Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.
Rechtbank Limburg 16 juli 2204, INS 2024-0172
Ondanks het feit dat uiteindelijk alle klassen hebben ingestemd met een WHOA-akkoord, wijst de rechtbank het verzoek tot homologatie van het akkoord af. De rechtbank overweegt dat het akkoord naar twee schuldeisers niet is gestuurd. Bij een aantal andere schuldeisers is het akkoord naar een algemeen mailadres of het mailadres van de debiteurenadministratie gestuurd, zodat niet kan worden vastgesteld of het akkoord terechtgekomen is bij beslissingsbevoegde mensen. Hierdoor staat niet vast dat alle schuldeisers conform artikel 381 lid 1 Fw zijn geïnformeerd over het akkoord. Dat is volgens artikel 384 lid 2 sub b Fw een algemene grond voor afwijzing van het homologatieverzoek.
Rechtbank Oost-Brabant 10 juli 2024, INS 2024-0176. Met wenk.
Na homologatie van een faillissementsakkoord eisen enkele schuldeisers de rente over hun vordering die na de faillietverklaring is verschenen op. Uit het antwoord op prejudiciële vragen die de rechtbank heeft gesteld aan de Hoge Raad, volgt dat niet-verifieerbare rentevorderingen niet worden geraakt door de homologatie van een faillissementsakkoord. In deze uitspraak wijst de rechtbank ook het beroep van de schuldenaar op de beperkende en aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid af. De schuldenaar wordt veroordeeld tot betaling van de rentevorderingen van ongeveer € 1,2 miljoen.
Rechtbank Noord-Nederland 27 december 2023, INS 2024-0178
Deze uitspraak is al eind 2023 gewezen, maar pas medio juli 2024 gepubliceerd op rechtspraak.nl. Twee zustervennootschappen hebben zich hoofdelijk verbonden tot terugbetaling van bepaalde bankfinanciering. Nadat de bank haar pandrecht op de activa van een failliete vennootschap heeft uitgewonnen, stelt de curator van de failliet een regresvordering in tegen de andere hoofdelijk aansprakelijke schuldenaar. De failliete vennootschap zou namelijk voor meer zijn uitgewonnen dan de schuld haar aanging, aldus de curator. Eerder heeft de rechtbank prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld ter verduidelijking van het profijtbeginsel en het bepalen van de draagplicht van een concernvennootschap. De vragen zijn beantwoord in het arrest van 24 februari 2023 (ECLI:NL:HR:2023:295). In de onderhavige uitspraak oordeelt de rechtbank dat de failliet indirect profijt heeft gehad van de financiering, maar dat haar aandeel in de onderlinge draagplicht beperkt is. De slotsom is dat zij voor meer is uitgewonnen dan haar onderlinge draagplicht. De curator kan daarom regres nemen op de hoofdelijk medeschuldenaar. Een paulianavordering van de curator ex artikel 42 of 47 Fw wordt afgewezen.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.
Met vriendelijke groet,
Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates
Hof
Rechtbank
- Rechtbank Limburg De rechtbank overweegt dat het akkoord naar twee schuldeisers niet is gestuurd. Bij een aantal andere schuldeisers is het akkoord naar een algemeen mailadres of het mailadres van de debiteurenadministratie gestuurd, zodat niet kan worden vastgesteld of het akkoord terechtgekomen is bij beslissingsbevoegde mensen. Omdat hiermee niet vaststaat dat alle schuldeisers conform artikel 381 lid 1 Fw zijn geïnformeerd over het akkoord, wijst de rechtbank het homologatieverzoek af op grond van artikel 384 lid 2 sub b Fw. 16-07-2024
- Rechtbank Noord-Nederland Verzoekster heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij gedurende de afkoelingsperiode aan haar lopende verplichtingen kan voldoen. Er is geen reële kans op totstandkoming van een akkoord binnen een redelijke termijn. Verzoeken van verzoekster worden afgewezen. 12-07-2024
- Rechtbank Den Haag Op verzoek van de curator van een jeugdzorginstelling wordt een andere instelling benoemd tot bewaarder van een aantal dossiers op grond van artikel 2:24 lid 2 BW. 11-07-2024
- Rechtbank Den Haag De schuldenaar is niet-ontvankelijk in het verzoek om verlenging van de afgekondigde afkoelingsperiode omdat het verzoek een dag te laat is ingediend. Ten overvloede overweegt de rechtbank dat het verzoek zou zijn afgewezen als het verzoek wel tijdig was ingediend. 10-07-2024
- Rechtbank Oost-Brabant Een curator van een failliete bv heeft de bestuurder onder meer aansprakelijk gesteld voor het boedeltekort op grond van artikel 2:248 BW. De bestuurder vordert in incident dat hij de curator in vrijwaring mag oproepen, mede omdat de curator zich onvoldoende heeft ingezet om het boedeltekort zo laag mogelijk te houden. De rechtbank wijst de vordering af, omdat door oproeping in vrijwaring onredelijke en onnodige vertraging van het geding te verwachten is. De bezwaren van de bestuurder kunnen op grond van artikel 2:248 lid 4 BW aan de orde worden gesteld. 10-07-2024
- Rechtbank Oost-Brabant Na homologatie van een faillissementsakkoord eisen enkele schuldeisers de na datum faillietverklaring over hun vorderingen verschenen rente op. De rechtbank wijst de rentevordering toe, omdat deze niet geraakt is door het faillissementsakkoord. De postfaillissementsrente was immers geen verifieerbare vordering in het faillissement. 10-07-2024
- Rechtbank Limburg De rechtbank wijst een faillissementsverzoek af, omdat naar haar oordeel geen sprake is van pluraliteit van schuldeisers. Verzoeker 1 is enig bestuurder en aandeelhouder van verzoeker 2 en de vorderingen van beide verzoekers zijn onderling met elkaar verweven. Naar het oordeel van de rechtbank moeten beide verzoekers daarom worden vereenzelvigd. 09-07-2024
- Rechtbank Overijssel De rechtbank legt een civielrechtelijk bestuursverbod op voor de duur van vijf jaar aan twee bestuurders die veroordeeld zijn tot betaling van het boedeltekort op grond van artikel 2:248 BW. De stelling van een stichting dat het de wil was van de oprichter dat een van de twee gedaagden hiervan bestuurder was, passeert de rechtbank. Niet is gebleken dat de gedaagde deze rol alleen als bestuurder kan vervullen. 03-07-2024
- Rechtbank Overijssel De voorzieningenrechter oordeelt dat A onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de vordering van de curator ondeugdelijk is en/of het conservatoir beslag onnodig is. Het belang van de curator bij handhaving van het beslag weegt zwaarder dan A's belang bij opheffing ervan. Het beslag van de curator blijft gehandhaafd. 03-07-2024
- Rechtbank Limburg Het verzoek van de voetbalclub MVV Maastricht tot homologatie van het aangeboden WHOA-akkoord wordt toegewezen. Geen van de algemene afwijzingsgronden is aan de orde. 28-06-2024
- Rechtbank Amsterdam MSE Multifunctional B.V. ('MSE') heeft het faillissement van een andere vennootschap aangevraagd. Hangende de faillissementsaanvraag heeft de schuldenaar € 13.000 betaald aan MSE en € 2.176 aan haar advocaat in verband met de faillissementsaanvraag. Desondanks is voor MSE gepersisteerd in de faillissementsaanvraag, waarop het faillissement is uitgesproken. De curator vordert de betaalde bedragen terug op grond van artikel 47 Fw. De rechtbank passeert de verweren van MSE en de advocaat en wijst de vorderingen van de curator toe. 21-06-2024
- Rechtbank Rotterdam De rechtbank oordeelt dat de curator en de systeembeheerder geen afspraken hebben gemaakt over betaling van de vordering die voor faillissement is ontstaan. De bedragen die de curator voor faillissement onder protest heeft betaald, moeten door de systeembeheerder worden terugbetaald op grond van onverschuldigde betaling. 17-05-2024
- Rechtbank Midden-Nederland De voorzieningenrechter wijst de vordering tot opheffing van een door de curator gelegd conservatoir beslag af. De beslagene heeft hiertoe al een verzoek gedaan bij de rechter-commissaris op grond van artikel 69 Fw. Alleen al omdat feitelijk sprake is van een verkapt hoger beroep, moet de vordering worden afgewezen. Ook inhoudelijk oordeelt de rechtbank tot afwijzing van de vordering. 09-01-2024
- Rechtbank Noord-Nederland Twee zustervennootschappen hebben zich hoofdelijk verbonden tot terugbetaling van bepaalde bankfinanciering. Nadat de bank haar pandrecht op de activa van een failliete vennootschap heeft uitgewonnen, stelt de curator van de failliet een regresvordering in tegen de andere hoofdelijk aansprakelijke schuldenaar. De failliete vennootschap zou namelijk voor meer zijn uitgewonnen dan de schuld haar aanging, aldus de curator. Eerder heeft de rechtbank prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld ter verduidelijking van het profijtbeginsel en het bepalen van de draagplicht van een concernvennootschap. De vragen zijn beantwoord in het arrest van 24 februari 2023 (ECLI:NL:HR:2023:295). In de onderhavige uitspraak oordeelt de rechtbank dat de failliet indirect profijt heeft gehad van de financiering, maar dat haar aandeel in de onderlinge draagplicht beperkt is. De slotsom is dat zij voor meer is uitgewonnen dan haar onderlinge draagplicht. De curator kan daarom regres nemen op de hoofdelijk medeschuldenaar. Een paulianavordering van de curator ex artikel 42 of 47 Fw wordt afgewezen. 27-12-2023