Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.
Rechtbank Gelderland 5 juli 2024, INS 2024-0189
De rechtbank wijst het homologatieverzoek van twintig vennootschappen die (in groepsverband) een horecaonderneming drijven af. Hoewel de rechtbank van oordeel is dat verzoeksters hun informatieverplichtingen hebben geschonden, is dat niet de reden voor afwijzing van het verzoek, omdat een correcte informatievoorziening redelijkerwijs niet tot een andere uitkomst van de stemming had kunnen leiden. Problematisch is wel dat de reorganisatiewaarde niet conform de rangorde wordt verdeeld. De holding behoudt haar aandelenbelang, terwijl schuldeisers niet volledig worden voldaan. De holding heeft verder een 90%-belang in een gelieerde vennootschap die onder het akkoord zou worden verlost van een schuld uit hoofde van een fiscale eenheid omzetbelasting. Het beroep van de Belastingdienst en een andere schuldeiser op artikel 384 lid 4 sub b Fw slaagt.
Rechtbank Amsterdam 26 juni 2024, INS 2024-0186
In deze proefprocedure tussen een curator en ING is de vraag aan de orde of NOW- en TVL-subsidies (overdraagbaar en) verpandbaar zijn. Volgens de curator is dat niet het geval, omdat het doel van de regelingen is dat de NOW-gelden terechtkomen bij de werknemers en met de TVL-gelden vaste lasten worden betaald. Verpanding van de hiermee verband houdende vorderingen is hiermee onverenigbaar. De rechtbank oordeelt dat de wet de vorderingsrechten in verband met NOW en TVL niet onoverdraagbaar maakt. De vorderingen hebben geen persoonlijk karakter, zodat ook de aard van de vorderingen zich niet verzet tegen overdracht. Tot slot gaat ook het argument van de curator niet op, omdat de gelden pas achteraf worden uitbetaald en het dus niet mogelijk was de gelden rechtstreeks aan te wenden voor de betaling van loon en vaste lasten. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de vorderingen dus overdraagbaar en verpandbaar (art. 3:83 lid 1 jo. 3:228 BW).
Gerechtshof Amsterdam 23 april 2024, INS 2024-0187
In een renvooiprocedure twisten de curatoren van Hudson’s Bay met de gemeente Rotterdam over de status van een vordering uit hoofde van een aanslag onroerendezaakbelasting (OZB). Het Hof Amsterdam moet de vraag beantwoorden of de OZB-vordering een boedelvordering, een verifieerbare vordering of geen van beide is. Ten eerste wordt de vraag beantwoord of in een renvooiprocedure voor recht kan worden verklaard dat sprake is van een boedelschuld. Het hof beantwoordt deze vraag bevestigend. De systematiek van de Faillissementswet en de aard van de renvooiprocedure verzetten zich hier niet tegen. Om redenen van proceseconomie en kostenefficiëntie is het toelaatbaar en wenselijk dat hierover in een renvooiprocedure kan worden geoordeeld. Inhoudelijk oordeelt het hof, in een uitgebreid gemotiveerd arrest, dat de OZB-vordering geen vordering is uit een van de drie categorieën uit Koot Beheer/Tideman q.q. Het betreft dus geen boedelvordering. De OZB-vordering kan op basis van analoge toepassing van Credit Suisse/Jongepier wel ter verificatie worden ingediend.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.
Met vriendelijke groet,
Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Het hof oordeelt dat een arbitragebeding kan worden ingeroepen door de curator van de schuldenaar die met een schuldeisers een overeenkomst heeft gesloten. Over de hoogte van de vordering die de schuldeiser heeft ingediend en over het retentierecht waarop zij zich beroept, moet na betwisting door de curator in arbitrage worden beslist. De rechtbank moet daarna beslissen over de voorrang waarop de schuldeiser zich beroept. Rabobank, die als schuldeiser de vordering ook heeft betwist, kan echter geen beroep doen op het arbitragebeding. 23-07-2024
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden De voormalig bestuurders van de zorgstichting Social Care 24/7 zijn, deels als feitelijk beleidsbepalers, aansprakelijk gehouden voor het tekort in het faillissement, zoals bedoeld in artikel 2:300a BW jo. 2:138 BW. Zij hebben hun taken kennelijk onbehoorlijk vervuld door onder andere zorgfraude te plegen. 23-07-2024
- Gerechtshof Amsterdam In een uitvoerig arrest oordeelt het hof aan de hand van de drie categorieën boedelschulden uit Koot Beheer/Tideman q.q. dat de OZB die na het faillissement verschuldigd is geworden geen boedelschuld is. Met inachtneming van het arrest Credit Suisse/Jongepier q.q. is de OZB volgens het hof wél verifieerbaar in het faillissement, nu geen sprake is van uitbreiding van aanspraken van de gemeente in strijd met het fixatiebeginsel. 23-04-2024
Rechtbank
- Rechtbank Amsterdam De rechtbank veroordeelt de (feitelijk) bestuurder en eigenaar van onder meer Miss Etam en Steps tot betaling van het boedeltekort, omdat hem onbehoorlijk bestuur kan worden verweten. Niet alleen wegens schending van de administratieplicht, maar ook omdat de organisatie op risicovolle wijze is opgezet waarbij de activiteiten en verplichtingen van meet af aan werden gesplitst en verplichtingen zijn aangegaan terwijl er geen enkele zekerheid is getroffen voor de nakoming daarvan. De zaak is bovendien interessant omdat de uiteindelijke rechtspersoon-bestuurder naar Zwitsers recht is opgericht en de natuurlijk persoon-bestuurder daar woonachtig is. 24-07-2024
- Rechtbank Midden-Nederland De banken vorderen afdracht verkoopopbrengst die onder onder hun pandrecht zou vallen. De curatoren menen dat de zekerheidsstelling paulianeus is. In geschil is de vraag of er sprake is van wetenschap van benadeling ex artikel 42 Fw. 10-07-2024
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Een curator heeft inzage gevorderd in de mailboxen van een aantal medewerkers van groepsvennootschappen van een gefailleerde vennootschap. Hoewel de curator hier in beginsel toegang toe heeft op grond van artikel 92 Fw voor zover het gaat om mails die betrekking hebben op de failliet, wordt de vordering van de curator afgewezen. De mailboxen moeten (nader) worden gefilterd, om te voorkomen dat de curator de beschikking krijgt over zeer vertrouwelijke informatie, onder meer over defensieactiviteiten van de VS en NAVO. Gedaagde heeft ook bezwaar tegen de persoon die de curator heeft voorgesteld als bewaarder. Vanwege de aard van de informatie heeft gedaagde hierover naar het oordeel van de voorzieningenrechter inspraak. 05-07-2024
- Rechtbank Gelderland De rechtbank wijst het homologatieverzoek van twintig vennootschappen die (in groepsverband) een horecaonderneming drijven af. Hoewel de rechtbank van oordeel is dat verzoeksters hun informatieverplichtingen hebben geschonden, is dat niet de reden voor afwijzing van het verzoek, omdat een correcte informatievoorziening redelijkerwijs niet tot een andere uitkomst van de stemming had kunnen leiden. Problematisch is wel dat de reorganisatiewaarde niet conform de rangorde wordt verdeeld. De holding behoudt haar aandelenbelang, terwijl (hoger gerangschikte) schuldeisers niet volledig worden voldaan. Verder speelt mee dat de bestuurder en indirect aandeelhouder slechts € 184.000 aflost op zijn rekening-courantschuld van meer dan € 1 miljoen. Ook behoudt een (andere) gelieerde vennootschap waarde doordat zij door het akkoord zou worden verlost van een schuld uit hoofde van een fiscale eenheid omzetbelasting. Het beroep van de Belastingdienst en een andere schuldeiser op artikel 384 lid 4 sub b Fw slaagt. 05-07-2024
- Rechtbank Gelderland Een kwaliteitsrekening (art. 19 Gdw) is een gemeenschap in de zin van artikel 3:166 lid 1 BW. Omdat in de onderhavige zaak gefailleerde de enig deelgenoot is in de gemeenschap van de kwaliteitsrekening, komt het gehele surplus hem toe. 03-07-2024
- Rechtbank Amsterdam De rechtbank Amsterdam heeft uitspraak gedaan over de fundamentele vraag of vorderingen uit hoofde van coronasteunregelingen overdraagbaar en verpandbaar zijn. Het betrof een zogenoemde proefprocedure tussen een curator en ING. 26-06-2024
- Rechtbank Den Haag De rechtbank kondigt een afkoelingsperiode af voor de duur van drie maanden, terwijl om vier maanden is verzocht. Bij een eventueel verlengingsverzoek moet een verklaring van een extern accountant of boekhouder worden bijgevoegd, waaruit de realiteitswaarde van de liquiditeitsbegroting over de duur van de afkoelingsperiode volgt. Ook moet een nieuwe liquiditeitsbegroting voor de periode van de verlenging worden overgelegd. 14-03-2024