curator, maar het hof gaat daar niet expliciet op in.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hof

Rechtbank