Naar boven ↑

Update

Nummer 16, 2024
Uitspraken van 26-07-2024 tot 08-08-2024
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Rechtbank Gelderland 5 juli 2024, INS 2024-0189
De rechtbank wijst het homologatieverzoek van twintig vennootschappen die (in groepsverband) een horecaonderneming drijven af. Hoewel de rechtbank van oordeel is dat verzoeksters hun informatieverplichtingen hebben geschonden, is dat niet de reden voor afwijzing van het verzoek, omdat een correcte informatievoorziening redelijkerwijs niet tot een andere uitkomst van de stemming had kunnen leiden. Problematisch is wel dat de reorganisatiewaarde niet conform de rangorde wordt verdeeld. De holding behoudt haar aandelenbelang, terwijl schuldeisers niet volledig worden voldaan. De holding heeft verder een 90%-belang in een gelieerde vennootschap die onder het akkoord zou worden verlost van een schuld uit hoofde van een fiscale eenheid omzetbelasting. Het beroep van de Belastingdienst en een andere schuldeiser op artikel 384 lid 4 sub b Fw slaagt.

Rechtbank Amsterdam 26 juni 2024, INS 2024-0186
In deze proefprocedure tussen een curator en ING is de vraag aan de orde of NOW- en TVL-subsidies (overdraagbaar en) verpandbaar zijn. Volgens de curator is dat niet het geval, omdat het doel van de regelingen is dat de NOW-gelden terechtkomen bij de werknemers en met de TVL-gelden vaste lasten worden betaald. Verpanding van de hiermee verband houdende vorderingen is hiermee onverenigbaar. De rechtbank oordeelt dat de wet de vorderingsrechten in verband met NOW en TVL niet onoverdraagbaar maakt. De vorderingen hebben geen persoonlijk karakter, zodat ook de aard van de vorderingen zich niet verzet tegen overdracht. Tot slot gaat ook het argument van de curator niet op, omdat de gelden pas achteraf worden uitbetaald en het dus niet mogelijk was de gelden rechtstreeks aan te wenden voor de betaling van loon en vaste lasten. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de vorderingen dus overdraagbaar en verpandbaar (art. 3:83 lid 1 jo. 3:228 BW).

Gerechtshof Amsterdam 23 april 2024, INS 2024-0187
In een renvooiprocedure twisten de curatoren van Hudson’s Bay met de gemeente Rotterdam over de status van een vordering uit hoofde van een aanslag onroerendezaakbelasting (OZB). Het Hof Amsterdam moet de vraag beantwoorden of de OZB-vordering een boedelvordering, een verifieerbare vordering of geen van beide is. Ten eerste wordt de vraag beantwoord of in een renvooiprocedure voor recht kan worden verklaard dat sprake is van een boedelschuld. Het hof beantwoordt deze vraag bevestigend. De systematiek van de Faillissementswet en de aard van de renvooiprocedure verzetten zich hier niet tegen. Om redenen van proceseconomie en kostenefficiëntie is het toelaatbaar en wenselijk dat hierover in een renvooiprocedure kan worden geoordeeld. Inhoudelijk oordeelt het hof, in een uitgebreid gemotiveerd arrest, dat de OZB-vordering geen vordering is uit een van de drie categorieën uit Koot Beheer/Tideman q.q. Het betreft dus geen boedelvordering. De OZB-vordering kan op basis van analoge toepassing van Credit Suisse/Jongepier wel ter verificatie worden ingediend.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank