Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Rechtbank Gelderland 1 augustus 2024, INS 2024-0203
Een vennootschap wordt op 17 juli (INS 2024-0210) door de rechtbank niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot homologatie van een aangeboden WHOA-akkoord. De reden hiervoor is dat de Belastingdienst tegen het akkoord heeft gestemd, terwijl de Belastingdienst mogelijk de enige in the money schuldeiser is. Het is niet duidelijk of de Belastingdienst daadwerkelijk in the money is, omdat onduidelijk is of de faillissementskosten juist zijn begroot en omdat niet helder is of de Belastingdienst in faillissement een opbrengst zou ontvangen in verband met haar bodemvoorrecht op inventaris. Nadat het homologatieverzoek is afgewezen, verzoekt een schuldeiser om aanwijzing van een herstructureringsdeskundige. De schuldeiser hoopt dat de herstructureringsdeskundige onder meer de onduidelijkheid die er was over de vordering van de Belastingdienst kan wegnemen, en dat dan alsnog een succesvolle WHOA-procedure kan worden doorlopen. De rechtbank wijst het verzoek toe.

Rechtbank Limburg 10 juli 2024, INS 2024-0214
De rechtbank oordeelt dat de bank Lloyds een financieringsovereenkomst met Beta Distribution B.V. (‘Beta NL’) niet mocht beëindigen. Weliswaar mocht Lloyds de financieringsovereenkomst strikt genomen beëindigen vanwege een in Engeland geopende insolventieprocedures ten aanzien van de (indirecte) aandeelhouder van Beta NL, maar de curator heeft een geslaagd beroep gedaan op artikel 6:248 lid 2 BW. Mede omdat Lloyds een zeer comfortabele voorrangspositie had, Beta NL voor haar bedrijfsvoering en financiering niet afhankelijk was van haar (indirecte) aandeelhouder en de vordering van Lloyds ten tijde van de beëindiging fors was geslonken, oordeelt de rechtbank dat de beëindiging van de financieringsovereenkomst in dit concrete geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was.

Gerechtshof Amsterdam 2 juli 2024, INS 2024-0212
Het hof heeft, na verstek te hebben verleend, geoordeeld dat de verkoop van een aantal glasvezelnetwerken paulianeus is. De bestuurders van de vennootschappen die bij de transactie waren betrokken, zijn aansprakelijk gehouden voor de schade op grond van onrechtmatige daad. De bestuurders gaan in verzet tegen het arrest van het hof, maar zijn voor die tijd failliet verklaard. Naar het oordeel van de hof zijn de bestuurders ontvankelijk in hun verzet, maar is de procedure op grond van artikel 29 Fw van rechtswege geschorst met ingang van het moment van inschrijving van het geding op de rol. Het hof verwijst in het kader van dit oordeel naar HR 18 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2100, INS 2021-0006. Ook na verzet van de vennootschappen die betrokken waren bij de rechtshandeling slaagt het beroep op pauliana, hoewel het bedrag dat de vennootschappen moeten betalen in verband met de benadeling van de gezamenlijke schuldeisers op een lager bedrag wordt bepaald.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates