Naar boven ↑

Update

Nummer 17, 2024
Uitspraken van 09-08-2024 tot 22-08-2024
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Rechtbank Rotterdam 10 juli 2024, INS 2024-0200
SGR (de Stichting Garantiefonds Reisgelden) heeft tijdens het faillissement van de OAD-vennootschappen een bankgarantie ingeroepen jegens Rabobank. Naar het oordeel van de rechtbank heeft SGR voldoende aangetoond dat zij hiertoe gerechtigd was. Artikel 54 Fw staat ook niet in de weg aan het inroepen van de bankgarantie. De bankgarantie is gesteld in het kader van een wettelijke verplichting om maatregelen te treffen ter bescherming van reizigers bij financieel onvermogen van de reisorganisator. Dat de bankgarantie wordt ingeroepen voor kosten die na het faillissement van OAD zijn gemaakt, is hiermee in lijn. Artikel 54 Fw is niet analoog van toepassing op het inroepen van de bankgarantie, omdat geen sprake is van een onrechtmatige doorbreking van de gelijkheid van schuldeisers.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 9 juli 2024, INS 2024-0191
VMI heeft bij Bauhuis machineonderdelen besteld. Na het faillissement van Bauhuis laat de curator aan VMI weten dat de onderdelen pas worden geleverd nadat de onderdelen zijn betaald. VMI weigert echter betaling op voorhand, omdat betaling na levering is overeengekomen. De curator instrueert daarom een medewerker van Bauhuis per mail, met VMI in de cc, dat de onderdelen niet mogen worden geleverd. Hierop ontbindt VMI de overeenkomst. Als de curator van Bauhuis nakoming van de overeenkomst vordert, wijzen de rechtbank en het hof de vordering af. De mededeling aan de medewerker van Bauhuis (met VMI in cc) kon niet anders worden begrepen dan dat de curator niet bereid was de oorspronkelijke overeenkomst na te komen. VMI heeft daaruit mogen afleiden dat de curator zou tekortschieten in de nakoming en was derhalve bevoegd de overeenkomst te ontbinden.

Gerechtshof Amsterdam 11 juni 2024, INS 2024-0192
Op grond van artikel 193 Fw moet een curator de boekhouding van een failliet die hij onder zich heeft aan het einde van het faillissement afgeven aan (het bestuur) van de failliet. In deze kwestie heeft de curator dat niet gedaan. Omdat de curator te maken had met een vordering ex artikel 843a Rv en een daaraan gerelateerde procedure van een aantal concurrente schuldeisers die de bestuurder aansprakelijk wilden stellen, acht het hof het niet afgeven van een deel van de administratie na beëindiging van het faillissement in de gegeven omstandigheden niet persoonlijk verwijtbaar.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 12 januari 2022, INS 2024-0199
In deze recent gepubliceerde uitspraak oordeelt de rechtbank na een verzet daartoe, dat twaalf groepsvennootschappen die in één verzoekschrift verzoeken om de aanwijzing van een herstructureringsdeskundige slechts één keer griffierecht hoeven te betalen. De griffier had twaalf keer griffierecht in rekening gebracht, maar er bestaat een direct verband tussen de verschillende verzoeken. Het gaat om hetzelfde feitencomplex en de rechtbank heeft de verzoeken gezamenlijk behandeld en in dezelfde beschikking op de verzoeken beslist.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hof

Rechtbank