Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.
Rechtbank Midden-Nederland 29 december 2023, INS 2024-0012
De rechtbank gelast een afkoelingsperiode bij een modewinkelketen. Ondanks onbekendheid van de reorganisatiewaarde neemt de rechtbank aan dat een faillissementsscenario waardevernietiging betekent, zodat een afkoelingsperiode in het belang van de schuldeisers is. Zaken die geleverd waren onder een kort voor de afkoelingsperiode ontbonden consignatieovereenkomst mogen in de winkels blijven, door toepassing van artikel 377 Fw. Wel stelt de rechtbank een observator aan, met name als waarborg voor de belangen van een inkoopcombinatie die een garantie heeft afgegeven aan leveranciers van kleding. Ook wordt niet toegestaan dat wekelijks € 5.000 wordt afgelost op een krediet dat door een andere belanghebbende is verstrekt.
Hof Arnhem-Leeuwarden 28 december 2024, INS 2024-0019
In vervolg op het tussenarrest van 6 december 2023 (ECLI:NL:GHARL:2023:10714, INS 2023-0289) wijst het Hof Arnhem-Leeuwarden eindarrest. De aanvrager van het faillissement van een vof en haar vennoten, de gemeente West Maas en Waal, had in eerste instantie alleen vorderingen wegens verbeurde dwangsommen ten grondslag gelegd aan het faillissementsverzoek. Het hof komt niet toe aan de beantwoording van de vraag of bestuursrechtelijke dwangsomvorderingen onder de reikwijdte van artikel 611e Rv vallen. De reden daarvoor is dat de gemeente alsnog onder meer twee vorderingen tot kostenverhaal wegens uitvoering van bestuursdwang aan het faillissementsverzoek ten grondslag heeft gelegd. Het hof neemt deze vorderingen mee bij de beoordeling, omdat na de faillietverklaring is geoordeeld over de schorsing van een kostenverhaalbesluit, en het andere kostenverhaalbesluit dateert van na de faillietverklaring.
Hof Amsterdam 14 november 2024, INS 2024-0021
Deze vrij technische uitspraak gaat over de gevolgen van het faillissement van verschillende procespartijen. Op grond van artikel 18 IVO wordt de vraag naar de gevolgen van deze faillissementen beoordeeld naar Nederlands (faillissements)recht. De procedure wordt op grond van artikel 29 Fw geschorst voor zover het gaat om vorderingen die ter verificatie kunnen worden ingediend in een faillissement. De rechtbank overweegt dat de vorderingen waarover het gaat niet door de Spaanse curator zijn betwist op grond van Spaans recht, zodat de procedure geschorst blijft. Ook ten aanzien van de vraag of de Nederlandse rechter bevoegd is van de vorderingen kennis te nemen, is de procedure geschorst. Op een vordering op grond van artikel 843a zijn de artikelen 27 en 28 Fw van toepassing. Het hof vermoedt dat de Spaanse curator in het faillissement van de oorspronkelijke eiser de procedure niet heeft willen overnemen, maar stelt de Spaanse curator alsnog in de gelegenheid dat te doen. De curator van een van de oorspronkelijke gedaagden is niet opgeroepen, maar zou de vordering ook niet overnemen. De procedure kan daarom worden voortgezet tegen de failliet zelf.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.
Met vriendelijke groet,
Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates
Hoge Raad
- Hoge Raad Het belang dat de Hoge Raad invulling geeft aan zijn rechtsvormende taak, is geen belang op basis waarvan in faillissement kan worden doorgeprocedeerd. Ten aanzien van een aantal rechtsvorderingen is doorprocederen wel mogelijk. 12-01-2024
- Hoge Raad Deze zaak rond de gefailleerde vennootschappen Exem Energy B.V. en Exem Oil & Gas B.V., betreft het cassatieberoep op een enquêteprocedure waarin door de curatoren van de gefailleerde vennootschappen om een onderzoek naar wanbeleid en om voorlopige voorzieningen – waaronder het schorsen van de bestuurders van de gefailleerde vennootschappen – is verzocht. De OK heeft het enquêteverzoek toegewezen, maar het verzoek tot schorsing afgewezen, aangezien dit in verband met de toestand van de rechtspersonen of in het belang van het onderzoek niet vereist is. Esperaza Holding B.V. – een dochter van Exem Energy B.V. – gaat in cassatieberoep tegen deze afwijzing, maar de Hoge Raad verwerpt dit beroep en doet de zaak af met toepassing van artikel 81 lid 1 RO. Dit is in lijn met de conclusie van A-G Assink, die de cassatieklachten afweegt tegen de gelaagde structuur en doelstellingen van het enquêterecht en de discretionaire bevoegdheid van de OK. 08-12-2023
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Hoewel hoger beroep is ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank waaruit het bestaan van een vordering volgt, is summierlijk gebleken van het vorderingsrecht van de aanvrager van het faillissement. Na beoordeling hiervan oordeelt het hof dat ook steunvorderingen terecht zijn aangevoerd. 04-01-2024
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden In vervolg op het tussenarrest van 6 december 2023 (ECLI:NL:GHARL:2023:10714; INS 2023-0289) wijst het Hof Arnhem-Leeuwarden eindarrest. Het hof oordeelt dat de aanvrager van het faillissement van een vof en haar vennoten, de gemeente West Maas en Waal, (toch) een redelijk belang heeft bij het faillissementsverzoek. Het hof komt niet toe aan de beantwoording van de vraag of de bestuursrechtelijke dwangsomvorderingen onder de reikwijdte van artikel 611e Rv vallen. 28-12-2023
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden In de Megahome-faillissementen heeft vanaf 2009 een samenstel van rechtshandelingen plaatsgevonden dat door de curator als paulianeus is gekwalificeerd. Het hof bekrachtigt de vernietiging door de rechtbank, met uitzondering van een geldlening van € 9 miljoen. 19-12-2023
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden De rechtbank heeft de inbewaringstelling van een gefailleerde verlengd. De gefailleerde komt in hoger beroep. In hoger beroep blijkt dat gefailleerde nog altijd geen openheid van zaken geeft. Het hof wijst het hoger beroep af. 11-12-2023
- Gerechtshof Amsterdam Op grond van artikel 18 IVO wordt de vraag naar de gevolgen van het faillissement van verschillende procespartijen beoordeeld naar Nederlands (faillissements)recht. De procedure wordt op grond van artikel 29 Fw geschorst voor zover het gaat om verifieerbare vorderingen. Ook ten aanzien van de vraag of de Nederlandse rechter bevoegd is van de vorderingen kennis te nemen is de procedure geschorst. Op een vordering op grond van artikel 843a zijn de artikelen 27 en 28 Fw van toepassing. Het hof vermoedt dat de Spaanse curator in het faillissement van de oorspronkelijke eiser de procedure niet heeft willen overnemen, maar stelt de Spaanse curator alsnog in de gelegenheid dat te doen. De curator van een van de oorspronkelijke gedaagden is niet opgeroepen, maar zou de vordering ook niet overnemen. De procedure kan dus worden voortgezet tegen de failliet zelf. 14-11-2023
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden De eiswijziging in hoger beroep, op grond waarvan subsidiair afgifte is gevorderd, is te laat. Het hof kent daarom alleen een schadevergoeding toe voor twee van de drie paulianeus overgedragen bedrijfswagens. De wederpartij heeft namelijk verklaard dat hij deze bedrijfswagens niet meer in eigendom heeft. 06-06-2023
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam De rechtbank overweegt dat onvoldoende aannemelijk is dat de bestuurder van de geturboliquideerde bv aansprakelijk is. Ook hoefden geen stukken te worden gedeponeerd bij het handelsregister, omdat de bv een dag voor inwerkingtreding van de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie is ontbonden. 16-01-2024
- Rechtbank Midden-Nederland Ondanks onbekendheid reorganisatiewaarde neemt de rechtbank aan dat een faillissementsscenario waardevernietiging betekent, zodat een afkoelingsperiode in het belang van de schuldeisers is. Zaken die geleverd waren onder een kort voor de afkoelingsperiode ontbonden consignatieovereenkomst mogen in de winkels blijven, door toepassing van artikel 377 Fw. 29-12-2023
- Rechtbank Limburg De bestuurder van twee failliete vennootschappen is aansprakelijk voor de boedeltekorten wegens schending van de deponeringsplicht en slaagt er niet in om andere belangrijke oorzaken van het faillissement aannemelijk te maken. 27-12-2023
- Rechtbank Rotterdam De bestuurder van een vennootschap heeft namens de vennootschap als hypotheekhouder toestemming verleend aan zichzelf in privé om het verhypothekeerde pand te verhuren. Naar het oordeel van de rechtbank was de strekking hiervan de benadeling van de vennootschap en haar schuldeisers. 22-12-2023
- Rechtbank Rotterdam De vennoten van een vof hebben om een afkoelingsperiode in het kader van een WHOA-traject verzocht. Een aantal schuldeisers heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Volgens de rechtbank is voldaan aan de vereisten van artikel 376 lid 4 Fw. 15-12-2023
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Een werknemer heeft onder meer verzocht een ontslag op staande voet te vernietigen. Tijdens de procedure wordt de werkgever failliet verklaard. De kantonrechter wijst het verzoek tot vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst toe. De overige verzoeken zien op vorderingen die ter verificatie moeten worden ingediend en worden niet beoordeeld. 06-12-2023
- Rechtbank Oost-Brabant Nadat het faillissement van een vennootschap is aangevraagd verzoekt de vennootschap om aanwijzing van een herstructureringsdeskundige (art. 371 Fw) en afkondiging van een afkoelingsperiode (art. 376 Fw) op basis van de WHOA. De rechtbank wijst beide verzoeken toe. 10-11-2023
- Rechtbank Noord-Holland Een bv is ontbonden en na vereffening uitgeschreven uit het handelsregister terwijl een batig banksaldo nog niet is uitgekeerd. De Kamer van Koophandel werkt niet mee aan het zonder een rechterlijke beslissing opnieuw inschrijven van de vennootschap. De vereffenaar verzoekt de rechtbank daarom de vereffening te heropenen. De rechtbank oordeelt echter dat niet is voldaan aan de voorwaarden van artikel 2:23c BW, dat volgens de rechtbank een ‘nieuwe bate’ vereist, omdat het in dit geval om een zogenoemde ‘bekende bate’ gaat, nu het banksaldo al bekend was ten tijde van beëindiging van de vereffeningsprocedure. In een wenk onder de uitspraak gaat Karel Boonzaaijer in op het beleid van de Kamer van Koophandel betreffende het opnieuw inschrijven van ontbonden rechtspersonen. 22-09-2023