Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Rechtbank Gelderland 5 juni 2024, INS 2024-0163
Ter discussie staat of een onderhuurder recht heeft op teruggave van een eerder betaalde waarborgsom. De huidige hoofdhuurder meent dat dit niet zo is, mede omdat de huurder door het faillissement van een voormalig hoofdhuurder de aanspraak op de waarborgsom zou zijn verloren. De kantonrechter overweegt dat niet is gebleken dat een nieuwe onderhuurovereenkomst tot stand is gekomen. Daarom is sprake van contractsovername, zodat alle rechten en plichten zijn overgegaan naar de huidige hoofdhuurder, waaronder de verplichting tot terugbetaling van de waarborgsom. Het bedrag dat van de waarborgsom resteert na verrekening met twee huurtermijnen moet door de hoofdhuurder worden terugbetaald.

Rechtbank Rotterdam 31 mei 2024, INS 2024-0161
Een schuldenaar die een restaurant-cocktailbar exploiteert, heeft verzocht om homologatie van een WHOA-akkoord. Volgens de schuldenaar is geen enkele schuldeiser in the money. De voorraad, waarop Heineken een pandrecht heeft, zou bestaan uit bederfelijke waar en aangebroken drankflessen en daarmee niets waard zijn. Ter zitting heeft de schuldenaar verklaard dat hij ook enkele fusten bier, fris en ongeveer 100 flessen wijn in voorraad heeft. Naar het oordeel van de rechtbank is de voorraad dus wel wat waard, zodat Heineken in the money is. Uit de jaarrekening van de schuldenaar blijkt dat (ook) de financier zekerheid heeft op ‘diverse goederen’. De financier heeft aangekondigd die goederen uit te winnen. De schuldenaar heeft niet aannemelijk gemaakt dat de financier geen zekerheid heeft op goederen die enige waarde vertegenwoordigen. Tot slot kan niet worden uitgesloten dat de Belastingdienst in faillissement deels wordt voldaan vanwege haar bodemvoorrecht op de inventaris. Deze schuldeisers, die (mogelijk) in the money zijn, hebben niet ingestemd met het akkoord. Ten overvloede overweegt de rechtbank dat het verzoek zou zijn afgewezen als de schuldenaar wel ontvankelijk was geweest in het verzoek vanwege een onjuiste klassenindeling, onvoldoende informatievoorziening en onvoldoende geborgde nakoming van het akkoord.

Gerechtshof Amsterdam 2 april 2024, INS 2024-0162
De verhuurder van een terrein is tegen zijn wil achtergebleven met een terrein waaraan een zaak met een aanzienlijke negatieve waarde is toegevoegd, doordat – aanvankelijk roerende – zaken (een honderdtal zeecontainers) door natrekking daarvan bestanddeel zijn geworden van de onroerende zaak. Volgens het hof is er geen goede grond om een onderscheid te maken tussen de situatie waarin roerende zaken met negatieve waarde zijn achtergelaten (en er een verwijderingsplicht bestaat), met die waarin aantasting van het eigendomsrecht van de verhuurder is veroorzaakt door achterlating van aanvankelijk roerende zaken met een negatieve waarde. Het hof oordeelt dat het verwijderen van de containers een eigen verplichting van de curator is en daarmee een boedelvordering.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates