Naar boven ↑

Update

Nummer 13, 2023
Uitspraken van 23-06-2023 tot 06-07-2023
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Hoge Raad 23 juni 2023, INS 2023-0154
Twee bestuurders zijn door het hof veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan de curator wegens selectieve betaling op grond van artikel 6:162 BW, een zogenoemde Peeters/Gatzen-vordering. Beide bestuurders gaan in cassatie, omdat zij menen dat het hof buiten de grenzen van de rechtsstrijd is getreden. De curator zou slechts onrechtmatig handelen jegens de vennootschap aan zijn vordering ten grondslag hebben gelegd en niet onrechtmatig handelen jegens de gezamenlijke schuldeisers. De Hoge Raad laat het oordeel van het hof in stand. Volgens de Hoge Raad had het hof uit de stellingen van de curator mogen afleiden dat hij met zijn vordering de boedel wilde herstellen en het te ontvangen bedrag wilde verdelen onder de schuldeisers en daarmee onmiskenbaar de bedoeling had het belang van de schuldeisers te behartigen.

Hoge Raad 16 juni 2023, INS 2023-0147
Een curator heeft een aantal (middellijk) bestuurders aansprakelijk gesteld op grond van artikel 2:248 BW. De curator stelt onder meer dat de boekhoudplicht is geschonden. De bestuurders hebben gesteld dat de curator kon beschikken over de volledige administratie. Het Hof ’s-Hertogenbosch heeft zich aangesloten bij deze stelling. De advocaat van de bestuurders zou de curator erop hebben gewezen dat hij over de hele administratie zou beschikken en de curator heeft daarop niet gereageerd. Het hof wijst de vordering van de curator af. De Hoge Raad casseert de uitspraak van het hof in verband met een motiveringsgebrek, omdat uit de gedingstukken volgt dat de curator gemotiveerd heeft betoogd dat de administratie die hij had ontvangen niet volledig was.

Rechtbank Amsterdam 10 mei 2023, INS 2023-0150
Twee partijen die een eerste en derde pandrecht hebben op een voorraad sportkleding van failliete groepsvennootschappen verzoeken om toestemming voor onderhandse verkoop op grond van artikel 3:251 lid 1 BW. Het voorstel van de eerste pandhouder houdt in dat € 500.000 in contanten wordt betaald, de pandhouder haar vordering tot dat bedrag zal beperken en € 500.000 wordt voldaan door verrekening van een vordering van de tweede pandhouder. Het voorstel van de derde pandhouder houdt in dat € 630.000 in contanten wordt voldaan. De voorzieningenrechter wijst het verzoek van de eerste pandhouder toe. Dat de tegenprestatie voor de verpande goederen niet volledig in contanten is, doet niet af aan het feit dat het voorstel meer in het belang is van de eerste en tweede pandhouder, de curator en de gezamenlijke schuldeisers.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank