Naar boven ↑

Update

Nummer 2, 2024
Uitspraken van 12-01-2024 tot 25-01-2024
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Rechtbank Midden-Nederland 29 december 2023, INS 2024-0012
De rechtbank gelast een afkoelingsperiode bij een modewinkelketen. Ondanks onbekendheid van de reorganisatiewaarde neemt de rechtbank aan dat een faillissementsscenario waardevernietiging betekent, zodat een afkoelingsperiode in het belang van de schuldeisers is. Zaken die geleverd waren onder een kort voor de afkoelingsperiode ontbonden consignatieovereenkomst mogen in de winkels blijven, door toepassing van artikel 377 Fw. Wel stelt de rechtbank een observator aan, met name als waarborg voor de belangen van een inkoopcombinatie die een garantie heeft afgegeven aan leveranciers van kleding. Ook wordt niet toegestaan dat wekelijks € 5.000 wordt afgelost op een krediet dat door een andere belanghebbende is verstrekt.

Hof Arnhem-Leeuwarden 28 december 2024, INS 2024-0019
In vervolg op het tussenarrest van 6 december 2023 (ECLI:NL:GHARL:2023:10714, INS 2023-0289) wijst het Hof Arnhem-Leeuwarden eindarrest. De aanvrager van het faillissement van een vof en haar vennoten, de gemeente West Maas en Waal, had in eerste instantie alleen vorderingen wegens verbeurde dwangsommen ten grondslag gelegd aan het faillissementsverzoek. Het hof komt niet toe aan de beantwoording van de vraag of bestuursrechtelijke dwangsomvorderingen onder de reikwijdte van artikel 611e Rv vallen. De reden daarvoor is dat de gemeente alsnog onder meer twee vorderingen tot kostenverhaal wegens uitvoering van bestuursdwang aan het faillissementsverzoek ten grondslag heeft gelegd. Het hof neemt deze vorderingen mee bij de beoordeling, omdat na de faillietverklaring is geoordeeld over de schorsing van een kostenverhaalbesluit, en het andere kostenverhaalbesluit dateert van na de faillietverklaring.

Hof Amsterdam 14 november 2024, INS 2024-0021
Deze vrij technische uitspraak gaat over de gevolgen van het faillissement van verschillende procespartijen. Op grond van artikel 18 IVO wordt de vraag naar de gevolgen van deze faillissementen beoordeeld naar Nederlands (faillissements)recht. De procedure wordt op grond van artikel 29 Fw geschorst voor zover het gaat om vorderingen die ter verificatie kunnen worden ingediend in een faillissement. De rechtbank overweegt dat de vorderingen waarover het gaat niet door de Spaanse curator zijn betwist op grond van Spaans recht, zodat de procedure geschorst blijft. Ook ten aanzien van de vraag of de Nederlandse rechter bevoegd is van de vorderingen kennis te nemen, is de procedure geschorst. Op een vordering op grond van artikel 843a zijn de artikelen 27 en 28 Fw van toepassing. Het hof vermoedt dat de Spaanse curator in het faillissement van de oorspronkelijke eiser de procedure niet heeft willen overnemen, maar stelt de Spaanse curator alsnog in de gelegenheid dat te doen. De curator van een van de oorspronkelijke gedaagden is niet opgeroepen, maar zou de vordering ook niet overnemen. De procedure kan daarom worden voortgezet tegen de failliet zelf.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank