Naar boven ↑

Update

Nummer 3, 2024
Uitspraken van 26-01-2024 tot 08-02-2024
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Hoge Raad 19 januari 2024, INS 2024-0028
Groningen Sea Ports N.V. ('GSP') heeft aan GOC Real Estate B.V. ('GOC') een bedrijfsterrein in erfpacht uitgegeven. In 2015 is GOC in staat van faillissement verklaard. Ter discussie staat of de erfpachtcanon die tijdens het faillissement van GOC verschuldigd is geworden boedelschuld is. De Hoge Raad oordeelt dat dit niet het geval is. De canonbetalingsverplichting is geen goederenrechtelijke verplichting, maar kan worden gekwalificeerd als een kwalitatieve verbintenis die op de erfpachter rust. Een met artikel 39 Fw (op grond waarvan de huur vanaf de faillietverklaring een boedelschuld is) vergelijkbare regeling is ook niet getroffen door de wetgever.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 18 januari 2024, INS 2024-0029. Met wenk
Een natuurlijk persoon die failliet is verklaard gaat in beroep tegen de faillietverklaring. Tijdens de procedure in hoger beroep verkoopt de failliet een bedrijfspand dat hij in eigendom had en vestigt hij een tweede recht van hypotheek op zijn woonhuis in verband met een lening die aan hem wordt verstrekt. Met de in dat verband ontvangen gelden worden de schulden en de faillissementskosten betaald. Het hof vernietigt daarom het faillissement. De curator heeft in de procedure gesteld dat hij niet weet of de overeengekomen koopprijs overeenkomt met de waarde van het bedrijfspand.
Elvan Ayerdem gaat in haar wenk onder meer in op de (on)bevoegdheid van de schuldenaar om over zijn vermogen te beschikken en de verantwoordelijkheid van de curator in dat verband.

Rechtbank Overijssel 12 januari 2024, INS 2024-0030
Een failliet is op 17 oktober 2023 in bewaring gesteld op grond van artikel 87 Fw op basis van een bevel daartoe van de rechtbank van 13 juli 2023. De curator vraagt (opnieuw) om een verlenging van de inbewaringstelling. De rechtbank wijst dit verzoek toe. Volgens de rechtbank voldoet de failliet nog steeds niet aan zijn informatieverplichting. Een argument van de failliet tegen verlenging van de inbewaringstelling is dat hij zijn twee dochters al ruim vijftien maanden niet heeft gezien. De rechtbank overweegt dat dit nu geen grond is om de inbewaringstelling niet te verlengen. Het zou voor de failliet ‘juist een aansporing moeten zijn om (spoedig) volledig mee te werken en volledig openheid van zaken te geven’.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank